Voorbeeld:
U gebruikt een zoomobjectief met een bereik aan brandpuntsafstanden van 35
tot 105 mm. In dit voorbeeld stelt u de stand van de zoomreflector van de flitser
in op 35 mm.
Terugzetten naar autozoom
• Tip de ontspanknop op de camera even aan, zodat er een uitwisseling van
gegevens tussen camera en flitser plaats kan vinden.
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select', dat 'M Zoom' knipperend naast
de zoomstand (mm) wordt aangegeven.
• Druk zo vaak op de toets ( + ), dat de 105 mm stand overschreden wordt.
Daarbij wisselt de knipperende aanduiding van 'M Zoom' naar 'Zoom' (=
autozoomfunctie) en de zoomstand van de hoofdreflector
tisch aan de brandpuntsafstand aangepast. De instelling treedt onmiddellijk in
werking. Na ong. 5 seconden houdt de aanduiding op te knipperen en wordt
de de instelling automatisch opgeslagen.
Het terugzetten vanuit de manual zoomfunctie naar de autozoomfunctie
vindt ook plaats als de flitser opnieuw via zijn hoofdschakelaar
ingeschakeld.
Groothoekdiffusor
Met de ingebouwde groothoekdiffusor
ven met een brandpuntsafstand vanaf 18 mm worden aangepast (kleinbeeldfor-
maat).
Trek de groothoekdiffusor
uit de hoofdreflector
en laat hem los. De groothoekdiffusor
hoofdreflector wordt zodanig automatisch in de vereiste stand gezet. In het
display worden de afstandsaanduidingen en de zoomwaarde naar 18 mm
gecorrigeerd.
Voor het terugzetten de groothoekdiffusor
geheel inschuiven.
wordt automa-
wordt
kan de verlichtingshoek aan objectie-
tot de aanslag naar voren
klapt dan vanzelf naar beneden. De
90° naar boven klappen en hem
Mecabounce 58-90
Als op de hoofdreflector
van de flitser een Mecabounce 58-90 (accessoire;
zie 14) is gemonteerd, wordt de hoofdreflector
stand gestuurd. De aanduidingen van de afstand en de zoomstand worden op
16 mm gecorrigeerd.
SL
9.2 Remote-slaafflitsfunctie (
De flitser ondersteunt het draadloze TTL-Remote systeem in de functie van slaaf-
flitser. Hierbij kunnen een of meerdere slaafflitsers door een master-, c.q. con-
trollerflitser op de camera (bijv. de mecablitz 58 AF1-O digital) draadloos op
afstand worden aangestuurd.
Een slaafflitser kan aan één van drie mogelijke slaafgroepen (groep A, B of C)
worden toegewezen. De master-, c.q. controllerflitser kan al deze slaafgroepen
tegelijkertijd sturen en daarbij de individuele instellingen van elk der slaafgroe-
pen n acht nemen.
Opdat meerdere remote-systemen in dezelfde ruimte elkaar niet storen, staan u
vier onafhankelijke remote-kanalen (CH1, 2, 3 of 4) ter beschikking. Master-,
controller- en slaafflitsers die tot eenzelfde remote-systeem behoren, moeten alle
op hetzelfde kanaal ingesteld worden. De slaafflitsers moeten met de ingebouw-
de sensor voor de remote-functie
kunnen ontvangen.
Afhankelijk van het type camera kan ook een in de camera ingebouwde
flitser als master-, c.q. controllerflitser werken. Verdere aanwijzingen met
betrekking tot de instellingen op de master-, c.q. controllerflitser vindt u
in hun gebruiksaanwijzing.
Het instellen van de remote-slaaffunctie
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select', dat in het display
Voer met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling uit.
- Bij de aanduiding 'On' is de remote-slaaffunctie geactiveerd.
automatisch naar de vereiste
)
het licht van de master-, c.q. controllerflitser
SL
knippert.
51