Ghibli & Wirbel HS R 110.1 Manual De Uso Y Mantenimiento página 79

(Diagnostik LED, Seite 32, Fig.2, Pos.17) Rufen Sie den autorisierten Kundendienst.
Nr.
Fehlerbeschreibung
Blinkzahl
Der Fahrbefehl ist bereits beim Einschalten aktiv: Die Maschine
1
wurde mit bereits aktiviertem Fahrbefehl eingeschaltet.
Batterie zu schwach oder es liegt eine Unterspannung durch
Kurzschluss an der Stromversorgung vor. Dies weist darauf hin,
dass die von der Anlage abgelesene Spannung unter dem für
2 den korrekten Betrieb erforderlichen Mindestschwellenwert
liegt. Darüber hinaus sicherstellen, dass die Anlagenversion mit
der installierten Batterie kombatibel ist. Andernfalls die Anlage
austauschen.
3 Maximale Spannung auf der Batterie.
Motor nicht angeschlossen oder falscher Kontakt am Motor-
kreis. Dies tritt beispielsweise auf, wenn die Motorbürsten das
4
Polrad nicht richtig berühren oder wenn lockere Kabel vorhan-
den sind.
5 Interner Reglerfehler oder Masse am Motor.
6
Stromkreistemperatur zu hoch; Dies tritt auf, wenn die Tempe-
ratur des IGFET höher als 75 °C +/- 5 °C ist, d.h. wenn die Maschi-
ne unter Überlastbedingungen gearbeitet hat, beispielsweise
7 zu lange an zu großen Steigungen oder bei Umgebungstem-
peraturen über 40 °C. Dies kann auch bei Schäden an den Mo-
torwicklungen auftreten, die eine anomale Stromaufnahme
verursachen.
Motor dreht sich bereits beim Start. Dies weist darauf hin, dass
8 versucht wird, die Maschine zu starten, wenn diese (oder der
Motor) bereits laufen.
Störung bei der Software des Mikrocontrollers oder Probleme
9 bei der Hardware. Tritt im Fehlerfall der Strom- und Lastmess-
kreise auf.
Schwache Batterie, weist darauf hin, dass die Sperre der Bürsten
10
eingegriff en hat.
(Diagnostiek LED, pagina 32, fi g.2, pos.17) Neem contact op met een bevoegd servicecentrum.
Aantal
Beschrijving van de fout
fl itsen
Rijbediening al actief bij inschakeling: de machine is gestart terwijl
1
de rijbediening al was ingeschakeld.
Accu niet voldoende geladen of onderspanning door een kortslui-
ting op het vermogen. Geeft aan dat de door het systeem gelezen
2 spanning lager is dan de minimale drempelwaarde voorzien voor de
correcte werking, en dat de versie van het systeem compatibel is met
de geïnstalleerde accu. Anders moet het systeem worden vervangen.
3 Maximale spanning op de accu.
Niet-aangesloten motor of slecht contact op het circuit van de motor.
4 Kan zich bijvoorbeeld voordoen als de borstels van de motor geen
correct contact maken met de rotor of als er losgeraakte kabels zijn.
5 Interne storing van de regelaar of massa op de motor.
6
Te hoge temperatuur vermogenscircuit; treedt op wanneer de tem-
peratuur van de mosfet's hoger is dan 75°C +/- 5°C, en dus wanneer
de machine onder omstandigheden van overbelasting heeft gefunc-
7 tioneerd, bijvoorbeeld te lang op steile hellingen of bij een buiten-
temperatuur boven de 40°C. Kan zich ook voordoen in geval van be-
schadiging van de motorwikkelingen, waardoor er sprake is van een
abnormale stroomopname.
Motor draait al bij de start. Signaleert dat er getracht wordt de machi-
8
ne te starten terwijl de motor al draait.
Storing van de software van de microcontroller of probleem van de
9 hardware. Doet zich voor in geval van een defect van de circuits voor
het meten van de stroom en voor het opladen.
Lege accu, geeft aan dat de blokkering van de borstels heeft inge-
10
grepen.
BESCHREIBUNG DER ALARME
BESCHRIJVING VAN DE ALARME
Abhilfe
Der Fahrbefehl muss deaktiviert werden, um die Signalisierung
auszuschalten. Sollte dies nicht der Fall sein, muss das Beschleu-
nigungssystem erneut eingestellt werden.
Sicherstellen, dass die Batterie nicht zu schwach ist. Im Bedarfs-
fall aufl aden. Eventuell kann überprüft werden, ob die elektri-
schen Anlage locker sind. Sollte das Problem auf diese Weise
nicht gelöst werden können, muss die Anlage ausgetauscht
werden.
Weist darauf hin, dass die Batteriespannung zu hoch ist und
folglich die Gefahr besteht, dass der Regler beschädigt wird.
Die Anschlüsse, die Funktionalität und die Integrität des Motors
prüfen.
Es könnte eine negative Dispersion im Motorstromkreis vorlie-
gen. Alternativ hierzu muss der Regler überprüft werden.
Abwarten, bis sich die Temperatur absenkt.
Die Maschine zuerst anhalten und dann das Startverfahren er-
neut durchführen.
Versuchen, die Maschine aus- und wieder einzuschalten. Sollte
die Störung weiterhin bestehen, muss der Regler kontrolliert
werden.
Die Batterie laden.
Verhelpen
De rijbediening moet gedeactiveerd worden om de het lampje uit te
schakelen. Gaat het lampje niet uit, dan kan het noodzakelijk zijn om
het systeem voor gas geven opnieuw te kalibreren.
Controleer dat de accu niet te leeg is; laad de accu op, indien nodig.
Controleer anders dat er geen sprake is van losgeraakte elektrische
aansluitingen. Als het probleem niet op deze manier wordt verhol-
pen, kan het noodzakelijk zijn om het systeem te vervangen.
Geeft aan dat de accuspanning te hoog is en dat het risico op bescha-
diging van de regelaar bestaat.
Controleer de aansluitingen, de werking en de intacte staat van de
motor.
Er zou op het circuit van de motor sprake kunnen zijn van lekstroom
naar min; anders moet de regelaar gecontroleerd worden.
Wacht tot de temperatuur daalt.
Stop de machine en probeer dan de startprocedure te herhalen.
Probeer de machine uit en weer in te schakelen; als de storing aan-
houdt, moet de regelaar gecontroleerd worden.
Laad de accu op.
79