1. Haal het apparaat en de afzonderlijke onderdelen uit de verpakking.
Opmerking: Voordat u uw convector voor de eerste keer gebruikt, is het noodzakelijk de twee
meegeleverde poten te monteren.
2. Leg de convector op een vlakke, horizontale ondergrond.
3. Draai het apparaat ondersteboven.
4. Plaats en zet elke poot vast met de meegeleverde
s c h ro e v e n ( h i e r v o o r w o r d t e e n m o nt a g e sl e u t e l
meegeleverd) aan elke kant van het apparaat.
5. Draai het apparaat met de goede kant naar boven.
6. Uw apparaat is stabiel en klaar voor gebruik.
Opmerkingen:
•
U mag uw convector nooit gebruiken als de poten niet
werden gemonteerd.
•
Trek na elk gebruik de stekker van het apparaat uit het
stopcontact.
gebruik
Eerste gebruik
Bij de eerste ingebruikneming kan uw apparaat een lichte geur verspreiden. Dit is een normaal verschijnsel.
Zorg daarom voor voldoende ventilatie. Deze geur is tijdelijk en zal snel vervagen.
Vermogensniveaus
De vermogensniveaus worden aangeduid met de symbolen "I" en "II".
•
Voor een vermogen van 1250 W zet u de keuzeschakelaar op het symbool "I".
Voor een vermogen van 2000 W zet u de keuzeschakelaar op het symbool "II".
•
Voor een vermogen van 1250 W met de turbofunctie, zet u de keuzeschakelaar
•
op het symbool "I" .
•
Voor een vermogen van 2000 W met de turbofunctie, zet u de keuzeschakelaar
op het symbool "II" .
•
Om de mobiele convector uit te schakelen, zet u de keuzeschakelaar op het
symbool "0".
Regeling van de thermostaat
Minimum veiligheidstemperatuur.
Maximale temperatuur.
•
De temperatuur kan worden geregeld met de thermostaat.
•
Draai de thermostaatknop naar de maximumtemperatuur <
I
I I
>.
0
MAX
59
V.1.0
montage