APPLICATIE
Scheepvaart; motorkoeling, lenspompen, dekoverstroming,
ballastoverdracht, pomp voor algemene doeleinden, brandbe-
strijding.
Industrieel; circulatie en transport van water, schachtdrainage,
kelderdrainage, noodpompen.
Landbouw/landbouw; afvalwaterverwijdering, ondiepe
bronpomp, slootdrainage.
WAARSCHUWING: Gebruik geen
Jabsco pomp voor benzine,
petroleumproducten of producten met een
vlampunt lager dan 37,8ºC (100ºF). Dit kan leiden tot een
explosie die persoonlijk letsel, de dood of materiële schade
kan veroorzaken.
WAARSCHUWING: Gevaar voor letsel.
Blootliggende poelies en riemen kunnen
letsel veroorzaken. Installeer een
afscherming rond poelies en riemen. Blijf uit de buurt
terwijl de machine werkt.
NIET DROOG GEBRUIKEN
INSTALLATIE
Pompen moeten stevig op een vast oppervlak worden gemon-
teerd. Pompen kunnen in elke positie worden gemonteerd. Bij
verticale montage moeten de lagers zich boven de pompkop
bevinden om een lange levensduur te garanderen.
De rotatie van de pompas bepaalt de plaats van de inlaat- en
uitlaatpoort. Alle leidingen moeten worden ondersteund om
belasting van de pomp te voorkomen. Voor de aansluiting van
de leidingen op de pomp moeten geschikte fittingen worden
gebruikt, die dienovereenkomstig moeten worden afgedicht. De
inlaatleidingen moeten stijf of versterkt zijn om inzakken onder
vacuüm te voorkomen.
Een te hoge riemspanning leidt tot voortijdig defect raken van de
lagers. De riem moet zo worden ingesteld dat hij 16 mm (5/8")
kan bewegen over een spanwijdte van 1 m (3,3').
Het ideale contactoppervlak van de riem mag niet kleiner zijn dan
90° van de omtrek van de poelie.
Zorg ervoor dat alle bewegende delen voldoende beschermd zijn
om ongelukken te voorkomen.
16mm (5/8")
per meter (3,3')
overspanning
Minimaal
90º
Onvoldoende contactoppervlak
OPERATIE
Pompen zijn droog zelfaanzuigend. Als er na 30 seconden geen
vloeistof in de pomp komt, stop dan de pomp en controleer de
inlaatslang op lekken en/of verstoppingen.
Maximale snelheid voor deze pompen is 2200 rpm, gebruik de
pomp niet buiten de gepubliceerde limieten zonder de door de
fabriek aangewezen distributeur te raadplegen.
Laat GEEN vloeistof bevriezen in de pomp, laat de pomp lee-
glopen door de schroeven van het deksel los te draaien.
SERVICEHANDLEIDING
Controleer alle onderdelen op slijtage of beschadiging en vervang
ze indien nodig.
POMP DEMONTEREN
1. Verwijder de schroeven van het einddeksel, het einddeksel
en de o-ring.
2. Verwijder de spieafdichting en de waaier met behulp van het
waaierverwijderingsgereedschap.
3. Verwijder de nokkenschroef, de nok en de slijtplaat.
4. Verwijder de afdichtingsring.
5. Verwijder de stofafdichting van het lager (indien aanwezig) en
de lagerhouderring (indien aanwezig).
6. Duw de as voorzichtig van het pompeinde om de as/lager-
samenstelling te verwijderen.
7. Verwijder de afdichting uit het huis.
8. Verwijder de o-ring van de slinger en druk de lagers eraf.
POMP MONTEREN
1. Druk het lager op de as en plaats het in de behuizing.
2. Vervang de lagersteunring (indien aanwezig) en de stofaf-
dichting (indien aanwezig).
3. Plaats de o-ring slinger.
4. Plaats de afdichting voorzichtig in het pomphuis en zorg
ervoor dat de afdichtingsvlakken schoon zijn.
5. Monteer slijtplaat, nok en nokschroef en zorg ervoor dat de
o-ring van de nokschroef op zijn plaats zit.
6. Plaats de waaier met een kleine hoeveelheid geschikt vet.
7. Monteer de spieafdichting, de o-ring, het einddeksel en de
schroeven van het einddeksel.
11