1 609 929 C65 - Buch Seite 2 Mittwoch, 11. August 2004 1:16 13
Voor de ingebruikneming
Trek altijd voor werkzaamheden aan de ma-
chine de stekker uit het stopcontact.
Bij haakse slijpmachines met een draaibare
handgreep moet de greep in de stand volgens
afbeelding A vastgeklikt zijn. De aan/uit-schake-
laar wijst omlaag. Anders kunnen de greep en de
hendel voor de greepontgrendeling door vonken
worden beschadigd.
Montage (zie afbeelding
Bevestig de doorslijpstandaard op een werk-
bank. Voor de montage is een steeksleutel
SW 22 nodig. Span de haakse slijpmachine in
horizontale stand en parallel aan de sleuf in de
voetplaat in.
Bevestig de aandrijfkop van de haakse slijpma-
chine met de lagerschroef 2 van onderen en ver-
volgens met de draaihendel 1 van boven los in de
doorslijpstandaard. Gebruik daarvoor de boorga-
ten in de aandrijfkop.
Draai vervolgens de instelschroef 12 in het boor-
gat op de aandrijfkop.
Machine uitrichten (zie afbeelding
De doorslijpschijf moet parallel aan de sleuf in de
voetplaat worden uitgericht. Gebruik de lager-
schroef 2 en de instelschroef 12 voor het uitrich-
ten van de machine. Richt de haakse slijpma-
chine parallel uit en draai de lagerschroef 2 iets
vast.
Verricht de definitieve afstelling met de instel-
schroef 12 en schroef vast. Draai vervolgens de
lagerschroef vast. Schroef vervolgens de draai-
hendel 1 vast.
Fijninstelling (zie afbeelding
De uitgerichte machine kan in de doorslijpstan-
daard naar links en naar rechts verschoven wor-
den. De uitgerichte machine mag voor de fijnin-
stelling niet meer uitgespannen worden.
Door het losdraaien van de spanvoorziening 11
met de inbussleutel 10 kan de machinehouder
naar links en naar rechts worden verschoven tot
de exact gewenst positie bereikt is. Draai na de
fijninstelling de spanvoorziening 11 met de in-
bussleutel 10 weer vast.
Beschermingsvoorziening monteren
De vonkbescherming 4 moet aan de voorzijde
van de voetplaat worden gemonteerd. De vonk-
bescherming 4 moet verticaal staan en vastge-
klikt zijn. Gebruik voor de montage een gleufkop-
schroevendraaier.
28 • 1 609 929 C65 • TMS • 15.07.04
Tips voor de werkzaamheden
Belast de machine niet zo sterk dat deze tot
stilstand komt.
Doorslijpschijven worden tijdens de werk-
zaamheden zeer heet. Raak ze niet aan voor-
dat ze zijn afgekoeld.
De doorslijpschijf mag bij het neerdalen de
voetplaat niet raken.
Let bij het inleggen van het werkstuk op de
maximale doorslijpdiepte. Let bij het doorslij-
)
A
pen van buizen op de maximale diameter.
Niet duwen, machine niet schuin houden en
niet oscilleren tijdens het doorslijpen. Werk
met een matige, aan het te bewerken materi-
aal aangepaste voorwaartse beweging.
Instelling van de machinehouder
(zie afbeelding
De veerkracht van de machinehouder kan wor-
den versteld om bij het doorslijpen van werkstuk-
ken met een grote diameter de benodigde druk te
kunnen uitoefenen.
Draai de spanvoorziening 11 met de inbussleu-
)
B
tel 10 los. Breng de machinehouder bij de sleuf-
huls met de veer 9 in de gewenste stand. Draai
de spanvoorziening vast met de inbussleutel 10.
Werkstuk inleggen (zie afbeelding
Monteer de als toebehoren verkrijgbare lengte-
aanslag 3 in de verlenging van de werkstukhou-
der 6 met de inbussleutel 10.
Plaat het te bewerking werkstuk in de doorslijp-
standaard, stel het met de lengtegeleider 3 in op
de gewenste lengte en span het vast met de
spanhendel 5. Ondersteun het vrije einde van
)
C
een lang werkstuk, bijvoorbeeld door er iets on-
der te leggen.
De gewenste doorslijphoek kunt u met de schaal-
verdeling 7 instellen. Draai de bevestigings-
schroef 8 met de inbussleutel 10 aan de werk-
stukhouder 6 los.
Draai de blokkeerbout 14 los en draai de werk-
stukhouder 6 op de gewenste hoek. Laat bij de
zaaghoeken 0°, 15°, 30°, 45° de blokkeerbout 14
in het bijbehorende boorgat van de voetplaat
vastklikken. Draai de werkstukhouder 6 met de
bevestigingsschroef 8 vast.
Slijp het werkstuk met één hand en alleen met
matige druk door.
Nederlands - 2
)
D
E
)