de boom rust voorlopig staan tot de stam is
doorgezaagd. Kleinere takken volgens fi g. 18 (A
= snijrichting bij het onttakken, B = van de grond
verwijderd houden! Steunende takken laten staan
tot de stam is doorgezaagd) van beneden naar
boven met één snede afzagen. Takken die onder
spanning staan moeten van beneden naar boven
worden afgezaagd om te voorkomen dat de zaag
beklemd raakt.
Boomstam afkorten
Hieronder verstaat men het in stukken zagen
van de gevelde boom. Let er goed op dat u veilig
staat en dat uw lichaamsgewicht gelijkmatig op
beide voeten is verdeeld. Het is aan te bevelen
onder de stam, indien mogelijk, takken, balken of
wiggen te plaatsen om hem te steunen. Neem de
eenvoudige aanwijzingen voor het gemakkelijk
zagen in acht.
Als de boomstam over de hele lengte gelijkmatig
op de grond ligt, zoals in fi g. 19 getoond, zaagt u
van boven naar beneden. Let er wel op dat u niet
in de grond snijdt.
Als de boomstam aan een uiteinde op de grond
rust, zoals getoond in fi g. 20, zaagt u eerst 1/3
van de stamdiameter vanaf de onderkant (A) om
het splinteren te voorkomen. De tweede snede
van boven (2/3 diameter) op hoogte van de eerste
snede uitvoeren (B) (om te voorkomen dat de
zaag beklemd raakt).
Als de boomstam aan beide uiteinden op de
grond rust, zoals getoond in fi g. 21, zaagt u eerst
1/3 van de stamdiameter vanaf de bovenkant
om het splinteren te voorkomen (A). De tweede
snede van beneden (2/3 diameter) op hoogte van
de eerste snede (B) uitvoeren (om te voorkomen
dat de zaag beklemd raakt).
Bij zaagwerkzaamheden op een helling dient u al-
tijd hoger te staan dan de boomstam, zoals in fi g.
15 getoond. Om op het moment van het doorza-
gen de volledige controle te behouden vermindert
u tegen het einde van de snede de aandrukkracht
zonder de vaste greep aan de handvaten van de
kettingzaag te lossen. Let er goed op dat de zaag-
ketting niet de grond raakt.
Na het afmaken van de snede wacht u af tot de
zaagketting stilstaat voordat u de kettingzaag
daar verwijdert. Schakel de motor van de ketting-
zaag altijd uit voordat u van een boom naar de
andere gaat.
Anl_GC_EC_2040_SPK13.indb 106
Anl_GC_EC_2040_SPK13.indb 106
NL
7.3 Terugstoot
Onder terugstoot verstaat men het plots omhoog-
of terugschieten van de draaiende kettingzaag.
De oorzaken zijn meestal het raken van het
werkstuk met de top van het zwaard of het be-
klemd raken van de zaagketting.
Bij een terugstoot doen zich onverhoeds grote
krachten voor. Daardoor reageert de kettingzaag
meestal ongecontroleerd. Het gevolg zijn vaak
zwaarste letsels bij de werkman of bij personen in
de omgeving. Vooral bij zijdelingse sneden, als-
mede bij schuine sneden en langssneden is het
gevaar voor een terugstoot bijzonder groot omdat
de klauwaanslag niet kan worden ingezet. Vermi-
jdt daarom zoveel mogelijk dergelijke sneden uit
te voeren en werk bijzonder voorzichtig als ze niet
te vermijden zijn!
Het gevaar voor een terugstoot is het grootst
als u de zaag in de zone rond de top van het
zwaard aanzet omdat daar de hefboomwerking
het sterkst is (fi g. 22). Zet de zaag daarom altijd
zo vlak mogelijk en dichtbij de klauwaanslag aan
(fi g. 23).
Waarschuwing!
•
Let er steeds op dat de ketting correct is ge-
spannen!
•
Gebruik enkel kettingzagen die in onberispeli-
jke staat verkeren!
•
Werk alleen met een naar behoren gescherp-
te zaagketting!
•
Zaag nooit boven schouderhoogte!
•
Zaag nooit met de bovenkant of top van het
zwaard!
•
Hou de zaag steeds met beide handen vast!
•
Maak indien mogelijk altijd gebruik van de
klauwaanslag als steunpunt.
Zagen van hout onder spanning
Bij het zagen van hout dat onder spanning staat
dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan! Onder
spanning staand hout waarvan de spanning door
zagen vrijkomt reageert soms volledig ongecon-
troleerd. Dat kan leiden tot zwaarste en zelfs do-
delijke letsels (fi g. 24-26).
Dergelijke werkzaamheden mogen slechts door
geschoolde vakmannen worden verricht.
- 106 -
07.05.2024 09:17:16
07.05.2024 09:17:16