het nodig is meer openingen in dezelfde afstand
van de materiaalkant te boren. Het is mogelijk
naar eigen keuze of een parallelle leiband aan de
ene kant of beide parallelle leibanden aan beide
kanten te gebruiken. De parallelle leiband wordt
of volgens de in gegrifte lijn aan het materiaal
(visuele controle volgens markering (1.1) aan de
basisplaat) ingesteld of volgens de schaal aan de
parallelle leiband. De parallelle leiband wordt in
de gewenste positie met behulp van een span-
schroef (2.1) vastgedraaid. Bij de kipbare uitvoe-
ring is het mogelijk het liniaal ook in de loodrechte
richting in te stellen (2.2).
6.7
Instelling van de kiphoek (GD 460 A)
Kipbare boorgestellen (GD 460 A) maken de
schuine boringen onder de hoek in de omvang
van 90° tot 45° mogelijk. Bij de verticale boringen
wijst de wijzer (18) op de schaal (17) de nul.
Voor de eventuele instelling van de hoek van de
helling worden twee spanmoeren losgemaakt
(16).
Nu is het mogelijk de leistangen in de gewenste
hoek te hellen.
Deze hoek kan men op de schaal (17) met een
precieze hoekverdeling vaststellen.
De wijzer (18) wordt aan de gewenste waarde
op de schaal ingesteld en dan worden beide
spanmoeren (16) weer vastgedraaid.
LET OP: Bij het gekipte boorgestel is het
om veiligheidsredenen nodig de basis-
plaat op het werkstuk tegen het glijden
te verzekeren. Een ideale bevestiging zijn
de spanelementen (Bijbehoren).
6.8
Correctie van de aanslagpositie (GD 460 A)
De verticale positie is bij de kipbare boorgestellen
uit de productiebedrijf met een aanslagschroef
(14) ingesteld.
Indien de ingestelde aanslagpositie aanvullend
bijgesteld worden zou, gaat men op volgende ma-
nier door:
de veiligheidsmoer (14.1) en de spanmoer (16)
losmaken.
Het voetstuk (15) op de schroefkop (14) vast-
slaan.
Door het draaien van de aanslagschroef in de
gewenste richting wordt de hoek in de nodige
positie gewijzigd.
De veiligheidsmoer (14.1) en de spanmoer (16)
weer vastdraaien.
De wijzer (18) kan ook na het losmaken van
de schroef (19) de positie wijzigen en in de ge-
wenste positie moet hij weer vastgeschroefd
worden.
6.9
Spannen van het boorgestel
Voor het spannen van het gestel op het materiaal
dienen de spanelementen (12). Deze kunnen op
de basisplaat (1) bevestigd worden.
Het spanelement van beneden naar de opening
(1.4) schuiven en van boven de spanmoer (12.1)
vastschroeven en vastdraaien.
Met behulp van een schroef (12.2) in de ge-
wenste positie vastdraaien.
De spanelementen (bijbehoren) worden altijd in
het paar van bijde zijden gebruikt. Het is raad-
zaam vier spanelementen te gebruiken.
Voor de materialen tot de maximale afmeting van
300 mm kunnen de spanelementen op de console
(13) bevestigd worden.
De schroeven (13.1) van beneden in de openin-
gen in het fundament (1.4) schuiven.
De consoles van boven op de schroeven (13.1)
zetten en met de moeren vastdraaien (13.2).
De consoles (Bijbehoren) worden in het paar (2
stuk) aangeboden. Het is nodig er voor te zorgen
dat het spannen van het gestel op de balk tussen
twee spanners (12) uitgevoerd wordt die op een
console geplaatst zijn (de verdeling van de krach-
ten in de langwerpige richting van de console)
en niet tussen twee consoles (zie afbeelding). De
consoles zijn zo geconstrueerd dat het mogelijk
is deze op beide grondsoorten van de gestellen
(loodrecht en hellend) in de langwerpige en lood-
rechte richting te spannen.
7
Boren
- Voor dat men begint te boren is het raadzaam
zich te verzekeren dat de spiraalboor en de
boormachine vast bevestigd zijn. De aanslagen
en de leischijf controleren of zij vast gezet zijn
en eventueel de spanelementen vastdraaien.
- Met geen botte of beschadigde boren werken.
- Bij het boren het toestel altijd met beide han-
den houden: met de ene hand op de aanvullen-
de houder van het boorgestel, met de andere
hand op de houder en op de schakelaar van de
boormachine.
- Voor het boren met de visuele controle volgens
de in gegrifte lijn dient de markering aan de ba-
sisplaat (1.2 en 1.3).
7.1
Leischijf
Voor de spiraalboren met de even doorsneden
wordt de leischijf gebruikt die een bestanddeel
van de levering is. Voor de spiraalboren met de
oneven doorsneden wordt de leischijf met oneven
doorsneden gebruikt die als bijbehoren wordt ge-
leverd.
27