LED-indicator aanduiding
012273
OPMERKING:
• Wanneer het LED-venster dooft, wordt het gereed-
schap uitgeschakeld om stroom te besparen. Om dan
de resterende accuspanning te controleren, drukt u de
trekkerschakelaar licht in.
• Het LED-venster dooft ongeveer één minuut nadat u de
trekkerschakelaar loslaat.
• Wanneer de temperatuur van het gereedschap te hoog
wordt, gaat het lampje een minuut lang één keer per
seconde knipperen en dan dooft het LED-venster. In
dat geval laat u het gereedschap afkoelen, voordat u
het weer in gebruik neemt.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Installeren of verwijderen van een schroefbit/
boorkop/inbussleutel (Fig. 12)
Gebruik alleen een schroefbit/boorkop/inbussleutel zoals
die in de afbeelding wordt getoond. Plaats geen ander
type schroefbit/boorkop/inbussleutel.
Voor gereedschappen met een ondiepe bitinsteek-
opening
Gebruik uitsluitend dit type bits. Volg
A = 12 mm
procedure (1).
B = 9 mm
(Opmerking) De bit-adapter is niet nodig.
006348
Voor gereedschappen met een diepe bitinsteek-
opening
A = 17 mm
Om deze typen bits te plaatsen, volgt u
B = 14 mm
procedure (1).
Om deze typen bits te plaatsen, volgt u
A = 12 mm
procedure (2).
B = 9 mm
(Opmerking) De bit-adapter is nodig om
het bit te plaatsen.
011405
1.
Om het bit te installeren, trekt u de klembus terug en
schuift u het bit zo ver mogelijk in de klembus. Laat
daarna de bus los om het bit te vergrendelen.
(Fig. 13)
2.
Om het bit te installeren, steekt u de bit-adapter met
het bit zo ver mogelijk in de klembus. De bit-adapter
moet met het puntige uiteinde eerst in de bus wor-
den gestoken. Laat daarna de bus los om het bit te
vergrendelen. (Fig. 14)
Om het bit te verwijderen, trekt u de bus in de richting
van de pijl en dan trekt u het bit krachtig eruit.
Resterende accuspanning
Ongeveer 20% of minder
LET OP:
• Raak de boorkop niet vlak na het boren aan, want die
wordt erg heet. Om de boorkop te vervangen, laat u die
eerst afkoelen.
OPMERKING:
• Als het bit niet diep genoeg in de bus wordt gestoken,
zal de bus niet naar haar oorspronkelijke positie terug-
keren en zal het bit niet goed vastzitten. In dat geval
dient u het bit opnieuw erin te steken volgens de
bovenstaande procedure.
• Nadat u het bit in de bus hebt gestoken, controleert u
dat het bit stevig vast zit. Als het bit uit de bus komt,
mag u het bit niet gebruiken.
Haak (optionele accessoire) (Fig. 15)
LET OP:
• Draai bij het bevestigen van de haak de schroef goed
vast. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot stukgaan van
het gereedschap of persoonlijk letsel.
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op te
hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het gereed-
schap worden bevestigd.
Om de haak te bevestigen, steekt u deze in een gleuf op
een zijkant en zet u hem vast met de schroef. Om de
haak eraf te halen, draait u de schroef los en haalt u de
haak eraf.
BEDIENING (Fig. 16)
LET OP:
• Schuif de accu er altijd volledig in totdat die op zijn
plaats vastklikt. Wanneer de rode indicator op de
bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de accu
niet volledig erin. Schuif hem volledig erin totdat de
rode indicator niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet,
kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en
u of anderen in uw omgeving verwonden.
• Als u het gereedschap aanhoudend blijft gebruiken tot-
dat de accu helemaal leeg is, laat u het gereedschap
dan ongeveer 15 minuten liggen voordat u doorgaat
met een verse accu.
Slagschroevendraaierstand
LET OP:
• Bij omschakelen naar de slagschroevendraaier-
stand dient u ter controle altijd even wat
houtschroeven vast te draaien. Als de functie niet
helemaal goed naar de slagschroevendraaierstand is
omgeschakeld, zou het gereedschap uw pols krachtig
kunnen verwringen, hetgeen letsel kan veroorzaken.
Schroeven indraaien
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt van
de schroefbit in de schroefkop. Oefen zoveel kracht op
het gereedschap uit als nodig is om de schroefbit op zijn
plaats te houden. Schakel vervolgens het gereedschap
in om de bediening te starten.
Bouten aandraaien (Fig. 17 en 18)
Het juiste draaikoppel kan verschillen afhankelijk van het
soort en de grootte van de schroef/bout, het materiaal
van het werkstuk waarin wordt gedraaid, enz. De relatie
tussen het draaikoppel en de draaitijd wordt aangegeven
in de afbeeldingen.
45