5. AFSTANDHOUDERS TER ONDERSTEUNING VAN DE KUIPJES EN DE PLATEN VOOR DE
PATISSERIE
1
. Verwijder het beschermfolie van de afstandhouders. . Plaats de langste afstandhouders in de smalle
openingen op de randen van de kuip. . Plaats de kortste afstandhouders in de smalle openingen op de
lange afstandhouders.Er zijn verschillende samenstellingen beschikbaar naar gelang het formaat van de
kuipjes en de positie.
4.
Plaats de kuipjes tenslotte op de afstandhouders die naar wens geschikt zijn.
5
. Voor de patisseriemodellen,alleen de montage van de inox platen voor de patisserie uitvoeren en ze
doen steunen aan de zijkanten(de kuipjes en de inox patisserieplaten zijn op aanvraag leverbaar) (zie
Fig.3).
6. DE SCHAPPEN
Versie M LUX:
Pak met beide handen de onderste rand van de schappen vast en draai deze naar
boven (A), tot de horizontale positie bereikt is. Duw de rand dichtbij de kuip (B) naar beneden tot elk
schap geblokkeerd is (zie Fig. 4).
7. AANSLUITING OP DE ELEKTRISCHE STROOM
1.
Controleren of de spanning en de frequentie van het net overeenstemmen met die, die aangeduid is
op het plaatje (A) op het apparaat. . Er zich van vergewissen dat het voedingscontact:
met een geleider voor de aarding.
typeplaatje.
c)
is uitgerust met de beschermingen volgens de IEC normen: - Contactverbreker (beter
bekend als aardlekschakelaar) met In=nominale waarde zoals aangeduid op de plaat met technische
gegevens. - Aardlekschakelaar met gevoeligheid Id =30 mA.
ontploffingsgevaar bestaat (AD). . De elektrische voedingskabel die aangesloten is op het apparaat is:
H05 VVF en is geschikt voor intern gebruik. . Steek de stekker in het stopcontact ( geen
driewegstekkers of verloopstukken gebruiken).
per ongeluk verkeerd is neergezet, dient u deze minstens 3 uur op de juiste stand te laten rusten,
alvorens deze op het elektriciteitsnet aan te sluiten (zie Fig. 5).
8. DE BEDIENING
Het apparaat is uitgerust met bedieningsknoppen die zich aan de voorkant van de machine op een
beschermd bedieningspaneel bevinden.
openen en te sluiten.- Positie II opheffing- Positie O ruststand- Positie I afdaling
2. Lichtschakelaar:
deze dient voor het aansteken van de binnenverlichting.
koeling:
deze dient om de koelinstallatie aan te zetten.
de binnenkant van het apparaat aan.
a)
Indien de toets
5 "SET of P"
temperatuur te visualiseren, die vervolgens gewijzigd kan worden door te drukken op de toets
op de toets
7 "DOWN"
(zie Fig. 6).
9. CONTROLE VAN EEN NORMALE WERKING
CONTROLEER DAT: 1
. De stekker in het stopcontact zit. . De schakelaar van de koelinstallatie is
ingeschakeld (groen lichtje brandt). . De thermometer een temperatuur aanduidt die geschikt is voor de
waren.
4.
Er geen zonnestralen of felle lampen direct op het apparaat gericht staan. . De
omgevingstemperatuur niet hoger is dan 30°C R.V. 55%, waarvoor het apparaat geschikt is
6
(Klimaatklasse 4). . Er zijn geen luchtstromen in de richting van het apparaat zijn zelf vanuit deuren,
ramen, ventilatoren of luchtgaten van de airconditioning.
10. SCHOONMAAK VAN DE BINNENKANT EN VAN DE VERDAMPER
1
. Schakel de elektrische voeding. . Ontdooi het apparaat helemaal, wanneer er zich te veel rijp
gevormd heeft of ijsblokken de luchtstroom blokkeren. Verwijder de levensmiddelen en zet ze op een
geschikte koele plaats die dezelfde temperatuur heeft. . De stop verwijderen die zich in het achterste
gedeelte van de machine bevindt. . Laat de verdamper ontdooien (alleen model ISOLA).
het gebruik van puntige metalen voorwerpen om het ijs van de verdamper te verwijderen. . Maak de
wanden en de accessoires schoon met een met water en natriumbicarbonaat vochtig gemaakte spons.
Kijk uit voor de scherpe ribben van de verdamper.
vooraleer het apparaat terug in werking te stellen.
Handleiding van de operator
2
3
2
b)
aangepast is aan de nominale spanning aangeduid op het
4
5
N.B.
Als het apparaat tijdens het transport of de opslag
1. Schakelaar opheffing koepel:
4.
Thermostaat:
deze regelt de temperatuur binnenin het apparaat.
één keer wordt ingedrukt, biedt deze de mogelijkheid de ingestelde
3
2
3
4
6.
Alles zorgvuldig afdrogen en het kraantje sluiten
25
3
. Controleren of er in de ruimte geen
Deze dient om de koepel te
3. Schakelaar
Thermometer: deze duidt de temperatuur aan
2
a)
is uitgerust
6 "UP"
of
5
N.B
. Vermijd
5
I
UK
D
E
F
NL
P
S
DK
FIN
B
GR
CZ
EE
LV
LT
H
M
PL
SK
SLO