3. Neem het zaagblad (21/20) uit de span-
klauw (1).
4. Laat de spanklauw (1) los.
Voetplaat afstellen
(Fig. B)
VOORZICHTIG! Zorg ervoor dat het ap-
paraat beveiligd is tegen onbedoeld opstarten.
Verwijder, indien nodig, vooraf de accu's (16)
en het zaagblad (21/20).
1. Los de hendel (15).
2. Druk op de ontgrendeling (13).
3. Stel de voetplaat in op de gewenste stand
in.
4. Draai de hendel (15) weer vast.
Als de hendel (15) niet kan worden ver-
grendeld, beweegt u de voetplaat een beet-
je heen en weer.
Laadtoestand van de
accu aan het apparaat
controleren
1. Houd de aan-/uitschakelaar (4) ingedrukt.
✔ De laadtoestand van de accu wordt aan-
gegeven door de overeenkomstige led's die
oplichten op de laadtoestandsindicator op
het apparaat (8).
rood-geel-groen⭢ accu volledig gela-
den
rood-geel ⭢ accu ca. voor de helft gela-
den
rood ⭢ accu moet geladen worden
2. Laad de accu (16) op wanneer alleen nog
de rode led van de laadindicator op het
apparaat (17) brandt.
Laadtoestand van de accu
controleren
1.
Druk op de toets van de laadin-
dicator (17) op de accu (16).
✔ De laadtoestand van de accu wordt aan-
gegeven door het oplichten van de bijbeho-
rende led's.
rood, oranje, groen
Accu geladen
rood, oranje
Accu gedeeltelijk geladen
rood
Accu moet worden opgeladen
2. Laad de accu (16) op wanneer alleen nog
de rode led van de laadindicator (17)
brandt.
Accu opladen
Zie ook de gebruiksaanwijzing van de lader.
Opmerking
• Laat een opgewarmde accu eerst afkoelen
voordat u hem oplaadt.
• Stel de accu's niet langere tijd bloot aan
sterke zonnestralen en leg ze niet op ver-
warmingselementen (max. 50˚C).
Accu opladen
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Schuif de accu (16) in de laadschacht van
de lader.
3. Haal na het laden de stekker van de lader
uit het stopcontact.
4. Trek de accu uit de lader.
Bedrijf
Aanwijzingen voor het zagen
Algemene instructies
• Gebruik geen botte, verbogen of anders-
zins beschadigde zaagbladen.
• Controleer voor het zagen het werkstuk op
verborgen vreemde voorwerpen zoals spij-
kers of schroeven. Verwijder deze.
• Gebruik alleen zaagbladen met dezelfde
zaagbladas als het bijgeleverde zaagblad.
• Houd het apparaat stevig vast aan de
handgreep.
• Zet de voetplaat tegen het werkstuk aan.
• Oefen niet teveel druk in de zaagrichting
uit. Laat het apparaat het werk verrichten.
NL
BE
61