Veiligheid
Inspectie van de onderhoudsomgeving
• Voor het gebruik is het niet toegestaan dat er koelmiddel in de ruimte lekt.
• Het gebied van de ruimte waarin het onderhoud plaatsvindt, moet in overeenstemming zijn met deze handleiding.
• Tijdens het onderhoud moet er constante ventilatie zijn.
• Open vuur of warmtebronnen met een hoge temperatuur hoger dan 548 graden die gemakkelijk tot open vuur kunnen
leiden, zijn niet toegestaan in de onderhoudsruimte.
• Tijdens het onderhoud moeten de telefoons en de radioactieve elektronica van alle medewerkers in de ruimte zijn
uitgeschakeld.
• In de onderhoudsruimte moet één poeder of kooldioxideblusser aanwezig zijn, en de brandblusser moet beschikbaar zijn.
Voorschriften voor de onderhoudslocatie
• De onderhoudslocatie moet goed geventileerd en vlak zijn. Het is niet toegestaan de onderhoudslocatie in de kelder te
maken.
• Laszone en niet-laszone moeten op de onderhoudslocatie worden gescheiden en duidelijk worden aangegeven. Tussen
de twee zones moet een bepaalde veiligheidsafstand worden aangehouden.
• Op de onderhoudslocatie moeten ventilatoren worden geïnstalleerd en kunnen afzuigventilatoren, ventilatoren,
plafondventilatoren, vloerventilatoren en speciale afzuigkanalen worden aangebracht, om te voldoen aan de eisen van
het ventilatievolume en de uniforme afvoer, en om ophoping van koelgas te voorkomen.
• Er moet lekdetectieapparatuur voor brandbaar koelmiddel worden geïnstalleerd, waarbij een beheersysteem moet
worden ingesteld. Vóór het onderhoud moet worden bevestigd of de lekdetectieapparatuur beschikbaar is.
• Er moeten voldoende speciale vacuümpompen voor ontvlambare koelmiddelen en apparatuur voor het laden van
koelmiddelen aanwezig zijn en er moet een beheersysteem voor de onderhoudsapparatuur zijn ingesteld. Er moet voor
gezorgd worden dat de onderhoudsapparatuur alleen kan worden gebruikt voor het vacumeren en laden van één type
brandbaar koelmiddel, en dat gemengd gebruik niet is toegestaan.
• De hoofdschakelaar moet buiten de onderhoudslocatie worden geplaatst, met een beschermende (anti-explosieve)
voorziening.
• Stikstofcilinders, acetyleencilinders en zuurstofcilinders moeten afzonderlijk worden geplaatst. De afstand tussen
bovenstaande gascilinders en de bij open vuur betrokken werkruimte moet ten minste 6 m bedragen. Voor de
acetyleencilinders moet een terugslagklep zijn geïnstalleerd. De kleur van de geïnstalleerde acetyleencilinders en
zuurstofcilinders moet voldoen aan de internationale voorschriften.
• Het waarschuwingsbord "Geen vuur", "Niet roken" of "Anti statisch" moet worden geplaatst in de onderhoudsruimte.
• Een brandbestrijdingsapparaat dat geschikt is voor elektrische apparaten, zoals een poederblusser of een
kooldioxideblusser, moet aanwezig zijn en moet altijd beschikbaar zijn.
• De ventilator en andere elektrische apparatuur op de onderhoudslocatie moeten relatief vast worden opgesteld, met
een gestandaardiseerd leidingverloop. Tijdelijke draden en stopcontacten op de onderhoudslocatie zijn niet toegestaan.
Methoden voor lekdetectie
• De omgeving waarin de koelmiddellekkage wordt gecontroleerd, moet vrij zijn van potentiële ontstekingsbronnen.
Lekdetectie met halogeensondes (of een andere detector met open vuur) moet worden vermeden.
• Voor het systeem dat vlambaar koelmiddel bevat, kan de lekdetectie worden gecontroleerd met elektronische
lekdetectieapparatuur. Tijdens de lekdetectie moet de omgeving waarin de lekdetectieapparatuur wordt afgesteld, vrij
zijn van koelmiddel. Er wordt gegarandeerd dat de lekdetectieapparatuur geen potentiële ontstekingsbron wordt, en
van toepassing is op het te detecteren koelmiddel. De lekdetectieapparatuur wordt ingesteld op een percentage van de
LFL van het koelmiddel en wordt gekalibreerd op het gebruikte koelmiddel, waarbij het juiste percentage gas (maximaal
25%) wordt bevestigd.
• De vloeistof die voor de lekdetectie wordt gebruikt, moet geschikt zijn voor de meeste koelmiddelen. Het gebruik van
chloorhoudend oplosmiddel moet worden vermeden om een chemische reactie tussen chloor en koelmiddel en corrosie
van koperen pijpleidingen te voorkomen.
• Wanneer lekkage wordt vermoed, moet het open vuur op de locatie worden afgevoerd of gedoofd.
• Indien op de plaats van het lek moet worden gelast, moeten alle koelmiddelen met een afsluiter worden geïsoleerd op
een plaats die ver van het lek verwijderd is. Voor en tijdens het lassen wordt het gehele systeem gezuiverd met OFN.
6