VOORZIENINGEN OP HET VOORPANEEL
@ Multiplexfilterschakelaar (MPX FILTER)
Deze schakelaar werkt alleen tijdens opnemen
met het Dolby
systeem. (zie blz. 49)
Opnameniveauregelaar (REC LEVEL)
© Opnamebalansregelaars (REC BALANCE)
@ Timerfunktieschakelaar (TIMER)
REC:
In deze stand zetten voor timer-geregeld opnemen.
PLAY:
In deze stand zetten voor timer-geregeld weergeven.
OFF:
Zet de keuzeschakelaar
in deze stand wanneer
de timer niet
gebruikt wordt. (Laat deze schakelaar gewoonlijk in deze stand.)
@ Hoofdtelefoonniveauregelaar (PHONES LEVEL)
Gebruikt
om
het
volume
te
regelen
bij luisteren
met
de
hoofdtelefoon.
@ Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
Voor aansluiting van standaard stereo hoofdtelefoon.
@ Cassettedeur
Open en sluit deze deur door op de OPEN/CLOSE
toets te
drukken, om de cassette te laden of te verwijderen.
@ Terugspoeltoets (<<)
Druk op deze toets om de band terug te spoelen. Deze toets wordt
ook gebruikt voor muziekopsporing tiidens weergave. (zie blz. 46)
© Stoptoets (mm)
@ Weergavetoets (> )
42
<RRD1062>
Ne
@ Vooruitspoeltoets (>> )
Druk deze toets in om de band snel vooruit te spoelen. Deze toets
wordt ook gebruikt voor muziekopsporing tijdens weergave.
(zie
biz. 46)
@ Opnametoets (@)
De eentoets opnamepauzefunktie
(opnamestandbyfunktie)
wordt
ingeschakeld wanneer deze toets wordt ingedrukt.
@® Pauzetoets (II)
Het bandtransport kan tijdelijk worden stilgezet door deze toets
tiidens opnemen of weergeven in te drukken. Druk nogmaals op
deze toets om opnemen of weergeven te hervatten. De toets werkt
niet tijdens vooruit- of terugspoelen.
@ Opnamedempingtoets (0)
Druk op deze
toets om
een
onopgenomen
gedeelte
aan
te
brengen tijdens het opnemen. (zie blz. 47).
@ Meterbereikkeuzeschakelaar (METER RANGE)
Hiermee
wordt het schaalbereik
"WIDE"
(breed) of "EXPAND"
(vergroot) van de niveaumeter ingesteld. (zie blz. 49).
@ MONITOR keuzeschakelaar
Voor meeluisteren
met het geluid tijdens het opnemen.
Deze
schakelaar kan worden gebruikt om het geluid van de bron en het
Zojuist opgenomen geluid met elkaar te vergelijken.
Normaal
zal het toestel echter automatisch
het geluid van de
weergegeven band kiezen zodra weergave begint, of het zojuist
opgenomen geluid zodra opname begint. (zie biz. 47)
@ Voorspanningregelaar (BIAS)
Het is mogelijk de voorspanning bij te regelen overeenkomstig de
gebruikte bandsoort en de op te nemen bron. (zie biz. 48).
@ Opnameniveau-fijnafstellingsregelaar
(REC CALIBRATION LEVEL)
De automatische bandselektor (AUTO TAPE SELECTOR) van dit
toestel past de opnamekarakteristieken
aan de gebruikte band
aan. Juiste bijstelling van de REC CALIBRATION LEVEL-regelaar
maakt
optimaal
gebruik van
de gegeven
bandkarakteristieken
mogelijk, voor nog betere opnameresultaten. (zie blz.48)