IMG STAGELINE MEQ-2311 Manual De Instrucciones página 11

Tabla de contenido

Publicidad

5.1 Ingangen
Het ingangssignaal moet een lijnniveau hebben. Als
ingang voor elk kanaal kunnen de XLR-jacks (18), de
6,3-mm-jacks (19) of de cinch-jack (14) gebruikt wor-
den. De XLR-stekkers en de 6,3-mm-jacks zijn geba-
lanceerd, maar kunnen ook ongebalanceerd aan-
gesloten worden. Verbind hiervoor de pinnen 1 en 3
op de XLR-plug resp. de contacten "GND" (ground)
en de "-" van de 6,3-mm-plug. De aansluiting wordt
in figuur 3 getoond.
5.2 Uitgangen
Als uitgang kunnen de XLR-jacks (17) , de 6,3-mm-
jacks (16) of de cinch-jacks (15) gebruikt worden. De
XLR en de 6,3-mm-jacks zijn gebalanceerd, maar zij
kunnen eveneens onafhankelijk van de ingang onge-
balanceerd aangesloten worden. Hiervoor sluit u pin
3 van de XLR-ingang resp. de "-"-aansluiting van de
6,3-mm-jack niet aan. De aansluiting is te zien in
figuur 3.
5.3 Netaansluiting en aarding
In ieder HiFi-systeem moet er een gemeenschappe-
lijke massa zijn die op een bepaalde plaats geaard
is. In de meeste gevallen wordt hiervoor het voorver-
sterkerchassis genomen. Om aardlussen te vermij-
den is er op het mengpaneel een massaschakelaar
(13) voorzien. Is er reeds een ander aardingspunt
aanwezig in het muzieksysteem dan moet mas-
saschakelaar ingedrukt worden.
Verbind tenslotte de equalizer via het bijgeleverde
snoer met het stopcontact (230 V~/50 Hz). Plaats
alle regelaars in de middelste stand alvorens in te
schakelen en schakel indien nodig de EQ-toets (6)
uit (niet ingedrukt).
6 De equalizer instellen
Voor de afregeling verwijdert u de berschermingskap
van het front. Na de instelling kan deze kap terug
aangebracht worden om ongewenste verkeerde
instellingen van de equalizer te voorkomen.
5.2 Salidas
Puede usarse como salida la conexión XLR (17),
jack 6,3 mm (16) o RCA (15). La conexión XLR y jack
6,3 mm es balanceada, pero también pueden conec-
tarse sin balancear, independientemente del tipo de
conexión en la entrada. Para utilizarlo sin balancear
no conectar el pin 3 de la clavija XLR o el contacto "-"
del jack 6,3 mm. La conexión de los pines se
describe en la figura 3.
5.3 Alimentación principal y masa
En todos los equipos HiFi existe un punto común
para la conexión de la masa. Generalmente, se
escoge el chasis del preamplificador. Para evitar
realimentaciones, se incluye un interruptor (13) para
separar esta conexión.
Por último, conectar el ecualizador con el cable
de alimentación principal en una toma (230 V~/50 Hz).
Antes de la primera conexión poner todos los con-
troles en la posición media y si es necesario, des-
conectar el pulsador EQ (6).
6 Ajuste del ecualizador
Para el ajuste del ecualizador quitar la tapa de pro-
tección frontal. Puede volver a ponerse después del
ajuste, para evitar cualquier desajuste accidental.
6.1 Conexión
1) Antes de la primera conexión poner todos los
controles en la posición media y si es necesario,
desconectar el pulsador EQ (6).
2) Conectar el ecualizador con el interruptor
POWER (8). El LED de alimentación (9) se
encenderá.
6.2 Información general de los rangos de fre-
cuencia
El rango de percepción del oído humano oscila
aproximadamente entre 20 Hz y 20 kHz, el límite su-
perior, generalmente, varia con la edad. A los 65 años
este límite suele descender hasta los 10 kHz. La
mayor sensibilidad del oído se sitúa aprox. entre 1 y
4 kHz. Las modificaciones realizadas con el ecua-
6.1 Inschakelen
1) Plaats alle regelaars in de middelste stand alvor-
ens in te schakelen. Zorg ervoor dat de EQ ON-
schakelaar (6) niet ingedrukt is.
