Mixen Van De Aangesloten Geluidsbronnen; Voorafluistering Van De Kanalen; Aankondigingen Via De Dj Microfoon - IMG STAGELINE MMX-830 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

NL
5.1 Mixen van de aangesloten
geluidsbronnen
B
1) Het totale volume van de aangesloten geluidsbron-
nen kan geregeld worden met behulp van de
masterregelaars (20) en (21). Het uitgangsniveau
dat geregeld wordt met de masterregelaar
MASTER A (20), gaat naar de masteruitgang
MASTER A (31), het uitgangsniveau dat geregeld
wordt met de masterregelaar MASTER B (21) gaat
naar de masteruitgang MASTER B (30). Voor de
niveauregeling van de aangesloten bronnen,
plaatst u de masterregelaars in een stand die on-
2
geveer
/
van het maximum bedraagt, bv. stand 7.
3
2) Bij het indrukken van de keuzetoets (17) ge-
ven de VU-meters (4) het uitgangsniveau van het
mastersignaal aan: het uitgangsniveau van het
masterkanaal MASTER B, indien de toets (18)
niet ingedrukt wordt, het uitgangssignaal van
masterkanaal MASTER A, indien de toets (18)
wel ingedrukt wordt.
3) Regel het niveau van de ingangskanalen met
behulp van de schuifregelaars (11). De schuifre-
gelaars moeten zich na de niveauregeling in
ongeveer
2
/
van de maximumwaarde bevinden,
3
zodat het regelgebied voor in- en uitmengen vol-
doende groot is. De niveaus dienen op dezelfde
manier met de volumeregelaars (6) ingesteld te
worden als de schuifregelaars zich bijna in mini-
mum- of maximumpositie bevinden.
Overbelastingen worden voor elk kanaal aan-
geduid door het oplichten van de PEAK LED (9).
4) Regel met behulp van de equalizers (7) de
geluidskarakteristieken van de kanalen 1 tot 8 en
van het kanaal DJ MIC. De lage, hoge en middel-
ste frequenties kunnen ofwel 12 dB verhoogd of
12 dB verlaagd worden door de drie schuifrege-
laars in te stellen. Wanneer de regelaars zich in
de middelste stand bevinden, wordt de frequentie
niet veranderd.
5) Regel met de balansregelaars BAL (8) de balans
voor de stereo-ingangskanalen 1 tot 8. De ba-
lansregelaars functioneren als panoramarege-
laars, wanneer er mono-signalen naar deze kana-
len gestuurd worden.
E
También es posible la preescucha de la señal del
master estéreo con los auriculares o monitor. La sa-
lida del nivel del master depende de la posición del
control (post fader) seleccionado con el botón (18).
5.2.1 Monitorizar via auriculares
1) Conectar los auriculares (≥ 8 Ω) al jack (13).
2) Para escuchar un canal, apretar PFL (10) de
dicho canal. El LED se ilumina indicando su fun-
cionamiento.
3) Si desea escuchar un canal de entrada, no apretar
el selector (17). El VU meter (4) indicará el nivel de
señal del canal seleccionado con el PFL (10).
El selector (17) debe estar apretado si
master va a ser monitorizado. El VU meter indi-
cará el nivel de salida del canal master seleccio-
nado con el botón (18).
4) Ajustar el volumen de los auriculares con el con-
trol VOL (15).
ATENCIÓN: Nunca ajustar los auriculares a volu-
men máximo. Elevados volúmenes permanentes
pueden dañar el oído de las personas. El oído pu-
ede acostumarse a los altos volúmenes y no darse
cuenta de lo elevado que se encuentra. No incre-
mentar los volúmenes elevados después de usarlo.
5.2.2 Monitores
1) Conectar el sistema de monitores a MONITOR (32).
2) Para escuchar un canal, no apretar PFL (10) del
canal correspondiente. El LED del canal selec-
cionado se iluminará.
3) Para monitorizar una entrada, no apretar el selec-
tor (19). Las señales escuchadas del pre-fader de
las entradas seleccionadas con PFL (10) se
encuentran en salida monitor.
El selector (19) debe estar apretado si la señal
master estéreo es enviada a la salida monitor.
Seleccionar el canal master deseado con el botón
(18).
4) Utilizar el fader de monitor (12) para ajustar el
nivel de señal la cual va a ser enviada a éste.
14

