44 NL
De volgende tabel is behulpzaam bij het opsporen en verhelpen van kleinere storingen. Neem
contact op met de klantenservice, wanneer u met de hier beschreven stappen het probleem
niet kunt oplossen.
Fout
Het controlelampje brandt na
het inschakelen
De controlelamp gaat na en-
kele seconden uit.
De zekering in de schakelkast
werd geactiveerd / is doorge-
brand.
De luchtstroom is te zwak.
Het apparaat schakelt zich uit.
Het apparaat laat zich niet naar
warme lucht inschakelen resp.
schakelt zichzelf na enkele
seconden weer uit.
Storingsopheffing
Mogelijke oorzaak
Stekker niet ingestoken.
Zekering in de zekeringenkast
niet.
is uitgeschakeld.
Het apparaat staat niet stabiel
en de veiligheidsschakelaar
houdt het apparaat uitgescha-
keld.
Te veel apparaten op hetzelf-
de stroomcircuit aangesloten.
Geen storing vaststelbaar.
In de luchtinlaten of binnen
de luchtsleuf bevinden zich
verontreinigingen.
Het apparaat staat gekanteld
en de veiligheidsschakelaar
houdt het apparaat uitgescha-
keld.
De oververhittingsbeveiliging
heeft het apparaat uitgescha-
keld, omdat een omgevings-
temperatuur van ca. 30° C
bereikt is en/of de opstellings-
locatie te krap is.
Omgevingstemperatuur te
hoog en activeert de overver-
hittingsbeveiliging.
BEEM - Elements of Lifestyle
Oplossing
Stekker insteken.
Zekering inschakelen.
Zet de standvoet van
het apparaat op een
vlakke en stabiele on-
dergrond.
Aantal apparaten op het
stroomcircuit reduceren.
Contact opnemen met
de klantenservice.
Eventuele verontrei-
nigingen verwijderen
zoals in hoofdstuk Rei-
niging en verzorging
(p. 42) beschreven.
Zet de standvoet van
het apparaat op een
vlakke en stabiele on-
dergrond zodat het niet
kan kantelen.
Laat het apparaat en
de omgeving afkoelen
en zorg voor voldoende
ruimte voor luchtcircu-
latie.
Schakel het apparaat
pas in, wanneer de
temperatuur van het ap-
paraat en de omgeving
weer gedaald zijn.