Demonteer de bumperafdekking.
ELSA; rep.-m. 63
Plak om de bumperafdekking te beschermen, de te boren bereiken ruim met plakband af.
Markeer de boorpunten op de bumperafdekking en boor met een ∅ 2 mm boor voor.
Boor de gaten van buiten met een Forstner-zaag op ∅ 20 mm.
Ontgraat de gaten van de sensoren in de bumperafdekking.
geldt alleen voor Q3 S-lijn:
Pagina 2 - Afbeelding 3
Aanwijzing
De binnenste montagegaten van de sensoren worden volgens de aangegeven markeringen aan de binnenkant
◆
van de bumperafdekking geboord.
De buitenste montagegaten van de sensoren worden volgens onderstaande afbeelding gemarkeerd en geboord.
◆
Plak, om het aankrassen makkelijker te maken en de bumperafdekking te beschermen, de te boren gebieden
volgens de hiernaast staande afbeelding ruim met plakband af.
Breng het midden van het voertuig, b.v. uitgaande van de gedeelte van de achterklep, op de plakband over.
Breng de buitenste boorpunten zorgvuldig volgens de afbeelding hiernaast op de bumperafdekking over.
Pons de gemarkeerde buitenste boorpunten in.
Demonteer de bumperafdekking.
ELSA; rep.-m. 63
Pons de binnenste boorpunten volgens de aangegeven markeringen aan de binnenkant van de bumperafdekking
in.
Boor alle montagegaten met een ∅ 2 mm boor voor en daarna van buiten met een Forstner-boor op ∅ 20 mm op.
Ontgraat de gaten van de sensoren in de bumperafdekking.
1.3 Sensoren monteren, aansluiten en leidingset plaatsen
Neem de kofferruimtevloermat uit het voertuig.
ELSA; rep.-m. 70
Neem de afsluitingsbekleding achteraan uit het voertuig.
ELSA; rep.-m. 70
Demonteer de kofferruimtebekleding rechts aan de zijkant.
ELSA; rep.-m. 70
geldt niet voor Q3 S-lijn:
Pagina 3 - Afbeelding 1
Plaats de meegeleverde leidingboom van de sensoren naar de boringen-1a-, -2-, -3- en -4a- in de
bumperafdekking. Leiding 1 moet aan de in rijrichting gezien linker boring -1a- toegewezen worden, de overige
leidingen 2...4 moeten doorlopend toegewezen worden.
geldt alleen voor Q3 S-lijn:
Voor de toevoerleidingen -5- naar de linker sensor -1b- en naar de rechter sensor -4b- is een extra boring in de
opname van de bumperafdekking nodig (loep toont linker opname).
Markeer de boorpunten.
Boor met een ∅ 12 mm boor en ontgraat de boorgaten zorgvuldig.
Plaats de meegeleverde leidingboom van de sensoren naar de boringen-1b-, -2-, -3- en -4b- in de
bumperafdekking. Leiding 1 moet aan de in rijrichting gezien linker boring -1b- toegewezen worden, de overige
leidingen 2...4 moeten doorlopend toegewezen worden.
Vervolg voor alle voertuigen:
Bevestig de leidingboom met bijgeleverde kabelverbinders -pijlen- aan de aanwezige leidingen en houders in de
bumperafdekking.
Pagina 3 - Afbeelding 2
Aanwijzing
De volgende stappen mogen pas uitgevoerd worden als de lak van de sensoren volledig gedroogd is.
◆
De afbeelding toont voor de overzichtelijkheid een gedemonteerde sensor.
◆
De correcte positie is aan de hand van de markeringen in de buitenste ring van de sensoren te herkenen - deze
◆
moeten naar boven wijzen.
De stekker -3- is zo gemaakt dat hij enkel in een positie in de aansluitbus -1- aan de sensor -2- ingestoken kan
◆
worden.
29