waarde afwijken. Dit kan de trillings- en geluidsemissie gedu-
rende de gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de trillings- en ge-
luidsemissies moet ook rekening worden gehouden met de tij-
den waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt gebruikt. Dit
kan de trillings- en geluidsemissies gedurende de gehele ar-
beidsperiode duidelijk verminderen.
Leg aanvullende veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de gebruiker tegen het effect van trillingen vast, zoals: onder-
houd van elektrische gereedschappen en inzetgereedschap-
pen, warm houden van de handen, organisatie van het ar-
beidsproces.
Montage
Trek vóór werkzaamheden aan het elektrische
r
gereedschap altijd de stekker uit het stopcon-
tact.
Inzetgereedschap wisselen
Tandkransboorhouder
Draag bij het wisselen van gereedschap werk-
r
handschoenen. De boorhouder kan tijdens langdurige
werkzaamheden heet worden.
Open de tandkransboorhouder (5) door deze te draaien, tot-
dat het inzetgereedschap kan worden aangebracht. Plaats het
inzetgereedschap.
Steek de boorhoudersleutel (3) in de hiervoor bedoelde ope-
ningen van de tandkransboorhouder (5) en zet het inzetge-
reedschap gelijkmatig vast.
Schroefaccessoires
Bij het gebruik van schroefbits dient u altijd een universele bit-
houder te gebruiken. Gebruik alleen bits die bij de schroefkop
passen.
Afzuiging van stof en spanen
Stof van materialen zoals loodhoudende verf, enkele hout-
soorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de ge-
zondheid zijn. Aanraking of inademing van stof kan leiden tot
allergische reacties en/of ziekten van de luchtwegen van de
gebruiker of personen die zich in de omgeving bevinden.
Bepaalde soorten stof, bijvoorbeeld van eiken- en beukenhout,
gelden als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie
met toevoegingsstoffen voor houtbehandeling (chromaat en
houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag
alleen door bepaalde vakmensen worden bewerkt.
– Zorg voor een goede ventilatie van de werkplek.
– Er wordt geadviseerd om een stofmasker met filterklasse P2
te dragen.
Neem de in uw land geldende voorschriften voor de te bewer-
ken materialen in acht.
Vermijd ophoping van stof op de werkplek. Stof
r
kan gemakkelijk ontbranden.
Gebruik
Ingebruikname
Let op de netspanning! De spanning van de
r
stroombron moet overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje van het elektrische ge-
reedschap. Met 230 V aangeduide elektrische
gereedschappen kunnen ook met 220 V wor-
den gebruikt.
Draairichting instellen
Bedien de draairichtingschakelaar (1) alleen als
r
het elektrische gereedschap stilstaat.
Met de draairichtingschakelaar (1) kunt u de draairichting
van het elektrische gereedschap veranderen. Bij ingedrukte
aan/uit-schakelaar (4) is dit echter niet mogelijk.
Rechtsdraaien: voor het boren en indraaien van schroeven
zet u de draairichtingschakelaar (1) op „R".
Linksdraaien: voor het los- of uitdraaien van schroeven en
moeren zet u de draairichtingschakelaar (1) op „L".
In-/uitschakelen
Schuif voor de ingebruikname van het
elektrische gereedschap eerst de aan/uit-
schakelaar (4) naar achter en druk vervol-
gens op de aan/uit-schakelaar (4).
Voor het vastzetten schuift u de aan/uit-
schakelaar (4) naar achter, drukt u op de
aan/uit-schakelaar (4) en schuift deze ver-
der naar achter.
Voor het uitschakelen van het elektrische gereedschap
laat u de aan/uit-schakelaar (4) los. Bij een vergrendelde
aan/uit-schakelaar (4) drukt u eerst erop en laat deze daar-
na los.
Toerental instellen
U kunt het toerental van het ingeschakelde elektrische gereed-
schap traploos regelen naarmate u de aan/uit-schakelaar (4)
indrukt.
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (4) heeft een laag toe-
rental tot gevolg. Met toenemende druk wordt het toerental
hoger.
Toerental vooraf instellen
Met het instelwiel toerentalinstelling (2) kunt u het noodzakelij-
ke toerental ook tijdens werking instellen.
37