чо
0 a © Na
10
11
12
13
14
15
17
18
- ©
& £8ERL8EBBN
зи в ад
ns
q 8
288288
POWER Aan/uit schakelaar.
:
PHONES
Aansluitbus
voor een middel- en hoogohmige
(8—600
Ohm) hoofdtelefoon
met 6.35 mm klinkstekker.
SPEAKERS A Voor de weergave van de eerste paar luid-
sprekers.
SPEAKERS B Voor de weergave van de tweede paar luid-
Toets voor het vastleggen van de programma's in het ge-
De hoge en lage tonen zijn voor het linker en rechter kanaal
gezamelijk instelbaar, in de middenstand
ist de toonregeling
neutraal. OPM.: Bij een maximale toonregeling
en vol vermogen
neemt de vervormingsfactor
toe, dit kan schadelijk
voor uw
rat
BALANCE Hiermee kunt u de balans tussen de linker en
rechter luidspreker i
, bijvoorbeeld
in een ruimte waarin
Ontvanger
PHONO Voor het weergeven van een aangesloten platen-
speler.
FM Toets voor FM-ontvangst.
MW
Toets voor omschakeling van midden naar lange golf.
CD Toets om de compactdisc
weer te geven.
VIDEO/AUX Voor het weergeven van de op bus 34 aangeslo-
ten video of cassetterecorder.
TAPE 1 Voor het weergeven van de op bus 35 en 36 aangesio-
ten cassetterecorder.
TAPE 2 Voor de weergave van bijvoorbeeld een DAT recorder,
een tweede cassetterecorder
of een hifi stereovideorecorder.
Digitale uitlezing voor de voorkeuze stations.
DIRECT Bij het indrukken van deze functie wordt de signaal-
weg verkort en rechtstreeks op de eindtrap ingestuurd, de
toonregeling
is hierdoor uit
LOUDNESS Bij het drukken van deze toets zullen de lage en
hoge tonen duidelijker geaccentueerd
worden.
VOLUME Geluidsterkte regelaar.
LED Licht bij gebruik rood op, licht fel op bij gebruik via de
Peri
ra
(Uncle MUTE 48);
IEMORY Geheugentoets.
PRESET SCAN Toets voor het zoeken van programma's
welke in het geheugen
staan.
AUTO Toets voor het zoeken van programma's (met toets 26
en 27 wordt deze functie gestart).
MONO Stereo/mono druktoets.
Toets voor het zoeken van programma's.
> In oplopende volgorde.
< In afnemende volgorde.
Indicatie
voor keuzetoetsen.
Aansluitklemmen
(75 (2) voor FM.
Aansluitklemmen
voor
AM-antenne.
GND
Aardingsklem
voor platenspeler.
PHONO
Cinchbussen
voor een platenspeler.
CD Cinchbussen
voor een CD-speler.
VIDEO AUX
Cinch (RCA) aansluitbussen
voor bijvoorbeeld
videorecorder
e.d.
TAPE 1
PLAY INPUT Cinch (RCA) Aansluitenbussen
voor het weerge-
ven van een cassetter recorder. De uitgang van de cassette
recorder wordt hierop aangesloten.
TAPE 1
REC OUTPUT
Cinchbussen verbinden met ingangsbussen
(rec, input) van het cassettedeck.
TAPE 2
PLAY INPUT Cinch (RCA) aansluitbussen met de uitgangs-
—
(play/output) van de cassettedecks verbinden.
2
REC OUTPUT Cinch (RCA) aansluitbussen met de uitgangs-
bussen (play/input)
van de cassettedecks verbinden.
Aansluitklemmen
voor de rechterluidspreker, 1. s. paar 2.
Aansluitklemmen voor de linkerluidspreker, 1. s. paar 2.
Netuitgang
wordt via funktietoets POWER
1 aangeschakeld.
Netsnoer.
Aansluitklemmen
voor het linkerkanaal van luidspreker paar 1.
Aansluitklemmen
voor
het
rechterkanaal
van
luidspreker
paar 1.
14
45
REMOTE
CONTROL DATA uitgangen
voor de afstandsbe-
dieningen van de CC 8065 alsmede de CD 1065.
46
EXT PROC OUT Voorversterker uitgang.
47
EXT PROC IN Ingangsbussen
voor een eindversterker.
Afstandsbediening
De volgende functies kunnen ook via bijgeleverde afstandsbedie-
ning bediend worden:
1
POWER
Aan/uitschakelen.
5
Toets voor het vastleggen van de programma's in het ge-
heugen.
10 PHONO Plat
11,12
TUNER Radioweergave.
13 CD Compact discweergave.
14
VIDEO
Weergave van een apparaat aangesloten op cinch-
bussen nummer 34.
15
TAPE 1 Weergave
van cassettedeck 1.
16
TAPE2 Weergave van cassettedeck 2.
Afstandsbediening
van de
complete stereo-installatie
Indien U op Uw receiver de andere op deze set aangepaste appara-
ten van de serie aansluit, kunt U de volledige installatie via de bij de
receiver bijgeleverde afstandbediening
bedienen.
— Sluit de apparaten aan zoals afgebeeld in het schema 4.
Let op: Voor de werking van de afstandsbediening
dienen de
aansluitbussen REMOTE
CONTROL
alsmede de geluids in/
uitgangen zoals afgebeeld aangesloten
worden.
— Let daarbij op dat ook de netaansluitingen
aan de achterzijde
zoals afgebeeld aangesloten worden.
— U heeft nu de mogelijkheid de andere componenten uit de serie
via de afstandbediening
aan en uit te schakelen.
Aanwijzingen
voor in gebruikname
— Eerst alle apparaten aansluiten voordat de versterker ingescha-
keld wordt.
— Alle apparaten aansluiten zoals vermeld op blz 4.
— Let er op alle aansluitingen goed aan te sluiten. Sluiting kan
schade veroorzaken.
— Plaats het apparaat (apparaten) op een stabiele ondergrond om
te voorkomen
dat het apparaat valt.
— Indien de componenten lange tijd buiten gebruik zijn, kunt u het
beste de lichtnetkabel van de versterker uit het stopcontact
verwijderen.
Altijd de stekker beetpakken en nooit aan de kabel trekken.
Ventilatie
— Led goed op voldoende ventilatie van de versterker. Het apparaat
niet geheel inbouwen om warmteontwikkeling
te voorkomen.
— Hoge omgevingstemperaturen
vermijden.
Voor uw eingen veiligheid
— Lichtnetsnoer
nooit met natte handen beetpakken.
— Let er op dat het lichtnetsnoer nooit ergens klem komt te zitten.
Het snoer ook niet forceren bij het wegwerken achter de appara-
ten. Nooit langs de verwarming
leggen.
— Indien er vloeistof in het apparaat terecht komt, direct lichtnet-
snoer uit stopcontact halen, en het apparaat door een vakman
laten controleren
en/of herstellen.
— Indien het apparaat
defect raakt, niet zelf trachten
te herstellen
doch dit overlaten aan een erkende vakman.
Aansluitgegevens
(R = rechterkanaal, L =
Platenspeler
— Sluit de platenspeler aan op de bussen PHONO 32
(zwart/rood = rechterkanaal, wit = linkerkanaal).
— Vergeet niet de aardingsdraad van de platenspeler op de aansluit-
Кет GND 31 aan te sluiten.
CD-speler
Op de bussen CD 33 kan een Compact discspeler worden aange-
sloten.
linkerkanaal)