•
Het apparaat moet op een stabiele, stevige ondergrond
worden geplaatst om lawaai en trillingen tot een minimum
te beperken. Zorg ervoor dat het oppervlak vlak, glad en
voldoende draagkrachtig is om het apparaat te
ondersteunen.
•
Hoewel het apparaat wieltjes heeft die het makkelijker te
verplaatsen maken, mag het alleen op gladde, vlakke
oppervlakken verplaatst worden. Wees vooral voorzichtig
wanneer u het apparaat op een vloer met tapijt verplaatst,
om beschadiging van de vloer te voorkomen. Rol het
apparaat niet over obstakels.
•
Het apparaat moet in de buurt van een goed geaard
stopcontact worden geplaatst.
•
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden in de buurt van de luchtinlaat- of
luchtuitlaatopeningen van het apparaat.
•
Voor efficiënte prestaties moet u het apparaat minstens 45 cm van de muur houden.
•
Als u de slang moet verlengen, beperk de lengte dan tot een minimum. Vermijd
scherpe bochten of speling in de slang.
BEDIENINGSPANEEL EN AFSTANDSBEDIENING
1. timertoets
2. ventilatorknop
3. toets verhogen
4. display
5. "Verlagen" toets
6. modusknop
7. AAN/UIT-knop
A. Koelindicator
B. Indicator voor ontvochtigen
C. Ventilatorindicator
D. Timer-indicator
66