• De levensduur van een zaagketting is
afhankelijk van voldoende smering en
de juiste spanning.
• Tijdens bedrijf wordt de ketting heet en
kan opnieuw spannen nodig zijn. Ont-
span de ketting na het werk, zodat deze
volgende keer dat de koude machine
wordt gebruikt niet te strak staat.
• Span de zaagketting niet te strak aan
als die te heet is geworden. Nadat deze
is afgekoeld kan hij krimpen en te strak
tegen het zwaard aan komen te liggen.
Wacht tot de zaagketting is afgekoeld
voordat u deze opnieuw gaat
aanspannen.
• De spanning van de zaagketting is
belangrijk voor uw veiligheid en het
functioneren van de machine. Een cor-
rect gespannen zaagketting verhoogt
de levensduur van de machine.
• Controleer voor elk gebruik de
kettingspanning.
• De zaagketting is correct gespannen als
deze met de hand rond het zwaard kan
worden getrokken (draag bescher-
mende handschoenen) zonder door te
zakken.
• Bij nieuwe zaagkettingen moet u de
kettingspanning na een korte periode
van gebruik opnieuw instellen.
Werkinstructies
8.8
• Reik nooit over de beschermkap (4) of
onder de grondplaat (8). Er bestaat
verwondingsgevaar!
• Zet de zaag niet aan als de zaagketting
contact maakt met het werkstuk, in het
werkstuk zit of iets kan raken. Dit kan
tot ernstig letsel leiden.
• Zet losse werkstukken vast voordat u ze
doorzaagt. Verwijder vreemde voorwer-
pen zoals spijkers, schroeven, enz.
• Wees alert op het terugveren van een
tak die onder spanning staat, wanneer u
deze doorzaagt. Wanneer de spanning
in de houtvezels wordt opgeheven, kan
de onder spanning staande tak de
gebruiker raken en/of de Nexxsaw uit
de hand slaan.
• Wees uiterst voorzichtig bij het zagen
van struikgewas en jonge boompjes.
Het ranke materiaal kan in de zaagket-
ting vastgrijpen en dit naar u toe slaan
of u uit balans brengen.
• Plaatst, wanneer de zaagketting loopt,
eerst de grondplaat (8) op het opper-
vlak van het werkstuk en laat de zaag
zelf het zaagwerk doen. Oefen slechts
lichte druk uit op de zaag. De ketting
mag niet veel langzamer gaan lopen.
De zaagketting vervangen
8.9
• Pak de zaagketting alleen met hand-
schoenen vast en verwijder eerst de
accu!
• Inspecteer de zaagketting en de zaag-
bladgeleider op beschadiging of teke-
nen van slijtage.
• Leg nooit een nieuwe zaagketting om
een versleten zaagbladgeleider.
• Laat elke nieuwe zaagketting eerst
inlopen!
• Let bij het monteren van de zaagketting
op de draairichting!
Terugslag
8.10
• De vorm van de beschermkap (4) elimi-
neert grotendeels het risico van
terugslag.
• De zaag wordt door de beschermkap
met puntbescherming optimaal tegen
terugslag beveiligd. Verwijder de
beschermkap nooit (4). Er bestaat
verwondingsgevaar!
De zaagketting slijpen
8.11
• De zaagtanden moeten worden gesle-
pen als het zaagsel poederachtig wordt,
als er extra kracht nodig is om in het
hout door te dringen, als een rechte
zaagsnede niet meer mogelijk is of als
de trillingen sterker worden.
• Botte zaagkettingen moeten worden
geslepen.
• Gebruik een kettingslijper om de ketting
te slijpen, zorg ervoor dat u de ketting in
een hoek van 30° slijpt.
• Of laat de ketting door een professional
slijpen (aanbevolen).
• Vervang de zaagketting als deze aan-
zienlijke beschadigd is en niet kan wor-
den gerepareerd door te vijlen.
Nederlands
35