WIDE
= Breedbandluidspreker
PHANTOM = Geen centrale luidspreker
(kan enkel geselecteerd worden
in de Pro-Logic mode)
THEATER/HALL met extra effecten voor het
driedimensionale geluid
7 TAPE 2-toets om een tweede cassettedeck te
selecteren of voor de voorafluistering van een op-
name. Via deze ingang kan ook een equalizer
tussengeschakeld worden. De luidsprekers wor-
den dan door de signaalbron aan de ingang
TAPE 2 aangestuurd. Alle andere uitgangen blÿ-
ien het signaal ontvangen dat met de INPUT
SELECTOR-toets (10) geselecteerd is.
8 LINE STRAIGHT-toets voor een lineaire weer-
gave zonder Pro-Logic en zonder invloed van de
equalizer.
wordt rechts op het dis-
LINE STRAIGHT
play getoond en alle Pro-Logic-functies worden
automatisch uitgeschakeld.
9 Gemeenschappelijke volumeregelaar voor alle
kanalen.
10 Keuzeschakelaar om de ingangsbron te kiezen.
Bij draaien van links naar rechts selecteert men
de volgende bronnen:
TUNER (golflengte van het station wordt getoond)
PHONO
CD
TAPE 1
AUX
VIDEO 1
VIDEO 2
11 ON/STAND BY-toets om het toestel in te schake-
len of in stand by te plaatsen
12 Hoofdtelefooningang
13 Keuzetoetsen voor het frontluidsprekerpaar A of
B. Links op het display wordt
toond. Voor weergave enkel via de hoofdtelefoon
kunnen de de luidsprekers ook met deze toetsen
uitgeschakeld worden.
14 MONO/STEREO-toets om over te schakelen tij-
dens FM-ontvangst.
NORMAL
= Sistema de altavoz central com-
pacto
WIDE
= Sistema de altavoz HiFi amplio
rango
PHANTOM = Sin altavoz central (solo puede
seleccionarse en el modo Pro-
Logic)
THEATER/HALL para funcionar con sonido tridi-
mensional.
7 Botón TAPE 2, permite seleccionar la salida de
otra platina o de control de grabación sobre la
misma (monitorizage) o para insertar un equali-
zador. Entonces, los altavoces se alimentan a
través de la fuente conectada a esta entrada. To-
das las otras salidas reciben la señal que se con-
muta por el selector INPUT SELECTION (10).
8 Botón LINE STRAIGHT para una reproducción li-
neal sin Pro-Logic y sin la influencia del equaliza-
dor.
se visualiza a la derecha, y
LINE STRAIGHT
todas las funciones Pro-Logic se desconectan
automáticamente.
9 Control de volumen común para todos los cana-
les
10 Selector de entrada, para seleccionar la fuente
de audio deseada. Girando hacia la derecha o a
la izquierda, se van sucediendo una detrás de
otra:
TUNER (Con la frecuencia de la emisora visualizada)
PHONO
CD
TAPE 1
AUX
VIDEO 1
VIDEO 2
11 Botón ON/STAND BY para conmutar el equipo
entre modo operativo o en modo de espera.
12 Conexión de auriculares
13 Botones de selección para la pareja de altavoces
frontales A o B. Se visualiza a la izquierda de la
pantalla
o
. Para la reproducción solo
SPEAKERS A
B
con auriculares, pueden desconectarse todos los
altavoces, el botón correspondiente.
15 TEST TONE-toets om de ruisgenerator in te
schakelen. Met deze ruisgenerator kan het vo-
lume van de luidsprekers op een eenvoudige
wijze op elkaar afgestemd worden. Deze functie
wordt gebruikt bij werking Dolby Pro-Logic.
16 CENTER LEVEL- en REAR LEVEL-toetsen om,
bij gebruik van Dolby Pro-Logic, het volume van
de centrum- en de surround-luidsprekers in com-
binatie met de frontluidsprekers af te regelen.
17 AUTO-toets om over te schakelen van de manu-
ele naar de automatische zoekfunctie (AUTO tu-
ning). Wanneer AUTO geactiveerd is (verschijnt
bovenaan links op het display), dan kan met de
TUNING-toetsen (20) automatisch vooruit of ach-
teruit gezocht worden. Als de AUTO-functie uitge-
schakeld is, wordt de frequentie manueel ver-
hoogd of verlaagd met de TUNING-toetsen.
18 Door P.CALL-toets kort in te drukken schakelt
men over naar het volgende gepreselecteerde
station. Houdt men de toets ingedrukt, dan hoort
men de verschillende preselecties snel na elkaar.
19 Met de BAND-toets schakelt men tussen FM en
AM. Het display toont
deraan links.
20 Met de TUNING-toetsen regelt men af op een ra-
diostation. Wordt de functie AUTO geactiveerd
met de AUTO-toets (17), dan start men de auto-
tuning voorwaarts of achterwaarts met de TU-
NING-toetsen. Wanneer de AUTO-functie uitge-
schakeld is, verhoogt of verlaagd men manueel
de frequentie met de TUNING-toetsen.
21 DELAY TIME-toets om de tijdsvertraging van het
signaal voor de surround-luidsprekers in te stel-
len (enkel bij Pro-Logic, Theater en Hall).
22 Equalizer
23 LOUDNESS-toets voor versterking van de lage
of
ge-
SPEAKERS A
B
tonen bij een laag geluidsvolume.
