Tijdens het boren moet het werkstuk op de boortafel
(4) kunnen worden bewogen, zodat de zelfcentrering
kan plaatsvinden. Werkstuk absoluut beveiligen tegen
verdraaien. Dit geschiedt het beste door het werkstuk
te plaatsen, resp. de machinebankschroef tegen een
vaste aanslag te schuiven.
Let op! Plaatdelen moeten worden ingespannen zo-
dat deze niet omhoog kunnen worden gescheurd. Stel
de boortafel afhankelijk van het werkstuk op de juiste
hoogte en hoek in. Tussen de bovenkant van het werk-
stuk en de boorpunt moet voldoende afstand over blij-
ven.
Bedrijf Laser, afb. 21, 23
Inschakelen: Zet de aan/uit-schakelaar (16) in positie
„I" om de laser in te schakelen. Op het te bewerken
werkstuk worden twee laserlijnen geprojecteerd, waar-
bij het snijpunt het centrum van de boorpunt aangeeft.
Uitschakelen: Zet de aan/uit-schakelaar laser (16) in
positie „0".
Bedrijf werklamp, afb. 21, 24
Aanwijzing: Zorg altijd voor een goede verlichting op
de werkplek.
Inschakelen: Zet de aan/uit-schakelaar werklamp (18)
in positie „I" om de werklamp (24) in te schakelen.
Uitschakelen: Zet de aan/uit-schakelaar werklamp
(18) in positie „0".
Werksnelheden
Let tijdens het boren op het juiste toerental. Dit is af-
hankelijk van de boordiameter en het materiaal.
De onderstaande lijst helpt u bij het kiezen van de toe-
rentallen voor de verschillende materialen.
De aangegeven toerentallen zijn slechts een richt-
waarde.
ø
Gie-
Staal
Boor
tijzer
3
2200
2100
4
1700
1800
5
1550
1500
6
1400
1200
7
1200
1000
8
1000
800
82 | NL
Roest-
Alumi-
Hout
vrij
nium
staal
1200
4500
3000
1000
4000
2600
800
3500
2150
600
3000
1800
450
2500
1400
360
2000
1100
www.scheppach.com
9
910
650
10
825
500
11
740
450
12
650
400
13
610
370
14
575
340
16
500
300
Verzinken en kernboren
Met deze boormachine kunt u ook verzinken of kernbo-
ren. Let hierbij op dat het laten zakken met het laagste
toerental moet gebeuren, terwijl voor het kernboren
een hoge toerental is vereist.
Houtbewerking
Houd er rekening mee dat bij het werken met hout een
geschikte stofafzuiging moet worden gebruikt, omdat
houtstof gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid. Draag
bij werkzaamheden die stof produceren altijd een ge-
schikt stofmasker.
Metaalbewerking
Gebruik bij het boren van metalen een geschikt koel-
middel om slijtage van het gereedschap en de warmte-
vorming in het werkstuk te reduceren.
LET OP! Voorkom huidcontact en draag een veilig-
heidsbril!
11. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften. De netaanslui-
ting van de klant en het gebruikte verlengsnoer
moeten eveneens aan deze voorschriften voldoen.
Bij werkzaamheden met dit elektrisch gereedschap
alsook bij tijdelijk gebruik in de buitenlucht moet het
apparaat absoluut middels een aardlekschakelaar
met een afschakelstroom van 30 mA of minder wor-
den aangesloten.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf
uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de
motor weer worden ingeschakeld.
270
1600
850
220
1200
650
200
1050
575
180
900
500
165
800
435
150
700
370
140
580
300