Transport
8.2
De behuizing, motor en transmissie
reinigen
LET OP!
Beschadiging van de elektrische in-
stallatie door binnendringend water!
Zorg er bij het reinigen van de trekker
voor dat er geen water in de elektrische
installatie geraakt!
Spuit de motor en alle lagers (wielen, versnel-
lingsbak, meslager) niet met water of een hoge-
drukreiniger schoon.
Water dat binnendringt in het ontstekingssysteem, de
carburateur en het luchtfilter kan storingen veroorza-
ken. Water in de lagers kan leiden tot verlies van sme-
ring en dus tot vernieling van de lagers.
Gebruik voor het verwijderen van vuil en grasres-
ten een doek, handborstels, borsteltjes met lange
steel of iets gelijkaardigs.
8.3
Het uitwerpkanaal reinigen
Door regelmatig reinigen wordt de vrije beweging
van de maaihoogte-instelling gegarandeerd.
Het uitwerpkanaal bestaat uit twee in elkaar ge-
schoven delen. Het onderste deel is stevig ver-
grendeld in de maaierbehuizing. Het bovenste
deel kan eruit worden getrokken om te reinigen.
1. Verwijder de grasopvangbak.
2. Verwijder de schroeven (15/1) aan de linker-
en rechterzijde van het uitwerpkanaal.
3. Trek het uitwerpkanaal (15/2) door de achter-
wand naar achteren eruit.
4. Reinig het bovenste en onderste uitwerpka-
naal grondig.
5. Steek het uitwerpkanaal in de achterwand.
Zorg er daarbij voor dat het bovenste en on-
derste deel schoon worden samengevoegd.
6. Schroef deze met de twee bevestigings-
schroeven vast.
7. Monteer de grasopvangbak.
9 TRANSPORT
WAARSCHUWING!
Gevaar voor beknelling als gevolg
van kantelen van het apparaat!
Het eigen gewicht van het apparaat kan
ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
■
Bij het laden en lossen van het ap-
paraat voor transport in een voertuig
of een aanhangwagen moet extra
voorzichtig worden gehandeld!
Bij het transport van de gazontrekker met trans-
portmiddelen (bijv. aanhangwagen voor perso-
nenwagens) moet de maaier worden onder-
steund om de ophanging van de maaier te ont-
lasten.
Zorg er bij het transport voor dat het transport-
middel voldoende belasting heeft en dat de ga-
zontrekker op de juiste manier is vastgemaakt.
10 ONDERHOUD EN VERZORGING
Gevaar bij het onderhoud!
Voor alle onderhoudswerkzaamheden geldt:
■
zet de motor af en trek de contactsleutel uit.
■
Trek de stekker(s) van de bougiedoppen uit.
■
Verwijderde beveiligingsvoorzieningen moe-
ten na het onderhoud opnieuw worden ge-
monteerd.
■
RISICO OP BRANDWONDEN:
voer aan de gazontrekker pas werkzaamhe-
den uit wanneer die is afgekoeld. Motor,
transmissie en uitlaatdemper zijn zeer heet!
■
RISICO OP SNIJWONDEN:
let bij werkzaamheden aan snijwerktuigen op
de scherpe messen. Bij maaiers met meerde-
re messen kan de beweging van het ene
maaimes de beweging van het andere ver-
oorzaken.
■
Bij het vervangen van onderdelen mogen en-
kel originele reserveonderdelen worden ge-
bruikt.
■
Bezoek in geval van twijfel altijd een erkende
reparatiewerkplaats of neem contact op met
de fabrikant.
10.1 Onderhoudsplan
Volgende werkzaamheden mogen door de ge-
bruiker zelf worden uitgevoerd. Alle overige on-
derhouds-, service- en reparatiewerkzaamheden
moeten door een erkende service reparatiewerk-
plaats worden uitgevoerd.
Denk ook aan de aanbevolen jaarlijkse smerin-
gen conform smeerplan.
OPMERKING
Bij zware belasting en bij hoge tempera-
turen kunnen kortere onderhoudsinter-
vallen nodig zijn dan in de tabel hierbo-
ven zijn vermeld.
63