24 Balance-regeling
2.2 Achterzijde van het toetsel
25 Aansluiting voor een FM-antenne (75 Ω)
14 Botón MONO/ESTÉREO para la recepción en
FM.
15 Botón TEST TONE para la conexión del genera-
dor de ruido y facilitar el ajuste de la corrección
de volumen de todos los altavoces en modo
Dolby Pro-Logic.
16 Botones CENTER LEVEL y REAR LEVEL para el
ajuste del volumen en los altavoces surround y
central en relación con los altavoces frontales en
modo Dolby Pro-Logic.
17 Botón AUTO para conmutar de manual a au-
tomática, la función de búsqueda de emisora
(AUTO tuning). Si se activa AUTO (indicado a la
izquierda de la pantalla), con los botones
TUNING (20), se realiza automáticamente la
búsqueda hacia atrás o hacia delante. Si se des-
conecta la función AUTO, con los botones de TU-
NING la búsqueda de las frecuencias se realiza
manualmente.
18 Botón P.CALL, con una presión corta, selecciona
la próxima emisora memorizada. Si el botón se
mantiene presionado, se van sucediendo todas
las emisoras memorizadas, una detrás de otra,
escuchándolas un breve instante.
19 Botón BAND para la recepción de FM o AM. El
display visualiza respectivamente
parte izquierda.
20 Botones TUNING para el ajuste de sintonía. Si la
función AUTO se activa con el botón AUTO (17),
con los botones TUNING se localizan las emi-
soras automáticamente hacia delante o detrás.
Si la función AUTO está desactivada, con los bo-
tones TUNING la sintonización se realiza ma-
nualmente.
21 Botón DELAY TIME, para el retardo de tiempo en
los altavoces surround (solo funcionando con el
sistema Pro-Logic, Teatro y Salón).
22 Equalizador
23 Botón LOUDNESS para la amplificación de gra-
ves en los momentos de uso a volúmenes redu-
cidos.
24 Control de balance
26 Aansluitklemmen voor een AM-antenne
27 Ingang voor een platenspeler met MD-element
28 Ingang voor een CD-speler
29 Ingangen PLAY en uitgangen REC voor casset-
tedecks 1+ 2
30 Ingang voor een ander toestel met lijnuitgang
31 Audio-ingang en -uitgang voor een videorecorder
32 Audio-ingang Video 2, bijvoorbeeld voor een TV-
toestel.
33 Luidsprekeraansluitingen voor twee paar front-
luidsprekers
34 Luidsprekeraansluitingen voor de centrumluid-
sprekers
35 Luidsprekeraansluitingen voor de surround-luid-
sprekers
36 Video-ingang en uitgang voor een videorecorder
37 Video-ingang voor een tweede videorecorder
38 Video-uitgang voor de TV-set, bijvoorbeeld een
monitor
39 3,5 mm-jack voor de systeemregeling van op el-
respectievelijk
, on-
FM
AM
kaar afgestemde toestellen
40 Voedingsspanning 230 V~/50 Hz voor andere
Hifi-toestellen die samen met de receiver dienen
in- en uitgeschakeld te worden. De toestellen
mogen samen een vermogen hebben van max.
120 W.
41 Netsnoer (230 V~/50 Hz)
3 Opstelling van de luidsprekers
Om een optimaal driedimensionaal geluid met het
Dolby Pro-Logic-systeem te verkrijgen, is een cor-
recte opstelling van de luidsprekers zeer belangrijk.
Uiteraard is het onmogelijk de aanbevelingen voor
100 % toe te passen aangezien iedere kamer anders
is.
3.1 Frontluidsprekers
Wanneer het televisietoestel eveneens geïntegreerd
is in het Dolby Pro-Logic-systeem, dan moeten de
2.2 Panel Trasero
25 Conexión de antena 75 Ohmios para FM
26 Terminales con rosca para antena AM
27 Entrada para giradiscos con sistema magnético
28 Entrada para reproductor de CD
29 Entradas PLAY y salidas REC para platinas cas-
sette 1+ 2.
30 Entrada para otro equipo con salida línea
31 Entrada y salida audio para videocassette
32 Entrada audio de video 2, por ejemplo para TV
33 Terminal de conexiones para dos parejas de alta-
voces frontales
34 Terminal de conexiones para el altavoz central
35 Terminal de conexiones para altavoces surround
36 Entrada y salida video para videocassette
37 Entrada video para un segundo videocassette
38 Salida video para TV, por ejemplo como monitor
39 Conexión jack de 3,5 mm para el control de los
correspondientes equipos
40 Alimentación 230 V~/50 Hz para otros dispositi-
vos HiFi, siempre que tengan que encenderse y
apagarse conjuntamente con el equipo. Con una
potencia máxima de 120 W.
o
en la
AM
FM
41 Cable de conexión a red 230 V~/50 Hz
3 Colocación de los altavoces
Para obtener un óptimo sonido en 3 dimensiones
con el sistema Dolby Pro-Logic, tiene una impor-
tancia especial la correcta colocación de los altavo-
ces. Seguramente no podrán seguirse las recomen-
daciones al 100 % en todas las salas, ya que todas
tienen sus condiciones y requerimientos individuales
y como no también, sus limitaciones.
3.1 Altavoces frontales
Si la TV también se integra en el sistema Dolby Pro-
Logic, los altavoces frontales deben colocarse a la
misma distancia, a izquierda y derecha, de la TV.
NL
B
E
23