Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select', dat in het display 'FB' knipperend
wordt aangegeven.
• Stel met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in. De mogelijke correc-
tiewaarden reiken van 1/3 tot 3 diafragmawaarden in stappen van 1/3 stop.
De correctiewaarde wordt altijd positief aangegeven.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong.. 5 seconden houdt de
aanduiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen.
Voor de eerste opname van het flitsbelichtingstrapje wordt in het display 'FB' en
'A' aangegeven. Voor de tweede opname wordt 'FB', 'B' en de minus-correctie-
waarde aangegeven en voor de derde opname 'FB' en 'C' en de plus-correctie-
waarde. Na de derde opname verdwijnt de aanduiding 'FB' en wordt het flitsbe-
lichtingstrapje gedeactiveerd.
Voor een volgend flitsbelichtingstrapje moet deze functie opnieuw worden
ingesteld!
9.4 Automatische uitschakeling
De automatische uitschakeling van het apparaat kan zo worden ingesteld, dat
deze na 10 minuten of na 1 minuut in werking treedt, c.q. gedeactiveerd wordt.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select', dat het kloksymbool
Stel met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in.
• Bij de aanduiding '10 min' is de automatische uitschakeling geactiveerd en het
gebeurt na 10 minuten.
• Bij de aanduiding '1 min' is de automatische uitschakeling geactiveerd en het
gebeurt na 1 minuut.
• Bij de aanduiding 'OFF' is de automatische uitschakeling gedeactiveerd.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aan-
duiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na het
activeren van de automatische uitschakeling wordt in het display
ven.
9.5 Instellicht ( 'ML')
Bij het instellicht (ML = Modelling Light) gaat het om stroboscopisch flitslicht met
een hoge frequentie. Bij een duur van ong. 5 seconden ontstaat de indruk van
een quasi continulicht. Met het instellicht kunnen de lichtverdeling en schaduw-
vorming reeds vóór de opname worden beoordeeld. Het instellicht wordt met de
ontspanknop voor handbediening
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select', dat in het display 'ML' knippert.
Stel met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in.
• Bij de aanduiding 'ML ON' is de instellichtfunctie geactiveerd.
• Bij de aanduiding 'ML OFF' is de instellichtfunctie gedeactiveerd.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aan-
duiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na het
activeren van de instellichtfunctie wordt in het display 'ML' aangegeven.
9.6 Extended-zoomfunctie ('Ex')
Bij de extended-zoomfunctie wordt de zoomstand van de hoofdreflector
stap lager ingesteld dan de brandpuntsafstand van het objectief. De daaruit
knippert.
resulterende, verbrede, grotere verlichtingshoek zorgt in ruimten voor extra stro-
oilicht (reflecties) en daardoor voor een zachter flitslicht.
Voorbeeld:
De brandpuntsafstand van het objectief op de camera bedraagt 50 mm. In de
extended-zoomfunctie stuurt de flitser de hoofdreflector naar de zoomstand van
35 mm. In het display wordt verder wel 50 mm aangegeven.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select', dat 'Zoom' aangegeven wordt en
'Ex' knippert. Stel met de toetsen (+) en (-) dan de gewenste instelling in.
aangege-
ontstoken.
een
53