2) Schakel de equalizer met de POWER-schakelaar
(8) in. De ON-LED (9) licht op.
6.2 Algemene informatie over de frequentie-
bereiken
Het bereik van het menselijke gehoor reikt van onge-
veer 20 Hz tot 20 kHz, de bovengrens is voor een
groot gedeelte afhankelijk van de leeftijd. Op een
leeftijd van bijvoorbeeld 65 jaar gaat deze boven-
grens tot onder de 10 kHz. Het gehoor is het gevoe-
ligst voor frequenties tussen 1 en 4 kHz. Binnen dit
bereik hoort men het best. Hierdoor worden veran-
deringen van de equalizerinstellingen in dit bereik
duidelijker waargenomen dan veranderingen voor de
hoge en de lage frequenties.
Fig. 4 toont de grondtonen en de harmonischen
van sommige muziekinstrumenten en van de men-
selijke stem. Het grondtoonbereik (wit) geeft aan
welke toonhoogte gespeeld kan worden. Het harmo-
nische bereik (grijs) toont de frequenties die verant-
woordelijk zijn voor klankleur van het instrument.
6.3 Instellen van het frequentiebereik
Opgelet! Bij een grote versterking vooral van de
bas- en tweeterbereiken kunnen luidsprekers snel
overbelast en beschadigd worden.
Extra equalizers in het Hifi-systeem, bijvoorbeeld
op de versterker, moeten eerst op nul (middelste
stand) geplaatst worden en mogen niet meer
veranderd worden.
1) Druk de EQ-toets (6) in. Hierdoor worden de
instellingen geactiveerd. Zolang de regelaars in
de middelste positie staan, verandert de klank
niet.
2) De 30 Hz-toets (1) moet ingedrukt worden. Hier-
door wordt het subsonisch filter geactiveerd,
tegelijkertijd zijn de basluidsprekers beschermd
tegen frequenties die te laag zijn.
lizador entre estos valores, podrán oirse más clara-
mente que los realizados en las frecuencias más
graves o agudas.
En la figura 4 pueden observarse las frecuencias
fundamentales y los armónicos de varios instrumen-
tos musicales, así como también la voz humana. El
rango fundamental (blanco) indica que tonos pueden
reproducirse. El rango armónico (gris) nos muestra
las frecuencias responsables del sonido caracterí-
stico de cada instrumento.
6.3 Ajuste del nivel de las frecuencias.
Precaución! Con un exceso de amplificación en
los niveles de frecuencia, tanto en los graves
como en los agudos, puede sobrecargar y destruir
los altavoces.
Los ecualizadores adicionales del sistema HiFi,
por ejemplo en el amplificador, deben ponerse a
cero (posición media) y no deben modificarse en
ningún momento.
1) Presionar el botón EQ (6). De esta forma se
activan los ajustes realizados en el ecualizador.
Mientras los controles se sitúen en la posición
media, el tono no sufrirá ningún cambio.
2) El botón 30 Hz (1) debe estar presionado. De esta
forma el filtro subsónico está activado, y al mismo
tiempo los altavoces de graves están protegidos
de las frecuencias demasiado bajas.
3) El botón 15 dB/6 dB (2), para empezar, no debe
estar pulsado. De esta forma el rango de los con-
troles (7) estará en ±6 dB. Podrá realizarse un
ajuste muy preciso de los niveles. Si con un rango
de 6 dB no es suficiente, poner primero los con-
troles (7) en su posición media, y luego pulsar el
botón 15 dB/6 dB (2), para pasar el control de
niveles a ±15 dB.
4) Si el LED CLIP (3) se enciende, reducir el nivel de
entrada con el control INPUT (5).
5) Los ajustes de los niveles de frecuencia, deben
realizarse individualmente para cada canal. El
generador de ruido rosa integrado en el ecualiza-
dor y con la ayuda de un analizador de espectro,
ayudará a realizar un ajuste óptimo. Cuando sea
3) De 15 dB/6 dB-toets (2) mag aanvankelijk niet
ingedrukt worden. De groene LED "±6" licht op en
