3.2.
Reiniging en onderhoud
a)
Gebruik alleen niet-corrosieve reinigingsmiddelen om het oppervlak te reinigen.
b)
Na het reinigen van het apparaat moeten alle onderdelen volledig worden gedroogd alvorens het
opnieuw te gebruiken.
c)
Bewaar het toestel op een droge, koele plaats, vrij van vocht en directe blootstelling aan zonlicht.
d)
Spuit het apparaat niet af met een waterstraal en dompel het niet onder in water.
e)
Het apparaat moet regelmatig worden geïnspecteerd om de technische doeltreffendheid ervan te
controleren en eventuele schade op te sporen.
f)
Gebruik voor reinigen een zachte, vochtige doek.
g)
Gebruik voor het schoonmaken geen scherpe en/of metalen voorwerpen (bijv. een staalborstel of een
metalen spatel) omdat deze het oppervlaktemateriaal van het apparaat kunnen beschadigen.
h)
Reinig het apparaat niet met een zure substantie, middelen voor medische doeleinden, verdunners,
brandstof, olie of andere chemische stoffen, omdat dit het apparaat kan beschadigen.
i)
Smeer de glijbanen tweemaal per jaar met een kwaliteitssmeermiddel. Dit is vooral nodig als de
temperatuur daalt, waardoor de lagers stijf kunnen worden.
NL
Duw de andere kant
naar beneden