NL
INBEDRIJFSTELLING
4.5
BIJ EERSTE INBEDRIJFSTELLING
REINIGING VAN CONSERVERINGSMIDDELEN
Apparaat met aanzuigsysteem
1. Dompel het aanzuigsysteem in een met een geschikt
reinigingsmiddel gevuld reservoir (advies: water).
Apparaat met topreservoir
2. Vul geschikt reinigingsmiddel in het topreservoir
(advies: water).
3. Ontlastingsventiel
(2)
(circulatie).
4. Apparaat inschakelen.
5. Draai de drukregelknop (1) helemaal naar rechts.
6. Wacht tot het reinigingsmiddel bij de retourslang vrijkomt.
7. Draai de drukregelknop (1) ca. één slag terug.
8. Ontlastingsventiel (2) sluiten, ventielpositie
In de hogedrukslang wordt druk opgebouwd (te zien op
de drukmeter (3)).
9. Richt de spuitkop van het spuitpistool in een open
opvangreservoir en haal de trekker van het spuitpistool
over.
10. Door de drukregelknop (1) naar rechts te draaien, wordt
de druk verhoogd. Stel op de drukmeter ca. 10 MPa (100
bar) in.
11. Spuit het reinigingsmiddel uit het apparaat gedurende
ca. 1-2 min (~5 liter) in het open opvangreservoir.
4.6
APPARAAT (HYDRAULISCH SYSTEEM)
ONTLUCHTEN WANNEER HET GELUID VAN HET
INLAATVENTIEL NIET HOORBAAR IS
1. Schakel het apparaat in.
2. Draai de drukregelknop (1) drie slagen naar links.
3. Ontlastingsventiel
(2)
(circulatie). Het hydraulische systeem wordt ontlucht. Laat
het apparaat twee tot drie minuten ingeschakeld.
4. Draai de drukregelknop (1) helemaal naar rechts.
5. Druk kort op de ventielknop (4).
Het geluid van het inlaatventiel is hoorbaar.
6. Als dit niet het geval is, herhaalt u de stappen 2 tot 4 of
slaat u zachtjes met een kleine hamer op het oppervlak
van het uitlaatventiel.
46
openen,
ventielpositie
(spuiten).
openen,
ventielpositie
Super Finish 33 PRO
2
4.7
APPARAAT MET BEDEKKINGSMATERIAAL IN
GEBRUIK NEMEN
Apparaat met aanzuigsysteem
1. Dompel het aanzuigsysteem in een met
bedekkingsmateriaal gevuld reservoir.
Apparaat met topreservoir
2. Vul bedekkingsmateriaal in het topreservoir.
3. Druk meerdere malen op de inlaatventielknop (4) om
het inlaatventiel, als het eventueel vastgeplakt zit, los te
maken.
4. Ontlastingsventiel
(2)
(circulatie). Het apparaat start.
5. Draai de drukregelknop (1) helemaal naar rechts.
Wanneer het geluid van de ventielen verandert, is het
apparaat ontlucht en zuigt het bedekkingsmateriaal aan.
6. Draai de drukregelknop (1) ca. een slag terug er zodra
bedekkingsmateriaal uit de retourslang vrijkomt.
7. Ontlastingsventiel (2) sluiten, ventielpositie
In de hogedrukslang wordt druk opgebouwd (te zien op
de drukmeter (3)).
8. Haal de trekker van het spuitpistool over en spuit in een
open opvangreservoir om resterend reinigingsmiddel uit
het apparaat te verwijderen. Sluit het spuitpistool zodra er
bedekkingsmateriaal uit de spuitkop vrijkomt.
9. Stel de spuitdruk in door de drukregelknop (1) te
verdraaien.
10. Het apparaat is gereed om te spuiten.
4
3
openen,
ventielpositie
(spuiten).
1