het bereik van de regelaars (7) wordt op ±6 dB
geplaatst. Het niveau kan zeer precies ingesteld
worden. Is het 6 dB-bereik niet voldoende, plaats
dan eerst de regelaars (7) opnieuw in de middel-
ste stand en plaats het regelbereik in de stand
±15 dB met de 15 dB/6 dB-toets (2).
4) Wanneer de CLIP-LED (3) oplicht, verminder dan
het ingangsniveau met de INPUT-regelaar (5).
5) De individuele regelaars voor het niveau van het
frequentiebereik moeten voor ieder kanaal afzon-
derlijk als volgt ingesteld worden. Met de inge-
bouwde roze-ruisgenerator aangesloten op een
spectrumanalyzer of met een goed getraind
gehoor kan men een optimale afregeling verkrij-
gen. Indien nodig kan de generator ingeschakeld
worden met de PINK NOISE-toets (4). Hierdoor
worden alle ingangen uitgeschakeld.
6.3.1 Subwoofer-bereik (20 Hz - 50 Hz)
Er is nauwelijks een instrument dat zulke lage fre-
quenties produceert. De regelaars voor dit bereik
dienen om eventuele stoorgeluiden (bijvoorbeeld
plaatruis van draaitafels, subsonische storingen) te
onderdrukken en moeten hiervoor minimaal inge-
steld worden.
6.3.2 Basbereik (63 Hz - 250 Hz)
Veel muziekinstrumenten hebben hun grondtoon in
dit bereik. Wanneer dit bereik teveel versterkt wordt,
dan geeft dit aanleiding tot een vettige, dreunende
klank. Teveel verzwakken geeft een dunne, futloze
klank.
Bij een ongunstige opstelling van de luidsprekers
(bv. in de hoeken van een kamer, te dicht bij de
wand, of boekenplankluidsprekers op de grond)
wordt de bas teveel versterkt. Dit kan dit met de ver-
schillende regelaars bijgeregeld worden.
6.3.3 Middentonenbereik (315 Hz - 3,15 kHz)
In dit bereik is het menselijke gehoor het gevoeligst
en veranderingen in de instellingen van de equalizer
kunnen hier het duidelijkst gehoord worden. Vooral
necesario, puede conectarse el generador con el
botón PINK NOISE (4). Todas las entradas se
desconectarán automáticamente.
6.3.1 Rango subwoofer (20 Hz - 50 Hz)
Es muy poco frecuente encontrar instrumentos que
produzcan este tipo de bajas frecuencias. Los con-
troles en este rango se utilizan generalmente para
suprimir posibles interferencias de ruidos (por ejem-
plo, ruidos de platos, o de conmutación) y deben aju-
starse en la zona negativa.
6.3.2 Rango grave (63 Hz - 250 Hz)
Muchos instrumentos musicales tienen en esta zona
sus frecuencias fundamentales. Si esta zona se
amplifica mucho se obtiene un sonido sólido y con
cuerpo. Si se atenúa mucho, será frágil, sin firmeza.
Si los altavoces se colocan desfavorablemente
(por ejemplo, en las esquinas de la habitación,
demasiado encarado hacia la pared, etc.), el grave
tiende a amplificarse, pudiéndose ecualizar con uno
o varios reglajes.
6.3.3 Rango Medio (315 Hz - 3,15 kHz)
En esta zona, el oído humano tiene mucha sensibili-
dad y los cambios realizados en el ecualizador pue-
den notarse muy claramente. Especialmente en la
música pop y para ciertas emisiones de radio, este
rango se amplifica para obtener unos efectos más
agresivos y dar más importancia a la voz. Con su
atenuación se obtendrá una reproducción más natural.
Por otra parte, si se aumenta, podrá poner en un
primer plano un instrumento solo, una canción o un
discurso.
6.3.4 Rango Agudo (4 kHz - 12,5 kHz)
Como en este rango existen muchos armónicos de
instrumentos, estas frecuencias definen si la repro-
ducción es transparente y clara o difusa y diluida.
Los materiales densos (como cortinas, muebles,
etc.) atenúan mucho estas frecuencias, pudiendo
compensar estas pérdidas, amplificándolas.
NL
B
E
11

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

24.3070

Tabla de contenido