INFORMATIE OVER DE INSTALLATIE EN DE WERKING VOOR
NL
MODELLEN N51X0XXX
PRODUCTGEGEVENS
Pompontwerp
Bevochtigde onderdelen
Materiaal van het
membraan
Materiaal van de
terugslagklep
Materiaal van de
behuizing
Poorten
Nettogewicht
® Een gedeponeerd handelsmerk van Celanese Corporation
® Een gedeponeerd handelsmerk van I.E. DuPont Co.
BESCHRIJVING
De industriële pompen van de serie N51X0 van FLOJET zijn
ontworpen voor lichte algemene commerciële en industriële
toepassingen. Deze pompen zijn gemaakt van een selectie van
materialen voor de behandeling van een uitgebreide reeks
chemische stoffen*.
OPMERKING: mag niet worden gebruikt met vloeistoffen met een
vlampunt onder 37.8 °C (100 °F).
* Raadpleeg voor de chemische compatibiliteit van het membraanmateriaal
de Gids voor de Compatibiliteit met chemische stoffen waarnaar in F100-227
wordt verwezen.
STANDAARDMODELLEN
N5100020 - BEHUIZING VAN VITON® & ACETALCOPOLYMEER
N5100040 - BEHUIZING VAN SANTOPRENE® &
ACETALCOPOLYMEER
N5110040 - BEHUIZING VAN SANTOPRENE® & POLYPROPYLEEN
VERMOGENSSPECIFICATIES
POMP
Vloeistoftemperatuur
Aanzuiging
Debieten
Luchttoevoerdruk
Geluidsniveau
Dubbel diafragma
Santoprene® of Viton ®
Santoprene® of Viton ®
Acetalcopolymeer of polypropyleen
Luchtinlaat en -uitlaat 1/4" (6,3 mm)
weerhaak
Productinlaat 3/8" (9,5 mm) haak
Productuitlaat 3/8" (9.5 mm) haak
1,10 lb (0,5 kg)
MIN 4 °C (40 °F)
MAX 49 °C (120 °F)
DROOG 26.2 Ft (8 m) water
NAT 29.5 Ft (9 m) water
MAX tot 2.0 GPM (7,6 LPM)
20 tot 80 PSI (1,4 tot 5,6 bar)MAX
80
(5.5)
70
(4.8)
60
(4.1)
50
(3.4)
40
(2.8)
30
(2.1)
20
(1.4)
10
(0.7)
0
0
0.2
(0.8)
OPMERKING: Voor een maximale levensduur mag de
luchtinlaatdruk van 80 PSI (5,5 bar) of het luchtdrukverschil van
20 PSI (1,4 bar) niet worden overschreden.
MONTAGE
De zelfaanzuigende pomp van de serie N51X0 van FLOJET moet
in een droge en goed geventileerde ruimte worden gemonteerd.
Deze pomp kan enkele meters van het reservoir worden
gemonteerd, zowel boven als onder het vloeistofniveau. Voor de
meeste toepassingen wordt een niveau van niet meer dan 4 voet
boven het vloeistofniveau aanbevolen. Dit is geen dompelpomp.
Maak de pomp met schroeven door de montagebeugel aan de
gewenste armatuur vast. De poorten moeten naar beneden wijzen.
SLANGAANSLUITINGEN
Product In - Gebruik een versterkte, flexibele, niet-opvouwbare
slang met een binnendiameter van 3/8" (9,5 mm) of een
equivalent. Vermijd scherpe bochten die de doorstroming kunnen
beperken of ervoor kunnen zorgen dat de slang onder het vacuüm
bezwijkt.
Product Uit - Gebruik een versterkte slang met een binnendiameter
van 3/8" (9,5 mm) voor de afvoerbuis.
Lucht in - Zorg ervoor dat de luchtregelaar op nul staat. Gebruik
een binnendiameter van 1/4" (6,3 mm). versterkte slang. Sluit "Air
In" aan op de luchttoevoerfitting op de regelaar. Als pompen in een
afgesloten ruimte worden geïnstalleerd, wordt aanbevolen een
slang aan te sluiten op de luchtafvoerpoort (uitlaat) en lucht naar
de atmosfeer te laten ontsnappen. (Vereist 'kleine' uitlaatpoort.)
87dB
SLANG
18
80*
60*
40*
0.4
0.6
0.8
1.0
1.2
(1.5)
(2.3)
(3.0)
(3.8)
(4.5)
Debiet in GPM (LPM)
Geeft de luchtinlaatdruk in PSI aan
1.4
1.6
1.8
2.0
(5.3)
(6.1)
(6.8)
(7.6)
STIJVE BUIS