Dual CR 900 RC Instrucciones De Manejo página 15

Cassetterecorder
— Aansluitbussen TAPE 1/PLAY INPUT 35 met de uitgangsbus-
sen (play, output) van de cassettedeck verbinden.
— Aansluitbussen TAPE 1/REC OUTPUT 36 met de ingangsbus-
sen (rec, input) van de cassettedeck verbinden.
Video-recorder of tweede cassettedeck
— Aansluitbussen TAPE 2/PLAY INPUT 37 met de audio-uit-
nn mn
ооо TAPE 2/REC OUTPUT 38 met audo-uitgange-
bussen (rec, input) van een video-recorder of tweede cassette-
deck verbinden.
2. Video-recorder
Er kan een tweede video-recorder allen voor weergave aangesloten
worden.
— Aansluitbussen VIDEO AUX 34 met audio-uitgangsbussen (play,
output) van een tweede video-recorder.
Aansluitgegevens voor luidsprekers
Er kunnen twee paar luidspreker aangesloten worden.
— De luidsprekers moeten tenminste 60 watt aan vermogen kunnen
verdragen, en een impedantie van 8 (2 hebben.
— De luidsprekers mogen niet aangesloten worden als het apparaat
aan staat.
— Luidsprekerpaar 1 —de aansluitklemmen SPEAKERS A (43, 44).
— Luidsprekerpaar 2 — de aansluitklemmen SPEAKERS B (39, 40)
— Op de aansluitklemmen kunnen kunnen maximaal kabels van 12 mm?
dikte aangesloten worden.
— Om een goede fase te garanderen (voor een goede stereoweer-
gave) moeten de aansluitkabels van de luidsprekers goed worden
aangesloten. E
— De met rood gemerkte aansluiting moet met de „+" van de
luidspreker aangesloten worden.
— De met zwart gemerkte aansluiting moet met de ,— van de
luidspreker verbonden worden.
— De kabel van de linkerluidspreker worden met de linker spreker
uitgang van de versterker verbonden, de kabel van de rechterluid-
spreker met de rechter uitgang.
Plaats van de luidsprekerboxen
Het beste is de boxen zo te plaatsen dat ze een gelijkbeninge
driehoek vormen, d.wz. dat de afstand tussen de boxen onderling
ongeveer gelijk moet zijn met de afstand die hen van de luisteraar
scheidt.
Hoofdtelefoon
De hoofdtelefoon moet een impedantie van 8 tot 600 N hebben еп
het verbindingssnoer een steker met een diameter van 6,35 mm.
De hoofdstelefoon aansluiten op bus 2.
Wanneer men alleen met de hoofdtelefoon wenst te luisteren, op de
toetsen 3 en 4 drukken zodat deze terugspringen.
Antenne aansluiting
Voor een optimale ontvangst kunt u het beste de tuner aansluiten op
een centraal- of eigen antenne systeem.
— Als u over een 75 N aansluiting beschikt kunt u deze aansluiten op
bus 29.
- — —— kunt u de bijgeleverde AM antenne
aansluiten op de bussen 30.
De middengolf antenne zo uitrichten dat er maximale ontvangst
wordt verkregen.
— Bij de erkende vakhandel kunt u alle kabels en benodigdheden
krijgen.
Aansluiting op 230 volt А
- Ой аррагаа! is geschikt voor een spanning van 230 Volt/50 Hz.
— In het apparaat blijft een spanning aanwezig ook al is deze
uitgeschakeld.
— Alle geprogrammeerde gegevens blijven in het geheugen staan
zo lang hij onder spanning staat.
Plaatsing
Om een goede werking te garanderen is het verstandig de aanwe-
zige luchtafvoer niet te belemmeren.
Aan/uitschakelen
Na eerst de luidsprekers en de antenne aangesloten te hebben kunt
u door middel van de druktoets POWER 1 het apparaat aan krijgen.
15
Keuze van het luidsprekerpaar
— Met de toetsen SPEAKERS A (3) en SPEAKERS B (4) kan
gekozen worden tussen luidsprekerpaar A en B.
— Wanneer beide schakelaars zijn ingedrukt zijn beide luidspreker-
paren in werking.
— Wanneer er slechts een luidsprekerpaar is aangesloten hoeft u
alleen de betreffende keuzetoets in te drukken.
— Wanneer geen van beide toetsen is ingedrukt dan is het geluid
alleen hoorbaar via hoofdtelefoon.
Werking van de functies
De gewenste programmakeuze (TAPE, VIDEO, CD, PHONO,
TUNER) kan met de druktoetsen 10 t/m 16 benut worden.
Opmerking: De druktoets TAPE MONITOR 15 heeft voorrang, de
andere voorkeuze toetsen kunnen alleen weergeven als TAPE/
MONITOR 15 uit staat.
Luidspreker sterkteregelaar
De gewenste geluidsterkte kunt u instellen met VOLUME 20.
Balance
De Balance werkt alleen als de functie DIRECT 18 uit staat.
De BALANCE 8 is goed ingesteld, als bij monoweergave het geluid
precies van uit het midden tussen de beide luidsprekerboxen lijkt te
komen.
Fysiologische corrector
Ej zwak gast —
dan voor middenfrequenties.
Wanneer U de loudness-toets 19 vergrendeld, dan wordt de klank
automatisch t.o.v. het gekozen volume gecorrigeerd.
Klankregeling
— De toets DIRECT 18 moet uitgeschakeld zijn.
— Met regelaar 6 kunt u de lage tonen instellen.
Met regelaar 7 kunt u de hoge tonen instellen.
— Door het indrukken van de toets DIRECT 18 kunt u geen hoge
en lage tonen meer instellen. De frequentiekarakteristiek is recht.
Direct
Om de weergavekwaliteit van een compact disc te verbeteren kunt u
door middel van deze toets de toonregeling uitschakelen daarbij
wordt het signaal direct op de eindtrap ingestuurd.
U kunt dit doen door op de toets DIRECT 18 te drukken.
Zenderkeuze en golfbereik
— De functies zijn te gebruiken:
FM 11 = 87,5- 108 MHz FM-bereik
AM 12 = 522-1611 kHz Middengolf bereik
(Functies in display)
— Wanneer u de gewenste zender wilt zoeken boven de aange-
geven frequentie, dan drukt u toets TUNING > 26 іп tot de
gewenste frequentie in de display wordt aangegeven.
— Wanneer u de gewenste zender wilt zoeken onder de aangege-
ven frequentie, dan drukt u toets TUNING « 27 in.
— Door het kortstondig indrukken van de toets > resp. 4 vindt de
frequentieverandering in stappen plaats van 10 kHz (0,01 MHz) bij
FM, resp. 1 kHz bij middengolf.
— Bij FM licht bij stereo-ontvangst de aanduiding FM STEREO op.
— Wanneer de zender juist is ingesteld, licht de aanduiding » I 4
op.
Automatische zenderzoekloop autoscan
Het apparaat is met de zenderzoekloop AUTO 6 uitgerust, om met
een toereikende antennespanning zelf een zender op te zoeken.
— Met toets FM 11 resp. MW 12 zenderbereik zoeken,
— toets AUTO 24 indrukken,
— met toets TUNING P 26 of 4 27 de zenderzoekloop in gewen-
ste richting starten,
— wenst u de eerstvolgende zender, dan drukt u de toets opnieuw
in.
Zenderplaats opslaan op de gewenste
programmaplaats
Met de toetsen voor het vastleggen van de programma's 5 kunnen
40 verschillende FM en middengolf zenders worden
- Hiervoor dient u de gewenste zender handmatig of met de
automatische zenderzoekloop in te stellen,