Montage van de voertuiginrichting
Voorbereiding
Voertuiginrichting volgens de CAD-planningste-
■
kening van uw WÜRTH verkoopadviseur in het
voertuig samenstellen.
Onderdelen met elkaar vastschroeven (zie mon-
■
tage- en bedieningsinstructies voor specifieke
onderdelen).
De meegeleverde bevestigings-
sets moeten volledig worden
gebruikt.
• Voor de montage van laden en koffermo-
dules moeten de uittrekbare delen worden
verwijderd.
• Greeplijsten en kunststof afdekkingen worden
niet gemonteerd geleverd, maar zijn los
bijgevoegd.
Demontage van laden- en koffermo-
dules (afb. I)
Door omhoog drukken de lijst ontgrendelen en
■
volledig uittrekken, tot de eindpositie bereikt
wordt.
De zijdelingse twee kunststof afsluitkappen
■
moeten met een stompe schroevendraaier voor-
zichtig worden verwijderd.
De schroeven aan beide kanten met een
■
Torx 25 losdraaien.
Tijdens het losdraaien van de
schroeven erop letten, dat de greeplijst
naar boven wordt gedrukt.
Greeplijst verwijderen
■
• De lade uit de geleiderails verwijderen.
• Zijdelings aan beide kanten tussen de
geleiderail en de lade een schroevendraaier
zetten en iets naar buiten drukken.
3 De lade kan uit de geleiderails worden verwij-
derd.
Na de demontage van alle laden worden de
■
geleiderails gedemonteerd.
Wees voorzichtig. Gevaar voor
verwonding
De volledig uitgetrokken geleiderail
met één hand vastpakken en naar bo-
ven draaien (rechter geleiderail met de
wijzers van de klok mee/ linker tegen
de wijzers van de klok).
Geleiderail naar boven uit de verankering
■
drukken.
Geleiderails worden na de montage van de
■
voertuigmodules weer terug in het voertuig
geplaatst.
Montage aan de voertuigbodem
De voorgemonteerde voertuiginrichting ca.
■
5 mm van de wand van het voertuig plaatsen.
Boorgaten voor de bodem- en zijbevestiging
■
vastleggen en volgens tekening A markeren.
Voertuiginrichting bevestigen.
■
• Het benodigde bevestigingsmateriaal is bij
elke onderconstructie bijgevoegd.
(Indien er een uitsparing nodig is, raadpleeg
dan de bijbehorende montagehandleiding.)
• Selecteer de bevestigingspunten voor de
verdieping van de voertuigbodem, zodat een
geschikte ondersteuning voor de schroefver-
binding aanwezig is.
Zwevende bodembevestiging
(aanbevolen) (afb.II)
Art. 0963 80 502
Hoeveel-
heid
4
4
4
4
Attentie
Bij het doorboren van voertuigbalken
en -platen bestaat er een verhoogd
gevaar voor verwondingen door
scherpe hoeken en randen!
Erop letten, dat er geen kabels,
leidingen of vloeistoftanks worden
beschadigd!
Benaming
Inslagmoeren
M 8
Inbusschroef
M 8 x 16
Sluitring
Ø 18
Versterkingsplaat
55 x 24,5
57