Verbindingsfuncties (CONNECT Function)
Als Dual Move en Dual Pex verbonden zijn, stelt u „ON" in
13.A
zodat u de combinatiefuncties kunt gebruiken, afhankelijk
van hun status.
Apicaal automatische omkeer (APICAL Reverse - APA)
Automatisch omkeren als de vijl het referentiepunt bereikt
13.B
(*). Automatisch herstarten zodra ze terug boven het
referentiepunt komt.
Fabrieksinstelling van geavanceerde functie voor elk geheugen:
Functie
Apicale omkering (APR)
Automatisch Starten & Stoppen (ASS)
Apicale vertraging (ASD)
(*) De positie van het referentiepunt (RP) wordt ingesteld via de Dual Pex interface en dan automatisch doorgestuurd
naar Dual Move en als een cursor weergegeven op het Dual Move scherm. Als de vijl het referentiepunt nader, zal Dual
Move met de APICALE omkering beginnen, APICALE vertraging in functie van hun respectieve status (ON / OFF).
Fig. 13.F Referentiepunt (RP) bepaald via de
interface van de apex localisator
• Gebruik alleen de originele gegevensoverdrachtkabel, anders kan het toestel schade oplopen.
• Behandel de toestellen met zorg.
• Niet gooien, schudden of schokken met de toestellen. Geen vloeistoffen over de toestellen gooien.
• Zorg ervoor dat de toestellen correct zijn verbonden.
• Nadat de twee toestellen verbonden zijn, trekt en duwt u zachtjes aan de stekkers om zeker te zijn van
een stabiele verbinding en een correcte overdracht van de gegevens.
• In sommige gevallen kan de positie van de vijl niet (geblokkeerd kanaal), of niet juist (abnormaal of
ongewoon wortelkanaal) bepaald worden. Een röntgenfoto kan nodig zijn om de resultaten te bevestigen.
• Als de getoonde positie van de vijl niet beweegt als de vijl in het wortelkanaal dringt, werkt het toestel
misschien niet goed. Gebruik het niet verder en neem contact op met de dienst naverkoop.
14. Onderhoud
14. 1. Inleiding
• Draag handschoenen en volg de instructies zorgvuldig om kruisbesmetting te vermijden als u het
onderhoud uitvoert.
• We verwijzen naar uw nationale richtlijnen, normen en eisen voor het reinigen, ontsmetten en
steriliseren.
• Het toestel en de onderdelen zijn voor het eerste gebruik niet ontsmet of gesteriliseerd. Volg a.u.b.
de nodige stappen voor de eerste behandeling.
• Elk onderdeel heeft zijn specifi eke reinigings- en ontsmettingsprotocols. Volg zeker de juiste
procedure hieronder als u het dagelijkse onderhoud uitvoert.
64
13.C
13.D
M1, M2, M3
Geactiveerd (ON)
Geactiveerd (ON)
Uitgeschakeld (OFF)
Fig. 13.G Nieuwe positie voor RP
Automatische start stop (AUTO Stt Stp – ASS)
Als de vijl in het gat van het kanaal komt, start de motor
automatisch. Als de vijl het gat van het kanaal verlaat, zal
het automatisch stoppen.
APICAAL vertraging (Apical Slow Down - ASD)
Automatisch vertragen zodra de vijl het referentiepunt
voorbij is (*).
M4, M5, M6
Uitgeschakeld (OFF)
Geactiveerd (ON)
Geactiveerd (ON)
Fig. 13.H RP is bereikt