3.
Wanneer de schijf vastloopt of u het slijpen onder-
breekt, schakelt u het elektrisch gereedschap uit en
houdt u dit stil totdat de schijf volledig tot stilstand
is gekomen. Probeer nooit de doorslijpschijf uit de
snede te halen terwijl de schijf nog draait omdat
hierdoor een terugslag kan optreden. Onderzoek
waarom de schijf is vastgelopen en tref afdoende maat-
regelen om de oorzaak ervan op te heffen.
4.
Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al in het
werkstuk steekt. Wacht totdat de schijf op volle toeren
draait en breng daarna de schijf voorzichtig terug in
de snede. Wanneer het elektrisch gereedschap opnieuw
wordt gestart terwijl de schijf al in het werkstuk steekt, kan
de schijf vastlopen, omhoog lopen of terugslaan.
5.
Ondersteun platen en grote werkstukken om de
kans op het beknellen van de schijf en terugslag
te minimaliseren. Grote werkstukken neigen door te
zakken onder hun eigen gewicht. U moet het werkstuk
ondersteunen vlakbij de snijlijn en vlakbij de rand van
het werkstuk aan beide kanten van de schijf.
6.
Wees extra voorzichtig bij het maken van een
invalslijpsnede in bestaande wanden of op andere
plaats waarvan u de onderkant niet kunt zien. De
uitstekende schijf kan gas- of waterleidingen, elektrische
bedrading of voorwerpen die terugslag veroorzaken raken.
7.
Probeer niet een gebogen snede te maken. Een
te grote kracht op de schijf verhoogt de belasting en
de kans dat de schijf in de snede verdraait of vast-
loopt, waardoor terugslag kan optreden of de schijf
kan breken met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
8.
Voordat u een gesegmenteerde diamantschijf
gebruikt, controleert u dat de diamantschijf rando-
peningen van 10 mm of minder tussen de segmen-
ten heeft, met alleen een negatieve hellingshoek.
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor
schuurwerkzaamheden:
1.
Gebruik een schuurpapierschijf van de juiste
afmeting. Volg de aanbevelingen van de fabri-
kant bij uw keuze van het schuurpapier. Te groot
schuurpapier dat te ver uitsteekt over de rand van het
schuurblok levert snijgevaar op en kan beknellen of
scheuren van de schijf of terugslag veroorzaken.
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor
draadborstelwerkzaamheden:
Wees erop bedacht dat ook tijdens normaal
1.
gebruik borsteldraden door de borstel worden
rondgeslingerd. Oefen niet te veel kracht uit op
de borsteldraden door een te hoge belasting
van de borstel. De borsteldraden kunnen met
gemak door dunne kleding en/of de huid dringen.
2.
Als het gebruik van een beschermkap wordt
aanbevolen voor draadborstelen, zorgt u ervoor
dat de draadschijf of draadborstel niet in aanra-
king komt met de beschermkap. De draadschijf of
draadborstel kan in diameter toenemen als gevolg
van de werkbelasting en centrifugale krachten.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen:
Bij gebruik van een slijpschijf met een verzon-
1.
ken middengat, mag u uitsluitend met glasve-
zel versterkte schijven gebruiken.
GEBRUIK NOOIT een stenen komschijf op
2.
deze slijpmachine. Deze slijpmachine is niet
ontworpen voor dit type schijven en het gebruik
ervan kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
3.
Let erop dat u de as, de flens (met name de monta-
gekant) en de borgmoer niet beschadigt. Als deze
onderdelen beschadigd raken, kan de schijf breken.
4.
Zorg ervoor dat de schijf niet in aanraking is
met het werkstuk voordat u het gereedschap
hebt ingeschakeld.
5.
Laat gereedschap een tijdje draaien voordat u het
op het werkstuk gaat gebruiken. Controleer op tril-
lingen of schommelingen die op onjuiste montage
of een slecht uitgebalanceerd schijf kunnen wijzen.
6.
Gebruik de aangegeven kant van de schijf om
mee te slijpen.
7.
Laat het gereedschap niet ingeschakeld lig-
gen. Schakel het gereedschap alleen in wan-
neer u het vasthoudt.
8.
Raak het werkstuk niet onmiddellijk na bewer-
king aan. Het kan bijzonder heet zijn en brand-
wonden op uw huid veroorzaken.
9.
Raak accessoires niet onmiddellijk na bewer-
king aan. Deze kunnen bijzonder heet zijn en
brandwonden op uw huid veroorzaken.
10. Houd u aan de instructies van de fabrikant
voor het juist aanbrengen en gebruiken van de
schijven. Behandel de schijven voorzichtig en
berg deze met zorg op.
11.
Gebruik geen afzonderlijke verloopbussen of
adapters om slijpschijven met een groot asgat
aan dit gereedschap aan te passen.
12. Gebruik uitsluitend flenzen die geschikt zijn
voor dit gereedschap.
13. Voor gereedschap waarop schijven met een
geschroefd asgat dienen aangebracht te wor-
den, moet u ervoor zorgen dat de schroefdraad
in de schijf lang genoeg is zodat de as hele-
maal erin gaat.
14. Zorg ervoor dat het werkstuk goed ondersteund is.
15. Houd er rekening mee dat de schijf nog een
tijdje blijft draaien nadat het gereedschap is
uitgeschakeld.
16. Indien de werkplaats uiterst warm en vochtig is, of
erg verontreinigd is met geleidend stof, gebruikt
u een kortsluitstroomonderbreker (30 mA) om de
veiligheid van de gebruiker te verzekeren.
17. Gebruik het gereedschap niet op materialen
die asbest bevatten.
18. Wanneer u een doorslijpschijf gebruikt, dient
u altijd te werken met de stofbeschermkap
indien dit door de plaatselijke regelgeving
wordt vereist.
19. Schijven bedoeld voor doorslijpen mogen niet
aan zijwaartse druk worden blootgesteld.
20. Draag geen stoffen werkhandschoenen tijdens
gebruik van dit gereedschap. Vezels van stoffen
handschoenen kunnen binnendringen in het gereed-
schap waardoor het gereedschap defect kan raken.
21. Verzeker u er vóór aanvang van de werkzaamhe-
den van dat er geen voorwerpen, zoals elektrici-
teits-, gas- en waterleidingen, verborgen zitten in
het werkstuk. Anders kan dit een elektrische schok,
een lekstroom of een gaslek veroorzaken.
22. Als een tussenschijf is bevestigd op de schijf,
mag u deze niet verwijderen. De diameter van
de tussenschijf moet groter zijn dan de borg-
moer, buitenflens en binnenflens.
59 NEDERLANDS