Descargar Imprimir esta página

HIKOKI D 36DYA Instrucciones De Manejo página 45

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 53
Veiligheidsinstructies bij het gebruik van lange boren
1. Werk nooit op een hogere snelheid dan de
maximale snelheidsindex van de boor.
Bij hogere snelheden raakt de boor waarschijnlijk
verbogen als hij ongehinderd kan ronddraaien zonder
contact te maken met het werkstuk, met persoonlijk
letsel tot gevolg.
2. Begin altijd op lage snelheid te boren, waarbij de
boorpunt in contact komt met het werkstuk.
Bij hogere snelheden raakt de boor waarschijnlijk
verbogen als hij ongehinderd kan ronddraaien zonder
contact te maken met het werkstuk, met persoonlijk
letsel tot gevolg.
3. Oefen alleen druk uit precies in lijn met de boor en
oefen geen bovenmatige druk uit.
Boren kunnen verbuigen, wat leidt tot een breuk of
verlies van controle, met als gevolg persoonlijk letsel.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
1. Zorg ervoor dat de plek waar u gaat boren of schroeven
volledig vrij is van verborgen obstakels, zoals
elektrische bedrading, water- of gasleidingen. Boren of
schroeven in de hierboven genoemde objecten kan
leiden tot elektrische schokken of kortsluiting,
gaslekken of andere gevaren die kunnen leiden tot
ernstige ongelukken of letsel.
2. Houd het gereedschap goed vast terwijl u ermee aan
het werk bent. Doet u dit niet, dan kunnen ongelukken
of verwondingen het gevolg zijn. (Afb. 2)
3. Gebruik alleen de zijhandgreep die is meegeleverd.
4. Installeer boortjes en accessoires op een veilige manier
volgens de instructiehandleiding.
5. Zet het werkstuk goed vast. Een werkstuk dat met
klemmen of een bankschroef is vastgezet, is veiliger
dan een werkstuk dat u met de hand vasthoudt.
6. Inrichten en controleren van de werkomgeving.
Controleer of de werkomgeving geschikt is aan de hand
van de voorzorgsmaatregelen.
7. Draag geen handschoenen van materiaal dat
gemakkelijk opstroopt, zoals katoen, wol of andere stof.
8. Wanneer u de draaisnelheid verandert met de
schakelhendel, moet u eerst controleren of de
hoofdschakelaar uit staat. Als de draaisnelheid wordt
veranderd terwijl de motor nog draait, zal de
overbrenging beschadigd worden.
9. De machine laten rusten na continu werk.
10. Na continu vastdraaien van houtschroeven dient u de
machine 15 minuten of zo te laten rusten wanneer u de
accu vervangt. De temperatuur van de motor,
schakelaar enz. zal flink stijgen als u direct weer begint
te werken nadat de accu vervangen is, hetgeen
uiteindelijk kan resulteren in doorbranden van de
machine.
11. De motor kan tot stilstand komen wanneer het
gereedschap overbelast wordt. Laat de schakelaar
onmiddellijk los wanneer dit gebeurt en verhelp de
oorzaak van de overbelasting.
12. Raak metalen delen van de behuizing van het
gereedschap, de boortjes of de spaanders niet direct
na gebruik aan omdat deze zeer heet zullen zijn.
13. De motor kan plotseling stoppen met draaien wanneer
de machine als boor wordt gebruikt. Wees voorzichtig
dat de haakse boormachine niet vastloopt en de motor
niet plotseling stopt met draaien wanneer u de machine
als boor gebruikt.
14. Als de motor vastloopt, moet u onmiddellijk de stroom
uitschakelen. Als de motor langere tijd weigert te
draaien, is de motor of de accu mogelijk doorgebrand.
15. Oefen tijdens het gebruik geen overmatige kracht uit.
Hierdoor wordt niet alleen de punt van de boor
beschadigd, maar wordt ook de levensduur van het
elektrisch gereedschap verkort.
16. Een boor kan afbreken bij het penetreren van een
geboord gat. Wanneer de boor bijna doordringt, verlicht
dan de druk op het elektrisch gereedschap en ga door
met boren totdat de boor doordringt.
17. Bij het boren van gaten met een gatenzaag wordt de
reactiekracht op uw arm groter naarmate de diameter
groter is dan bij het gebruik van een gewone ijzeren
boor.
Om te voorkomen dat u de controle over de boor
verliest door de reactiekracht, moet u ervoor zorgen dat
u stevig staat, het gereedschap stevig ondersteunt met
beide handen en gaten loodrecht op het geboorde
materiaal boort.
Indrukken met overmatige kracht of wrikken kan leiden
tot controleverlies door de reactiekracht, wat kan leiden
tot letsel en schade aan de punt van de gatenzaag.
Bovendien wordt het gereedschap dan eerder gestopt
door de overbelastingsbeveiliging.
18. Gebruik de beschermer niet om het gereedschap op te
hangen.
19. Kijk niet direct in het licht van het lampje. Dit zou
oogletsel kunnen veroorzaken.
Verwijder met een zachte doek alle vuil of vervuiling
vastgehecht aan de lens van de LED-lamp, waarbij u
erop let dat u geen krassen op de lens maakt.
Krassen op de lens van de LED-lamp kan resulteren in
verminderde helderheid.
20. Als u op hoge locaties werkt, moet u het gebied
vrijmaken van andere mensen en u bewust zijn van de
omstandigheden onder u.
21. Laad de accu altijd op bij een temperatuur van 0°C–
40°C. Een temperatuur van minder dan 0°C zal
overlading veroorzaken, wat gevaarlijk is. De accu kan
niet worden opgeladen bij een temperatuur hoger dan
40°C. De geschiktste temperatuur voor opladen ligt
tussen de 20°C–25°C.
22. Gebruik de acculader niet continu.
Wacht ongeveer 15 minuten nadat u een accu hebt
opgeladen voordat u begint met het opladen van een
andere accu.
23. Voorkom dat stof of vuil in de aansluitopening van de
accu terecht komt.
24. Demonteer de accu of acculader niet.
25. Voorkom kortsluiting van de accu. Kortsluiten van de
accu zal resulteren in een grote stroom en
oververhitting. Dit zal resulteren in brandwonden en
schade aan de accu.
26. Gooi de accu niet in het vuur. Een brandende accu kan
ontploffen.
27. Breng de accu naar de winkel waar deze gekocht werd,
nadat deze na opladen onvoldoende kracht heeft voor
praktisch gebruik. Gooi een uitgewerkte accu niet
zomaar weg.
28. Steek nooit voorwerpen in de ventilatie-openingen van
de acculader.
Als er voorwerpen of ontvlambaar materiaal in de
ventilatie-openingen van de acculader wordt gestoken,
kan dit resulteren in een elektrische schok of schade
aan de acculader.
29. Bij doorlopend gebruik is het mogelijk dat deze machine
oververhit raakt, hetgeen kan leiden tot schade aan de
motor en de schakelaar. Daarom geeft u het
gereedschap een tijdje pauze wanneer de behuizing
heet wordt.
30. Zorg ervoor dat de accu goed geïnstalleerd is. Als de
accu niet goed genoeg vast zit, kan hij los komen en
een ongeluk veroorzaken.
45
Nederlands

Publicidad

loading