Foutmelding
NL
De PARL-10DMX is ingesteld voor de bestu-
B
ring via een DMX-lichtconsole ingesteld,
DMX-ingang (12) evenwel geen DMX-signaal.
Stel met de toets UP of DOWN een bestu-
ringsprogramma in of breng een verbinding tot
stand met een lichtregelaar en schakel het
besturingsapparaat in (
5.2 Meerdere PARL-10DMX-apparaten
aaneenschakelen
U kunt meerdere PARL-10DMX-apparaten aaneen-
schakelen (master-slavebediening). Het centrale ap-
paraat (Master) kan alle nevenapparaten (Slave) syn-
chroon sturen.
1) Verbind de aansluiting DMX OUTPUT (13) van het
centrale apparaat via een 3-polige XLR-kabel (b.v.
serie MEC-... of MECN-... uit het gamma van "img
Stage Line") met de aansluiting DMX INPUT (12)
van het eerste randapparaat.
2) Verbind de aansluiting DMX OUTPUT van het eer-
ste randapparaat met de aansluiting DMX INPUT
van het tweede randapparaat etc. tot alle apparaten
in een ketting aangesloten zijn.
3) Op de aansluiting DMX INPUT van het centrale
apparaat mag geen DMX-signaal beschikbaar zijn.
Stel de nevenapparaten in op het DMX-adres 001:
a) Druk enkele keren op de toets FUNC (7) tot op
het display (5) verschijnt en het cijfer erachter
knipperend wordt weergegeven.
b) Stel met de toets DOWN of UP het adres 001 in.
c) Om op te slaan, drukt u op de toets ENT. Zodra
de besturingssignalen op de nevenapparaten
beschikbaar zijn, worden ze door het centrale
apparaat gestuurd.
5.3 Bediening via een lichtregelaar
Voor de bediening via een lichtregelaar met DMX512-
protocol (b.v. DMX-1440 of DMX-510USB van "img
Stage Line") beschikt de PARL-10DMX over vier DMX-
besturingskanalen. De functies van de kanalen en de
DMX-waarden vindt u terug in het hoofdstuk 7.1.
5.3.1 DMX-aansluiting
Voor het aansluiten van het DMX-apparaat zijn er 3-
polige XLR-connectoren met volgende penconfigura-
tie beschikbaar:
pen 1 = massa, 2 = DMX-, 3 = DMX+
Voor de aansluiting moeten speciale kabels voor hoge
gegevensstromen worden gebruikt. Normale afge-
schermde microfoonkabels met een leidingdiameter
van ten minste 2 × 0,22 mm
lijke capaciteit zijn alleen bij een totale kabellengte tot
100 m aan te bevelen. Bij kabellengten vanaf 150 m
wordt in principe aanbevolen om een DMX-ophaalver-
22
hoofdstuk 5.3).
2
en een zo gering moge-
sterker tussen te schakelen (b.v. SR-103DMX van
"img Stage Line").
1) Verbind de DMX-ingang (12) met de DMX-uitgang
van de lichtregelaar.
2) Verbind de DMX-uitgang (13) met de DMX-ingang
van het volgende lichteffectapparaat. Verbind de
uitgang hiervan opnieuw met de ingang van het
nageschakelde apparaat etc., tot alle lichteffectap-
paraten in een ketting zijn aangesloten.
3) Sluit de DMX-uitgang van het laatste DMX-apparaat
in de ketting af met een weerstand van 120 Ω
(> 0,3 W): Soldeer de weerstand vast aan de pinnen
2 en 3 van een XLR-stekker en plug de stekker in de
DMX-uitgang, of gebruik een overeenkomstige
afsluitstekker (b.v. DLT-123 van "img Stage Line").
5.3.2 Het startadres instellen
Om de schijnwerper met een lichtregelaar te kunnen
bedienen, moet het DMX-startadres voor het eerste
DMX-kanaal worden ingesteld. Als bijvoorbeeld op het
DMX-besturingsapparaat het adres 17 voorzien is
voor het besturen van de rode LEDʼs, stelt u het start-
adres 17 in op de schijnwerper. De andere DMX-func-
ties van de schijnwerper zijn dan automatisch aan de
volgende adressen toegewezen (bij dit voorbeeld 18,
19 en 20). Als volgend mogelijke startadres voor het
volgende DMX-gestuurde apparaat zou in dit voor-
beeld het adres 21 kunnen worden gebruikt.
1) Druk enkele keren op de toets FUNC (7) tot op het
display (5) verschijnt en het cijfer erachter knippe-
rend wordt weergegeven.
2) Stel met de toets DOWN of UP het adres in.
3) Om op te slaan, drukt u op de toets ENT. De schijn-
werper schakelt terug naar de vorige functiemodus.
Op het display verschijnt de modus (
stuk 5.1).
5.3.3 DMX-besturing
Om de schijnwerper met het DMX-besturingsapparaat
te kunnen bedienen, moet het displaybericht
erachter het startadres worden weergegeven. Als dit
niet gebeurt, drukt u een voldoende aantal keren op de
toets UP (7). Als echter het displaybericht
perend wordt weergegeven, dan bevindt de schijnwer-
per zich weliswaar in de DMX-besturingsmodus, maar
is er geen DMX-besturingssignaal beschikbaar op de
jack DMX INPUT (12).
6 Het apparaat reinigen
De kunststofschijf vóór de LEDʼs moet afhankelijk van
de verontreiniging door stof, rook of ander vuil van bui-
tenaf regelmatig worden gereinigd. Alleen dan kan het
licht met maximale helderheid worden uitgestraald.
Trek de stekker uit het stopcontact voor een reini-
gingsbeurt. Gebruik alleen een zachte, schone doek
en een mild reinigingsmiddel. Veeg de ruit vervolgens
droog.
hoofd-
en
knip-