2) Beweeg de kijker naar of van uw ogen toe/af totdat het beeld geen scha-
duw meer vertoont.
Als u een bril draagt, druk dan uw brilglazen tegen de rubberen oogschel-
pen, dit maakt het vinden van de correcte afstand eenvoudiger.
3) Scherpstellen op het onderwerp.
Draai de scherpstelring naar links voor onderwerpen dichtbij.
Draai de scherpstelring naar rechts voor onderwerpen veraf.
Als het gezichtsveld van uw linker- en rechteroog grote verschillen
vertoont, stel de kijker dan scherp met één oog (meestal het dominante
oog).
Jp
En
De
Fr
Es
It
Ru
No
Se
Fi
Nl
Dk
Ro
Pl
Hu
Cz
113