Patiëntendoelgroep
De patiënt zelf staat niet in direct contact met het product. De patiëntendoelgroep wordt
daarom bepaald door het aangesloten apparaat.
Bij het gebruik van het aftappunt volgens het beoogde doel staat niet de bescherming van de
patiënt op de voorgrond, maar de bescherming van de personen in de directe omgeving. Dat
geldt vooral voor het medische personeel.
Beoogde gebruikers
Het medische hulpmiddel is bedoeld om door deskundig, medisch geschoold personeel te
worden gebruikt (therapeuten, verplegend personeel, artsen).
Bediening
Voer iedere keer voor gebruik een visuele controle en een functiecontrole uit. Controleer de
drukring visueel op zichtbare beschadigingen of verontreiniging en bedien hem daarna om te
kijken of hij goed werkt.
Sluit voor het maken van de verbinding een AGFS-stekker of een slang met een AGFS-
aansluiting van het type 1L aan op het aftappunt.
De stekker kan van het aftappunt worden losgekoppeld door op de drukring van het aftappunt
te drukken. Houd de stekker daarbij altijd met de hand vast! De afzuiging wordt onderbroken.
Reiniging
Het aftappunt kan met de gebruikelijke reinigings- en desinfectiemiddelen vochtig worden
gereinigd. Let er bij het reinigen op dat er geen vloeistof binnendringt in het aftappunt. Laat
het aftappunt helemaal drogen voor het opnieuw wordt gebruikt. Volg het hygiëneplan van de
gezondheidsinstelling op.
Installatie
•
Allereerst moet de inbouwbehuizing voor de hollewand-/inbouwuitvoering in de wand of
muur worden aangebracht!
•
Montage in holle wand: Zet de behuizing vast met 6 schroeven links en rechts, soldeer de
buizen vast aan het buizensysteem.
•
Inbouwmontage: Gips de behuizing vast in de muur, soldeer de buizen vast aan het
buizensysteem.
•
Koppel het aftappunt met behulp van de aansluitleidingen aan de buizen resp.
ejectoraansluitingen (ejector heeft een steekverbinding en wordt vastgezet met een
moer!)
•
Schuif het aftappunt met het frontpaneel in de behuizing en zet het vast met 2 schroeven.
•
Aan- en afvoersystemen: Bevestig het aftappunt met 2 schroeven, sluit de ejector aan op
de luchtafzuigleiding en fixeer hem met een moer.
•
Verbind het aftappunt, de ejector en de leidingaansluitingen met de aansluitleidingen.
•
Zuigcapaciteit met de klepspindel (11-uur-stand) met zeskantsleutel SW 2,5 instellen
•
Sticker op de drukring aanbrengen; let erop dat het bedrijfslampje vrij is!
•
Anesthesiegastransportsysteem volgens DIN EN ISO 7396-2 controleren
33
www.greggersen.com