•
overmatige oliedamp,
•
ongewone trillingen of stoten,
•
overmatig stof, zoals schuurstof, enz.,
•
extreme weersomstandigheden,
•
ongewone omstandigheden aan de zeekust of aan
boord van schepen.
Zorg bij het opstellen van het apparaat voor een vrije
luchttoe- en -afvoer.
Het apparaat is volgens beschermingsgraad IP23 ge-
keurd, dat wil zeggen:
•
bescherming tegen het binnendringen van vaste,
vreemde voorwerpen met Ø> 12 mm,
•
bescherming tegen sproeiwater tot en met een hoek
van 60° ten opzichte van de verticale richting.
3. b
EDIENINg
3.1 V
eiligheidsinstructies Voor de Bediening
Leg de reinigingskwast resp. de greep no-
oit zo op het werkstuk of op het werkblad
dat de elektrode resp. de reinigingskwast
van koolstofvezel in contact komt met het metalen op-
pervlak. Anders vloeit er verder stroom die tot beschadi-
gingen of zelfs gevaren kan leiden.
Schakel het apparaat altijd uit, voordat u de reinigingsk-
wast van koolstofvezel verwisselt.
Aan de elektrode kan bij een langere bewerking-
stijd een hoge temperatuur van max. 200 °C ont-
staan!
veiligheidshandschoenen, schort, beschermende bril en
luchtwegbeschermingsmasker).
Waarschuwing voor bijtende stoffen: Als de elek-
trolytvloeistof met de huid of het gezicht in aanra-
king komt, moeten de plekken onmiddellijk met
veel water worden afgewassen. Bij klachten dient een arts
- neem het etiket mee - te worden geraadpleegd.
Eet of drink niet op de werkplek en was na het werken met
elektrolyten de handen altijd grondig met zeep en veel
water.
Overmatige rookontwikkeling bij het bedrijf is een
teken van een te hoge vermogensinstelling. Het
gevolg is een te hoog verbruik van de kwast en de
elektrolyt.
3.2 V
ermogensregelAAr
Met de vermogensregelaar kunt u de gewenste reini-
gingsintensiteit traploos op de betreffende lasnaad aan-
passen. Het benodigde reinigingsvermogen hangt af van
de lasmethode, de materiaaldikte en de kwaliteit van de
/ w
ERkINg
Draag tijdens het werk ge-
schikte
beschermende
kleding
(zuurbestendige
lasnaad.
3.2.1 r
einigen
Gebruik alleen de punt van de kwast om te reinigen.
De elektrolythouder moet in de buurt van de werkplek
staan, omdat de kwast regelmatig in de vloeistof moet
worden gedompeld.
1.
De kwast en het te reinigen oppervlak moeten tijdens
het reinigingsproces vochtig worden gehouden met
de „SE-70 reinigings- en polijstelektrolyt".
2.
Spuit aan het einde in met het neutralisatiemiddel
„SN-10".
3.
Spoel met schoon water goed af om de volledige
„SE-70 reinigings- en polijstelektrolyt" te verwijderen.
4.
Reinig grondig na het gebruik (zie hoofdstuk 4. Repa-
ratie/onderhoud).
3.2.2 P
olijsten
Gebruik alleen de punt van de kwast om te polijsten.
De elektrolythouder moet in de buurt van de werkplek
staan, omdat de kwast regelmatig in de vloeistof moet
worden gedompeld.
1.
De kwast en het te polijsten oppervlak moeten tijdens
het polijstproces vochtig worden gehouden met de
„SE-70 reinigings- en polijstelektrolyt".
2.
Spuit aan het einde in met het neutralisatiemiddel
„SN-10".
3.
Spoel met schoon water goed af om de volledige
„SE-70 reinigings- en polijstelektrolyt" te verwijderen.
4.
Reinig grondig na het gebruik (zie hoofdstuk 4. Repa-
ratie/onderhoud).
37