[ 5 AANVULLENDE INFORMATIE
H WIJZIGEN VAN DE INSTELLINGEN VAN DE AUDIOMODUS
Met het wijzigen van de audiomodus kunt u diverse audiomodi de ingestelde frequentie, bandbreedte en mono/stereo- instellingen een
andere waarde geven dan de fabrieksinstellingen zoals die in de tabel in hoofdstuk 15G zijn gegeven.
Wilt u een bepaalde modus wijzigen, overtuig u er dan van dat diezelfde modus niet bij een van de andere kanalen wordt gebruikt. U kunt
dit nazien op de hier bijgevoegde Satelliet Overzicht.
Voor uitzendingen van Astra dienen de audio-instellingen altijd op SMAL te worden gezet. Bij uitzendingen van andere satellieten kan het
noodzakelijk zijn om WYD
te kiezen om een optimale geluidskwaliteit te krijgen. (Zie ook hoofdstuk 15K.)
WIJZIGEN VAN DE STANDAARD INSTALLATIEGEGEVENS
Door de installatiegegevens te wijzigen, kunt u de algemene instellingen veranderen. Elke wijziging die u hier aanbrengt, zal dan ook van
invloed zijn op alle kanalen en alle teksten op het scherm.
De frequentie-instellingen LAAG en HOOG zijn bedoeld om de interne oscillator aan te passen aan het type LNB waarop de ontvanger
is aangesioten. Het bereik loopt van 9,300 tot 12,000 GHz (of 0,000 GHz).
Fijnafstemming kan worden gedaan in stappen van +10 MHz. Deze FYN AFST instelling moet alleen worden uitgevoerd als blijkt dat alle
kanalen er naast staan. Dit zal vooral zichtbaar zijn bij zwakke ontvangst (bijvoorbeeld tijdens regen) wanneer witte en zwarte spijkers in
het beeld te zien zijn. Gebruik FYN AFST om deze spijkers tot een minimum terug te brengen.
Fijnafstemming is bedoeld om de zogenaamde frequentiedrift van de LNB binnen zekere grenzen te kunnen compenseren; het kan echter
niet worden gebruikt om een slechte schotelafstelling of de nadelen van een te kleine schotelantenne op te vangen.
Met TV/SAT kunt u de tv aansturen als deze via SCART aan de ontvanger is aangesloten. Daarbij zijn de volgende opties mogelijk:
-
is TV/ISAT ingesteld op AUTO,
dan zal de tv automatisch op het satellietkanaal springen als de satellietontvanger wordt
ingeschakeld. Wordt de ontvanger weer uitgeschakeld, dan keert de tv weer terug op het oorspronkelijke kanaal;
-
is TV/SAT ingesteld op TV dan zal het satellietkanaal op de tv uitsluitend met de hand kunnen worden gekozen.
(Tijdens een programma zal de ty niet automatisch op het satellietkanaal overschakelen.)
De tv wordt bestuurd via een gelijkspanningssignaal op pen 8 van de SCART-aansluiting. Is uw tv niet via de SCART aan de ontvanger
aangesloten, negeer dan de instelmogelijkheden van TV/SAT.
De instelling TAAL werkt op alle schermteksten. De talen waaruit een keuze kan worden gemaakt, zijn: Engels, Duits, Spaans, Nederlands,
Italiaans, Frans, Pools, Noors, Zweeds, Deens en Fins.
K_ DE SATELLIETEN OP DE C- EN DE TELECOMBAND
Om satellieten te kunen ontvangen die uitzenden op de C-band, dient de BAND-schakelaar onderop de ontvanger in de positie C te
worden gezet (voor alle andere uitzendingen dient deze op NORMAL
te staan). Deze schakelaar keert het videosignaal om. Staat deze
schakelaar niet in de juiste stand, dan zal het beeld op de tv gestoord zijn. (Voordat u op de C-band afstemt, dient de interne oscillator van
de ontvanger op 0 GHz te worden gezet.)
Om uitzendingen op de Télécomband te kunnen ontvangen, dient de DE-EMPH-schakelaar (onderop de ontvanger) in de stand JI7 te
worden gezet en in alle andere gevallen op NORM. Deze schakelaar wijzigt de de-emphasis van het geluid bij brede audiokanalen; bij smalle
kanalen zal deze schakelaar geen effect hebben.
De schakelaars voor BAND en DE-EMPH zijn te bedienen met een klein schroevendraaiertje of iets dergelijks.
L_SATELLIETRADIO
Bij elk satellietkanaal wordt het geluid op een van de bijbehorende frequenties meegezonden.
Bij veel kanalen worden de overige
geluidskanalen gebruikt om uitzendingen van satellietradio mee te zenden.
Een aantal van de kanalen op de ontvanger is al vooringesteld op een aantal radiostations waarvan de gegevens te vinden zijn op de
meegeleverde Satelliet Overzicht. Wordt zo'n radiokanaal gekozen, dan wordt het beeld automatisch uitgeschakeld, behalve voor de
systeemmeldingen op het scherm.
Is de ontvanger aangesloten op een stereoversterker (zie hoofdstuk | 5B), dan kan tijdens het luisteren naar satellietradio de tv uiigeschakeld
blijven.
NL-17