5.1.3. Maximale diameter van de stroomleiding: 29 mm.
5.1.4. A fmetingen van het apparaat:
(L x B x H) = 148 x 72 x 36 mm.
Gewicht:
250 gram.
6. Gebruiksomstandigheden
-
D e BENNING CC 1 is bedoeld om gebruikt te worden in droge ruimtes.
-
B arometrische hoogte bij metingen: 2000 m. maximaal
-
C ategorie van overbelasting: IEC 60664/ IEC 61010, 300 V categorie III,
600 V categorie II.
-
Beschermingsgraad stofindringing 2, overeenkomstig EN 61010-1.
-
B eschermingsgraad: IP 30 (DIN VDE 0470-1 IEC/ EN 60529),
Betekenis IP 30: Het eerste cijfer (3); Bescherming tegen binnendringen
van stof en vuil > 2,5 mm in doorsnede, (eerste cijfer is bescherming tegen
stof/ vuil). Het tweede cijfer (0); Niet beschermd tegen water, (tweede cijfer
is waterdichtheid).
-
W erktemperatuur en relatieve vochtigheid.
Bij een omgevingstemperatuur van 0 ºC tot 30 ºC:
relatieve vochtigheid van de lucht < 80 %.
Bij een omgevingstemperatuur van 30 ºC tot 40 ºC:
relatieve vochtigheid van de lucht 75 %.
Bij een omgevingstemperatuur van 40 ºC tot 50 ºC:
relatieve vochtigheid van de lucht < 45 %.
-
O pslagtemperatuur: de BENNING CC 1 kan worden opgeslagen bij
temperaturen van - 20 ºC tot + 60 ºC.
7. Elektrische gegevens
Opmerking: de nauwkeurigheid van de meting wordt aangegeven als de som van:
-
een relatief deel van de meetwaarde
-
een stroomwaarde in A.
Deze nauwkeurigheid geldt bij een temperatuur van 23 ºC ± 5 ºC en een
relatieve vochtigheid < 75 ºC.
7.1 Meten van wisselstroom
Meetbereik
400 A
Max. uitgangsimpedantie: 75 Ω
8. Meten met de BENNING CC 1
8.1 Voorbereiden van metingen.
Gebruik en bewaar de BENNING CC 1 uitsluitend bij de aangegeven werk- en
opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
H et meegeleverde, gespiraliseerde veiligheidsmeetsnoer voldoet aan
de te stellen eisen ten aanzien van nominale spanning en stroom. Het
veiligheidsmeetsnoer is vast aangesloten aan de BENNING CC 1 en kan
niet afgekoppeld worden.
-
C ontroleer de isolatie van het veiligheidsmeetsnoer. Is de isolatie
beschadigd, dan de BENNING CC 1 niet meer gebruiken.
-
P laats de stroomtang nooit om een spanningsvoerende leiding voordat u de
BENNING CC 1 verbonden hebt met een multimeter.
-
S toringsbronnen in de omgeving van de BENNING CC 1 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/of meetfouten.
-
G een spanning zetten op de uitgangscontacten van de BENNING CC 1.
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!!
De hoogste spanning die aan de BENNING CC 1 mag liggen t.o.v. aarde,
bedraagt maximaal 600 V.
12/ 2005
Meetwaarde
3 A
30 A
350 A
400 A
BENNING CC 1
Uitgang
3 mV
30 mV
350 mV
400 mV
Nauwkeurigheid
van de meting
± (1,9 % + 0,5 A)
bij 50 Hz - 60 Hz
± (3,2 % + 1 A)
bij 50 Hz - 60 Hz
27