Reservoir leegmaken
Alleen toelaatbaar bij stoffen met
arbeidsplaatsgrenswaarden > 1 mg/m
- Netstekker uit de contactdoos trekken.
- Vergrendelingen (8) openen. Bovendeel (7) van
het reservoir (9) nemen.
- Reservoir ledigen.
Vlies-filterzak afvoeren
- Netstekker uit de contactdoos trekken.
- Mondbeschermer opdoen.
- Vergrendelingen (8) openen. Bovendeel (7) van
het reservoir (9) nemen.
- Vlies-filterzak (5) voorzichtig van de zuigopening
(10) naar achteren uittrekken. Rand van de vlies-
filterzak afsluiten door het deksel om te klappen.
- Zuigproduct conform de wettelijke voorschriften
als afval afvoeren.
- Nieuwe vlies-filterzak plaatsen (zie hoofdstuk
8.1).
PE-afvoerzak afvoeren (apart verkrijgbaar)
- Netstekker insteken.
- Schakel de nat-droog-stofzuiger in en schud het
filter: Schakelaar (2) op de stand „IR" zetten.
- Schakel de nat-droog-stofzuiger uit: Schakelaar
(2) op de stand „0" zetten.
- Mondbeschermer opdoen.
- Vergrendelingen (8) openen. Bovendeel (7) van
het reservoir (9) nemen. Vóór het wegnemen van
het bovendeel de schakelaar (2) op de stand „I"
zetten, zodat eventueel vrijkomend stof wordt
opgezogen.
- PE-afvoerzak (apart verkrijgbaar) voorzichtig van
de zuigopening (10) naar achteren uittrekken.
Rand van de PE-afvoerzak (apart verkrijgbaar)
afsluiten door het deksel om te klappen.
- Zuigproduct conform de wettelijke voorschriften
als afval afvoeren.
- Nieuwe PE-afvoerzak plaatsen (zie hoofdstuk
8.2).
12. Onderhoud
12.1 Algemene informatie
Vóór het onderhoud altijd het apparaat
uitschakelen en de netstekker uit de contact-
doos trekken. Zorg ervoor dat de stekker niet
onbedoeld in de contactdoos kan worden
gestoken.
Het apparaat reinigen (zie hoofdstuk 11.).
Voor onderhoud door de gebruiker moet de nat-
droog-stofzuiger uit elkaar worden gehaald, gerei-
nigd en onderhouden, voor zover mogelijk, zonder
het onderhoudspersoneel of anderen in gevaar te
brengen.
Voorzorgsmaatregelen
Geschikte preventieve maatregelen zijn: het
reinigen van het apparaat voor het demonteren; het
zorgen voor een adequate ventilatie daar waar de
nat-droog-stofzuiger wordt gedemonteerd; schoon-
maken van de plek waar het onderhoud wordt
verricht en het voorzien in de juiste beschermende
kleding en apparatuur.
12.2 Vermindering van het zuigvermogen
Wanneer het zuigvermogen afneemt, dienen de
3
volgende maatregelen te worden genomen:
.
1. Reinigen van de filtercassettes door het elektro-
magnetische trilmechanisme in te schakelen
(schakelaar (2) op de stand „IR" zetten).
2. Reservoir legen of vlies-filterzak (5) resp. PE-
afvoerzak (apart verkrijgbaar) vervangen.
3. Vervang de filtercassettes (14).
12.3 Vervang de filtercassettes (14)
De filtercassettes (14) voor het verwisselen van het
filter nog eenmaal afschudden door het elektromag-
netische trilmechanisme in te schakelen (schake-
laar (2) op de stand „IR" zetten).
Met een munt of vergelijkbaar voorwerp de vergren-
delknop (12) van de grendel (11) 90° tegen de klok
in draaien en de grendel (11) naar achteren
drukken. Klap de kap omhoog en trek de filtercas-
settes (14) omhoog om ze te verwijderen. De uitge-
nomen filtercassettes direct in een stofdichte kunst-
stof zak afsluiten en volgens voorschrift als afval
afvoeren. Plaats nieuwe filtercassettes en zorg
ervoor dat ze goed op hun plaats zitten.
12.4 Motorveiligheidsfilter
Motorveiligheidsfilter regelmatig controleren.
Wanneer het motorveiligheidsfilter (13) verontrei-
nigd is, wijst dit op defecte filtercassettes (14):
- Vervang de filtercassettes (14).
- Het motorveiligheidsfilter (13) vervangen of onder
stromend water uitwassen, laten drogen en weer
inbrengen.
12.5 Watersensor
13. Storingen verhelpen
Als het volumestroom-controlelampje (3) knippert,
betekent dit dat de vliesfilterzak moet worden
geleegd.
Vermindering van het zuigvermogen:
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk Reiniging in
acht.
• Filtercassettes (14) verontreinigd? - reinigen.
• Vlies-filterzak (5) vol? - vervangen.
• PE-afvoerzak (apart verkrijgbaar) vol? -
leegmaken.
• Reservoir (9) vol? - leegmaken.
• Motorveiligheidsfilter (13) dichtgelopen? - zie
hoofdstuk 12.
• Mondstuk, buis of slang verstopt ? - reinigen.
Apparaat start niet:
• Stekker in stopcontact?
• Stroomnet zonder spanning?
• Voedingskabel in orde?
Nederlands
BELANGRIJK - De watersensor
regelmatig reinigen en bij tekenen
van beschadiging onderzoeken.
43