Afsluitende inspectie
Controleer of er geen onderdelen in de verpakking zijn achtergebleven.
Inspecteer de lift op tekenen van slijtage en beschadiging.
Controleer alle vier de zwenkwielen en zwenkwielvergrendelingen.
Controleer alle aansluitingen en bevestigingen zoals schroeven en bouten.
Controleer de werking van de noodstopknop door deze te activeren en vervolgens op
de knop "omhoog" of "omlaag" te drukken. Als er niets gebeurt na het indrukken van
de knop "omhoog" of "omlaag" werkt de noodstop naar behoren.
Pak de handbediening, druk op de knop "omhoog" en laat de tilarm helemaal omhoog
gaan. Druk vervolgens op de knop "omlaag" en laat de tilarm helemaal omlaag gaan.
Test de functie voor aanpassing van de onderbreedte. Druk op de knop voor aanpass-
ing van de onderbreedte om het onderframe volledig te verbreden en druk vervolgens
op de andere knop om het onderframe weer smaller te maken.
Test de werking van de lift door een persoon (geen zorgvrager) te tillen met een
goedgekeurde tilband. Controleer daarbij de nooddaalfunctie met een persoon in de
lift. (Zie het gedeelte Nooddaalfunctie).
Als de lift naar behoren werkt, sluit u de lader aan en controleert u of het oplaadlampje
op het bedieningsconsole werkt.
N.B.!
Voordat de lift de eerste keer gebruikt wordt:
• moet deze ten minste 4 uur worden opgeladen. (Zie het gedeelte Accu opladen).
• de serviceteller van de bedieningsconsole moet worden gereset. Om de
servicetellers te resetten, houdt u gedurende 5 seconden beide liftknoppen op de
handbediening tegelijkertijd ingedrukt. Een audiosignaal geeft aan dat de teller is
gereset.
Bewaar de handleiding zodat deze voor gebruikers van het product bij de hand is.
108
I F U