Puntlastijd
De puntlastijd bij TIG is de tijd van het einde
van de upslopefase tot het begin van de
downslopefase. Hierdoor zal de machine gedurende
de puntlastijd lassen met de ingestelde lasstroom. De
LED zal knipperen wanneer deze functie actief is.
Amp
upslope
Ingestelde
lasstroom
Stel de timer in alvorens de lasboog te onsteken. De
toortsschakelaar
kan,
selecteerde toortsfunctie, de puntlastijd onderbreken.
Variabel van 0,01-600 sec. De functie wordt onder-
broken wanneer de tijd ingesteld is op 0 sec. Wanneer
gebruikt gedurende het hechtlassen, kan de tijd
ingesteld worden van 0,01 sec. tot 2,5 sec. (Zie TIG-
A-TACK).
Gasnastroomtijd [s]
Gasnastroomtijd is de tijdsperiode waarin het
gas stroomt nadat de lasboog gedoofd is en is
trappenloos instelbaar tussen 0-20 sec.
Synergische gasnastroomtijd (optie) kan activeerd
worden door wanneer de IGC kit gemonteerd is, de
tijd lager in te stellen dan 0 seconden. Het display laat
dan IGC en de actuele gasnastroomtijd zien. De
synergische gasnastroomtijd kan tot +/- 50% afgesteld
worden door de
-knop in te drukken en met de
besturingsknop af te stellen (wanneer de functie actief
is).
IGC Gasbesturingskit (optie)
Afstellen van de gasstroom is mogelijk
wanneer een gasbesturingskit is ge-
ïnstalleerd als speciale uitrusting. Druk op de
totdat de gasvoor- en gasnastroom iconen oplichten.
De gasstroom is variabel van 4 – 26 l/min.
Synergische gasflow kan geactiveerd worden door
l/min lager in te stellen dan 1 l. Het display toont dan
IGC en het actuele gasflow niveau. De synergische
gasflow kan tot +/- 50% afgesteld worden door de
knop in te drukken en met de besturingsknop af te
stellen (wanneer de functie actief is).
Wanneer de gasstroom ingesteld is op 27 l. zal de
gasklep compleet open staan en is het regelen van
de gasstroom uitgeschakeld.
CWF draadprogramma (optie)
Druk op de
downslope iconen oplichten. Het
display zal X.YY, tonen, X staat voor de CWF unit en
YY is het gekoppelde programma nummer dat erbij
gebruikt moet worden. Selecteer met de draaiknop het
programma. Wanneer 0.00 getoond wordt is er geen
CWF in gebruik (fabrieksinstelling).
Punt-
lastijd
downslope
tiid
Sch oml. ( ) / omh( )
afhankelijk
van
de
-knop
-knop totdat de up- en
Stroomtype
Het is mogelijk om ofwel AC (wisselstroom) als
DC (gelijkstroom) te selecteren. Bij het TIG-
lasproces wordt AC gebruikt voor het lassen van
aluminium en zijn legeringen, terwijl DC wordt gebruikt
voor het lassen van andere materialen.
AC-t-balans (tijd gebaseerd) (TIG)
Aanpassing van de reinigingsfunctie geduren-
de het AC TIG lassen van aluminium en zijn
legeringen. Deze functie is een tijdgebaseerde balans
tussen de positieve en negatieve halfperiode.
Aanpassing is mogelijk tussen 20 en 80 procent weer-
gegeven als percentage van het negatieve deel van
de periodetijd. De afstelling moet zodanig zijn totdat er
een geschikte reinigingszone rond het smeltbad is
ontstaan. In MMA is de waarde vast, 50%.
AC-frequentie
ge-
De AC frequentie kan bij TIG lassen worden
aangepast van 25 tot 150 Hz. Een lage
frequentie tijdens het TIG lassen, verhoogt de kans op
het vormen van een grote bal aan het eind van de
elektrode. Het verhogen van de frequentie zal deze
kans verlagen. De frequentie bij het MMA-lassen kan
afgesteld worden van 25 tot 100 Hz. Indien de
frequentie in MMA op 0 Hz gezet wordt, zal de
polariteit van de elektrode (+/-) omgekeerd worden, dit
voorkomt dat de lastang en aardkabel omgedraaid
moeren worden.
Maximale AC frequentie als functie van de lasstroom
Elektrodevoorverwarming
De lengte van de voorverwarmingsperiode
hangt af van zowel de diameter van de
elektrode als de hoek van de elektrodepunt alsmede
de grootte van de bal aan het einde van de elektrode.
Aanpassing is mogelijk van 1 tot 20, met 1 als
-
minimum en 20 als maximale voorverwarmperiode.
Wanneer de periode te kort is, zal de lasboog kort na
ontsteking doven. Bij een te lange voorverwarms-
periode zal de grootte van de bal aan het einde van de
elektrode toenemen.
58