C
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
OPGELET
• Schakel het apparaat altijd uit en haal de stekker uit
het stopcontact voordat u onderdelen reinigt, in elkaar
zet of uit elkaar haalt.
• Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit in
water of een andere vloeistof.
• Gebruik nooit oplosmiddelen, chemische of schurende
reinigingsmiddelen, staalborstels, scherpe voorwerpen of
schuursponsjes om het toestel schoon te maken.
• Maak het toestel regelmatig schoon. Houd de beschermroosters
en ventilatieopeningen aan de achterkant van de motorbehuizing
vrij van stof of vuil. Gebruik voor een snelle reiniging een
stofzuiger om deze onderdelen schoon te maken.
• Maak het toestel schoon met een zachte doek, licht bevochtigd in
water of een mild sopje. Veeg het toestel na reiniging droog met
een schone doek. Zorg ervoor dat er geen water of een andere
vloeistof in de motorbehuizing of controledoos terechtkomt.
Laat volledig drogen.
• Maak voor een grondige reiniging de beschermroosters en
ventilatorbladen los. Veeg alle onderdelen droog voordat u ze
weer op de ventilator monteert.
Opslag
• Haal de stekker altijd uit het stopcontact voordat u het toestel
opbergt.
• Bewaar het toestel in een koele, droge en stofvrije ruimte, buiten
het bereik van kinderen en huisdieren.
• Bewaar de verpakking en gebruik deze om uw toestel op te
bergen wanneer u denkt die langere tijd niet te gebruiken.
25
NL