Inbedrijfstelling
1.
Isolatiestrook verwijderen
Zodra de zwarte isolatiestrook van het batterijcontact is
verwijderd, is het apparaat in bedrijf.
2.
Apparaat demonteren van de voet
Handelen volgens afbeelding A en B.
3.
Bedrading controleren
De aansluitingen zijn weergegeven in hoofdstuk
"Aansluitschema".
4.
Configuratie d.m.v. DIP-Switch
4.1
Begrenzing van de verlaagde gewenste
waarde
3...29 °C (standaard)
16...29 °C
4.2
Schakelcyclus
Self learning
Standaard
PID 12
Normaal regeltraject:
Voor toepassingen op plaatsen met
normale temperatuurschommelingen.
PID 6
Snel regeltraject:
Voor toepassingen op plaatsen met grote
temperatuurschommelingen (bijv.
gaswandketel in combinatie met
lichtgewicht radiatoren).
2-Pt
Moeilijk regeltraject:
Zuivere tweepuntsregelaar met
schakeldifferentie van 0,5 °C
(b.v. luchtverwarming).
4.3
Reset
Na verandering van één of meer DIP-Switch-posities moet
een Reset worden uitgevoerd!
Igångkörning
1.
Ta bort isolerpapperet
När det svarta isolerpapperet vid batterikontakten tagits
bort är apparaten i drift.
2.
Demontera reglerenheten från
bottenplatta
Se bild A och B.
3.
Kontrollera den elektriska
inkopplingen
Anslutningarna framgår av avsnitt "Kopplingsscheman".
4.
Konfiguration med vippomkopplare
4.1
Begränsning av börvärde för sänkt
temperatur
3...29 °C (leveransinställning)
16...29 °C
4.2
Omkopplingscykel
Self learning
Adaptiv styrning (Standard):
För alla tillämpningar.
PID 12
Normalt reglerobjekt:
Används i anläggning med normala
temperaturvariationer.
PID 6
Snabbt reglerobjekt.
Används i anläggning med stora
temperaturvariationer.
CE1G2222xx
5.
Apparaat weer op de voet monteren
Handelen volgens afbeeldingen E en F.
6.
Functiecontrole
a) Display controleren. Als geen weergave verschijnt,
moeten de inbouw en de werking van de batterijen
worden gecontroleerd.
b) Frontdeksel open klappen, instelkeuzeschuif op
zetten.
c) Met de plustoets
instellen.
d) Instelkeuzeschuif op AUTO/RUN instellen.
e) Het relais en daarmee het aangesloten apparaat
moeten na circa 1 minuut schakelen. Als dit niet het
geval is:
• Aangesloten apparaat en bedrading controleren.
• Eventueel is de ruimtetemperatuur hoger dan 29 °C.
f) De gewenste temperatuur
oorspronkelijke waarde instellen (20 °C).
7.
Aanwijzingen
• Als in de referentieruimte thermostatische
radiatorafsluiters zijn geïnstalleerd, moeten deze
volledig worden geopend en geblokkeerd.
• De plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties
dienen te worden opgevolgd.
• Af fabriek zijn alle DIP-Switches op OFF ingesteld.
• De gewijzigde DIP-switchinstellingen worden door en
DIP-swich reset geactiveerd.
2-Pt
Svårt reglerobjekt.
Tvålägesregulator med 0,5 °C
kopplingsdifferens.
4.3
Återställning av DIP-omkopplare (Fig. 1)
När DIP-omkopplarens läge har ändrats, måste DIP-
omkopplaren återställas genom att trycka på RESET-
knappen. Annars kvarstår den tidigare inställningen!
5.
Montera apparaten på bottenplattan
Se bild E och F.
6.
Funktionskontroll
a) Kontrollera indikeringen. Visas ingen indikering, bör
batterierna kontrolleras.
b) Fäll ut frontlocket och skjut inställningsreglaget till läge
.
c) Sätts börvärdestemperaturen till 29 °C med
plusknappen
d) Skjut inställningsreglaget till läge "AUTO/RUN".
e) Reläet och därmed ställdonet bör slå till efter 1 minut.
Om detta inte inträffar:
• Kontrollera den elektriska inkopplingen.
• Eventuellt ligger temperaturen högre än 29 °C.
f) Återställ till önskad rumstemperatur
03.07.2003
de gewenste temperatuur op 29 °C
weer op de
.
(20 °C).
5/12