Nederlands–4
Voor het verhogen van het ondersteuningsniveau drukt u zo
vaak op de toets „+" 12 aan de bedieningseenheid tot het ge-
wenste ondersteuningsniveau op de indicatie b verschijnt,
voor het verlagen op de toets „–" 11.
Het opgeroepen motorvermogen verschijnt op de indicatie a.
Het maximale motorvermogen hangt van het gekozen onder-
steuningsniveau af.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
het laatst weergegeven ondersteuningsniveau opgeslagen,
de indicatie a van het motorvermogen blijft leeg.
Samenspel van eBike-systeem en versnellingen
Ook met de eBike-aandrijving kunt u de versnellingen net als
bij een normale fiets gebruiken (zie daarvoor de gebruiksaan-
wijzing van uw eBike).
Onafhankelijk van de aard van de versnelling is het raadzaam
om tijdens het schakelen het trappen kort te onderbreken.
Daardoor wordt het schakelen vergemakkelijkt en de slijtage
van de aandrijflijn beperkt.
Door de keuze van de juiste versnelling kunt u bij gelijke
krachtsinspanning de snelheid en het bereik vergroten.
Volg daarom de schakeltips die u door de indicaties g en h op
uw display gegeven worden. Wordt de indicatie g weerge-
geven, dan moet u in een hogere versnelling met lagere trap-
frequentie schakelen. Wordt de indicatie h weergegeven, dan
moet u een lagere versnelling met hogere trapfrequentie
kiezen.
Fietsverlichting in-/uitschakelen
In de uitvoering waarbij het rijlicht door het eBike-systeem ge-
voed wordt, kunnen via de boordcomputer met de toets 2 te-
gelijk voorlicht en achterlicht in- en uitgeschakeld worden.
Bij het inschakelen van de verlichting verschijnt „Licht aan"
en bij het uitschakelen van de verlichting „Licht uit" geduren-
de ca. 1 seconde op het tekstdisplay d. Bij ingeschakeld licht
wordt het verlichtingssymbool c weergegeven.
Het in- en uitschakelen van de fietsverlichting heeft geen in-
vloed op de achtergrondverlichting van het display.
Hulp bij het lopen in- en uitschakelen
De functie hulp bij het lopen kan het lopen met de eBike verge-
makkelijken. De snelheid in deze functie is afhankelijk van de in-
geschakelde versnelling en kan maximaal 6 km per uur berei-
ken. Hoe kleiner de gekozen versnelling, hoe lager de snelheid
in de functie hulp bij het lopen (bij volledig vermogen).
De functie hulp bij het lopen mag uitsluitend bij het lo-
pen met de eBike worden gebruikt. Als de wielen van de
eBike bij het gebruik van de hulp bij het lopen geen contact
met de grond maken, bestaat gevaar voor letsel.
Voor het activeren van de duwhulp drukt u kort op de toets
„WALK" aan uw boordcomputer. Druk na de activering bin-
nen 3 s op de toets „+" en houd deze toets ingedrukt. De aan-
drijving van de eBike wordt ingeschakeld.
Opmerking: De duwhulp kan op het ondersteuningsniveau
„OFF" niet worden geactiveerd.
1 270 020 XBI | (11.4.16)
De duwhulp wordt uitgeschakeld zodra een van de volgende
situaties van toepassing is:
– U laat de toets „+" 12 los,
– de wielen van de eBike worden geblokkeerd (bijv. door het
remmen of het raken van een hindernis),
– de snelheid overschrijdt 6 km/h.
Opmerking: Bij eigen systemen kan de duwhulp door het in-
drukken van de „WALK"-toets direct gestart worden.
Indicaties en instellingen van de boordcomputer
Snelheids- en afstandsindicaties
In de snelheidsmeterindicatie f wordt altijd de actuele snel-
heid weergegeven.
In de functie-indicatie (combinatie van tekstindicatie d en
waarde-indicatie e) kunt u kiezen uit de volgende functies:
– „Tijd": actuele tijd
– „Maximum": sinds de laatste reset bereikte maximale
snelheid
– „Gemiddelde": sinds de laatste reset bereikte gemiddel-
de snelheid
– „Rijtijd": Rijtijd sinds de laatste reset
– „Bereik": te verwachten bereik met de aanwezige accula-
ding (bij gelijkblijvende voorwaarden zoals ondersteu-
ningsniveau, routeprofiel, enz.)
– „Afstand totaal": indicatie van de totaal met de eBike
afgelegde afstand (niet resetbaar)
– „ NuVinci Trapfreq./Versnelling": Dit menu-item
wordt alleen weergegeven bij een automatische
Nu Vinci H|Sync-transmissie.
Als u de knop „i" langer dan 1 seconden ingedrukt houdt,
kunt u vanuit elk menu-item het informatiemenu van de
NuVinci-menu opvragen.
Als u van de modus „ NuVinci Trapfreq." wilt overscha-
kelen naar de modus „ NuVinci Versnelling", drukt u
1 seconde lang op de knop „i".
Als u van de modus „ NuVinci Versnelling" wilt over-
schakelen naar de modus „ NuVinci Trapfreq.", vol-
staat het om korte op de knop „i" te drukken.
De standaardinstelling is „ NuVinci Trapfreq.".
Bereik
– „Versnelling": Dit menu-item wordt alleen weergegeven
bij een Shimano-Di2-naafschakeling. Op het display
wordt de huidige versnelling van de schakeling weergege-
ven. Elke keer dat u van versnelling wisselt, wordt de nieu-
we versnelling kortstondig op het display weergegeven.
Afstand totaal
NuVinci Trapfreq.
(1 s)
(1 s)
NuVinci Versnelling
Bosch eBike Systems