Fcc-Verklaring - Medtronic MiniLink REAL-Time Guia Del Usuario

MiniLink-zender los van de sensor terwijl u met een vliegtuig reist, of wanneer
storing met andere zendapparatuur optreedt.
De sensor moet worden verwijderd als de inbrengplaats rood, pijnlijk of
gevoelig is, gaat bloeden, of geïrriteerd of ontstoken raakt, of wanneer u zonder
aanwijsbare reden koorts krijgt.
Verwijder de optionele afdekpleister als deze huidirritatie veroorzaakt.
De sensor kan speciale maatregelen ten behoeve van uw gezondheidstoestand
en uw medicatie noodzakelijk maken. Bespreek het gebruik van de sensor eerst
met uw arts.
Wacht na het inbrengen van de sensor 5 minuten alvorens de zender op de
sensor aan te sluiten.
• Controleer eerst of er geen bloeding is opgetreden op de inbrengplaats.
• Als er een bloeding is opgetreden, druk dan een steriel gaasje of een schone
doek op de inbrengplaats totdat de bloeding stopt. Pas als de bloeding is
gestopt, sluit u de MiniLink-zender op de sensor aan.
• Als de bloeding nog steeds aanhoudt na 3 minuten, verwijder dan de sensor
en gooi deze weg. Breng een nieuwe sensor aan op een andere plaats.
Neem contact op met de HelpLine of de bereikbaarheidsdienst als u bijwerkingen
ondervindt die te maken hebben met de MiniLink-zender of sensor. Zie voor
gegevens de bijgeleverde adressenlijst.
Opmerking: De MiniLink-zender is bestand tegen normale
elektromagnetische storing, zoals bijvoorbeeld van
beveiligingssystemen op luchthavens.
Voorzorgsmaatregelen
Stel een wisselschema op voor het selecteren van inbrengplaatsen voor de
sensor. Vermijd plaatsen met littekenweefsel, plaatsen die door kleding worden
afgekneld en plaatsen die tijdens lichaamsbeweging sterk in beweging zijn.

FCC-verklaring

Dit apparaat voldoet aan de voorschriften van de Amerikaanse Federale
Communicatie Commissie (FCC) en de internationale normen inzake
elektromagnetische compatibiliteit.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking dient te voldoen
aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke
stoorsignalen afgeven en (2) dit apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele
- 72 -