Plaatsing Op Een Oneffen Ondergrond; Overzicht Van Toepassingen; Toepassingsgebieden; Bedekkingsmateriaal - WAGNER SUPER FINISH 33 PRO Manual De Instrucciones

Super Finish 33 PRO
1.20

PLAATSING OP EEN ONEFFEN ONDERGROND

De voorzijde moet omlaag wijzen om wegglijden te
voorkomen.
Het apparaat mag niet op schuine ondergronden worden
gebruikt, omdat het door de trillingen de neiging heeft te
verplaatsen.
2

OVERZICHT VAN TOEPASSINGEN

2.1

TOEPASSINGSGEBIEDEN

Super Finish 33 Pro is een elektrisch aangedreven
apparaat voor het luchtloos (airless) verstuiven van diverse
bedekkingsmaterialen. Het is tevens geschikt voor gebruik
met de van binnenuit gevulde verfroller die als accessoire
verkrijgbaar is.
De Super Finish 33 Pro kan zowel in werkplaatsen als op
bouwplaatsen worden gebruikt.
De apparaatprestaties van de Super Finish 33 Pro zijn
ontworpen voor de verwerking van muurverf voor kleine en
grote objecten, evenals corrosiebescherming en brandwering.
In het lakbereik is het toestel geschikt voor alle gebruikelijke
werkzaamheden, zoals:
deuren, deurkozijnen, balustrades, houten betimmeringen,
hekwerken, radiatoren en stalen onderdelen.
Voor lakwerkzaamheden wordt het gebruik van een bovenste
reservoir aanbevolen.
2.2

BEDEKKINGSMATERIAAL

Verwerkbare materialen
In water verdunbare en oplosmiddelhoudende lak en lakverf,
tweecomponentenmateriaal, dispersies, latexverf, buitenverf,
dak- en vloercoatings, vlam- en corrosiewerend materiaal.
Andere bedekkingsmaterialen mogen uitsluitend worden
verwerkt na overleg met WAGNER omdat zowel duurzaamheid
als veiligheid van het apparaat daardoor nadelig kunnen
worden beïnvloed.
Let erop dat de te verwerken
bedekkingsmaterialen geschikt zijn voor
Airless.
Het apparaat kan bedekkingsmaterialen verwerken met
een viscositeit tot 25.000 mPas. Wanneer de spuitcapaciteit
bij zeer viskeuze bedekkingsmaterialen te sterk terugloopt,
moeten deze conform de informatie van de fabrikant worden
verdund.
Bedekkingsmateriaal voor aanvang van het werk goed
omroeren.
Let op! Let erop bij het roeren van
bedekkingsmateriaal, met name met
motoraangedreven roerwerken, dat er bij
het roeren geen luchtbellen in het materiaal
worden geroerd.
Luchtbellen verstoren het spuiten en kunnen
zelfs leiden tot onderbrekingen van de
werkzaamheden.
2.2.1
BEDEKKINGSMATERIALEN MET SCHERPE
TOESLAGSTOFFEN
Deze deeltjes hebben een sterk abrasieve werking op ventielen
en spuitkop, maar ook op het spuitpistool. De levensduur van
deze slijtdelen wordt daardoor aanmerkelijk bekort.
2.2.2

TWEECOMPONENTEN-BEDEKKINGSMATERIALEN

Houdt u exact aan de voorgeschreven verwerkingstijd. Binnen
deze tijd moet het apparaat zorgvuldig met een geschikt reini-
gingsmiddel worden doorgespoeld en gereinigd.
OVERZICHT VAN TOEPASSINGEN
NL
41