5.2 Voorafluistering van de kanalen

Elke geluidsbron die aangesloten is op het meng-
paneel kan afzonderlijk voorbeluisterd worden via de
hoofdtelefoon of een voorafluisteringssysteem, zelfs
wanneer de overeenkomstige schuifregelaar (11) in
de minimumstand staat (pre-fader). Met behulp van
de PFL-functie kan de optimale stand van de volu-
meregelaars tijdens de niveauregeling bepaald wor-
den. Bovendien kunt u via de voorafluistering van
een ingangskanaal het juiste moment selecteren,
waarop een bepaalde geluidsbron ingemengd wordt.
Het is ook mogelijk om de stereo-mastersignalen
via de aangesloten hoofdtelefoon of via het voor-
afluisteringssysteem voor te beluisteren. Het uit-
gangsniveau van het stereo-masterkanaal is afhan-
kelijk van de instelling van de masterregelaar
(post-fader) die met de toets (18) geselecteerd
wordt.
5.2.1 Voorafluistering via een hoofdtelefoon
1) Verbind de hoofdtelefoon (≥ 8 Ω) met de jack (13).
2) Druk voor de voorafluistering van een ingangska-
naal op de PFL-toets (10) van het overeenkom-
stige ingangskanaal. De overeenkomstige LED
naast de toets licht op als indicatie van de voor-
afluisteringsfunctie.
3) Om een ingangskanaal voor te beluisteren, hoeft
de toets (17) niet ingedrukt te worden. De VU-
meters (4) geven dan het signaalniveau weer van
het kanaal dat met de PFL-toets (10) geselec-
teerd werd.
Om een masterkanaal voor te beluisteren, wordt
de toets (17) ingedrukt. De VU-meters geven dan
het uitgangsniveau weer van het masterkanaal
dat met de toets (18) geselecteerd werd.
4) Stel de hoofdtelefoon op het gewenste volume in
met behulp van de VOL-regelaar (15).
5.3 Avisos vía micrófono DJ
Con el TALKOVER apretado (16) los niveles de otras
entradas se atenúan durante el aviso emitido a tra-
vés del micrófono DJ conectao al jack (1) o (23). El
LED correspondiente se ilumina para indicar la fun-
ción. Ajustar la atenuación deseada (0 dB hasta
20 dB) con el control TALK (14). La mayor atenua-
ción (20 dB) se encuentra en la posición "0" del con-
trol; a más giro, menos atenuación.
5.4 Función fader de giradiscos y CD's
Los platos y CD's de los canales 5–8 pueden po-
nerse en funcionamiento con control remoto. La cor-
respondiente entrada de la unidad debe conectarse
el
a uno de los jacks FADER START en el panel poster-
ior del mezclador (ver fig. 4).
Unidad al canal 5: Conectar al CH5 (26)
Unidad al canal 6: Conectar al CH6 (27)
Unidad al canal 7: Conectar al CH7 (36)
Unidad al canal 8: Conectar al CH8 (35)
Abriendo el correspondiente fader (11) el interruptor
se cierra y así se pone en marcha el giradiscos o lec-
tor de CD. Si el fader se coloca al mínimo, el inter-
ruptor se abre y la unidad conectada se para.
6,3 mm jack para el arranque eléctrico
Si se inserta un conector mono en el FADER START,
un contacto del fader se conecta a masa. Si el fader
no funciona en este caso, deberá utilizar un conector
estéreo.
OPGELET: Stel het volume van de hoofdtelefoon
nooit te hoog in. Langdurige blootstelling aan
hoge volumes kan het gehoor beschadigen. Het
gehoor raakt aangepast aan hoge volumes die na
een tijdje niet meer zo hoog lijken. Verhoog daa-
rom het volume niet nog meer, nadat u er gewend
aan bent geraakt.
5.2.2 Voorafluistering via het voorafluisterings-
systeem
1) Sluit het voorafluisteringssysteem aan op de
MONITOR-jacks (32).
2) Om een ingangskanaal voor te beluisteren, wordt
de PFL-toets (10) van het desbetreffende kanaal
ingedrukt. De overeenkomstige LED naast de
toets licht op als indicatie van de voorafluiste-
ringsfunctie.
3) Om een ingangskanaal voor te beluisteren, hoeft
de toets (19) niet ingedrukt te worden. De pre-
fader-signalen van de ingangskanalen, die met
de PFL-toets (10) geselecteerd werden, worden
naar de voorafluisteringsuitgang gestuurd.
Om een stereo-mastersignaal naar de voor-
afluisteringsuitgang te sturen, wordt de toets (19)
ingedrukt. Selecteer het gewenste masterkanaal
met de toets (18).
4) Regel met de voorbeluisteringsschuifregelaar (12)
het signaalniveau dat naar het voorafluisterings-
systeem gestuurd wordt.

5.3 Aankondigingen via de DJ microfoon

De niveaus van alle andere ingangskanalen worden
tijdens aankondigingen via de DJ-microfoon op jacks
(1) resp. (23) gedempt door op de TALKOVER-toets
(16) te drukken. De overeenkomstige LED naast de
toets licht op als indicatie van de talkover-functie.
Regel met behulp van de TALK-regelaar (14) het
gewenste dempingsniveau tussen 0 dB en 20 dB. De
sterkste demping (20 dB) wordt bereikt in de "0"-
stand van de regelaar; hoe hoger de regelaar
gedraaid wordt, des te zwakker het dempingsniveau.
6
Características técnicas
Entradas
8 x Mono Mic:. . . . . . . 3 mV/600 Ω
1 x Mono DJ Mic: . . . . 3 mV/600 Ω
6 x Línea estéreo: . . . 150 mV/100 kΩ
2 x Phono estéreo: . . . 3 mV/50 kΩ (RIAA)
Salidas
2 x Master: . . . . . . . . . 1 V/600 Ω, 8 V max.
1 x Monitor: . . . . . . . . 1 V/600 Ω, 8 V max.
2 x Record:. . . . . . . . . 0,775 V/600 Ω, 4 V max.
Rango frecuencias: . . . . 20–20 000 Hz
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . 0,1 %
Relación señal/ruido:
Line: . . . . . . . . . . . . . . 70 dB
Mic:. . . . . . . . . . . . . . . 55 dB
Phono: . . . . . . . . . . . . 55 dB
Controles tono
9 x Graves:. . . . . . . . . ±12 dB/100 Hz
9 x Medios:. . . . . . . . . ±12 dB/1 kHz
9 x Agudos: . . . . . . . . ±12 dB/10 kHz
Talkover: . . . . . . . . . . . . . 0–20 dB, ajustable
Start
Stop
±0,5 dB (RIAA ±2 dB)

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

20.0840

Tabla de contenido