– Ontgrendel de geheugenkaart door ze in
NL
de sleuf te drukken en er dan uit te trekken.
B
Als een geselecteerde geluidsdrager verwij-
derd wordt, schakelt de cd / mp3-speler naar
de volgende beschikbare geluidsdrager:
CD USB-opslagmedium Geheugenkaart
Als er geen geluidsdrager beschikbaar is,
schakelt het apparaat in de modus "Single"
om naar tunerbedrijf. In de modus "Dual" ver-
schijnt
op het display.
Opmerking in verband met klankstoringen en
leesfoute
Sigarettenrook en stof dringen makkelijk in alle ope-
ningen van de cd-speler en zet zich ook af op de opti-
sche onderdelen van het laser-aftastsysteem. Mocht
deze afzetting tot leesfouten en klankstoringen leiden,
dan moet het apparaat door een gekwalificeerd vak-
man worden gereinigd. De kosten voor deze reiniging
draagt de koper, ook tijdens de garantietermijn!
5.4.1 Een track selecteren en
snel achteruit zoeken / vooruit zoeken
Selecteer de gewenste track moet de toetsen
TRK
en
(18):
– Door op de toets
te drukken, keert u terug
naar het begin van de track, met elke nieuwe
druk op de knop springt u telkens een track
terug.
– Met elke druk op de toets
track vooruit.
De toetsen TRK
/
worden om snel achteruit / vooruit te zoeken:
Houd de respectieve toets ingedrukt.
U kunt mp3-tracks ook via het respectieve num-
mer op de geluidsdrager selecteren. Open hier-
voor het trackselectiemenu :
1) Druk op de toets MENU (10). Op het display
verschijnt
.
2) Via de cijfertoetsen (12 – 19) voert u het num-
mer in van de track
of
draait u met de knop VOLUME (11) om het
nummer te selecteren.
3) Druk onmiddellijk daarna op de knop VOLUME.
De track is nu geselecteerd.
5.4.2 De map selecteren
Voor geluidsdragers met mp3-bestanden en
meerdere mappen geldt volgende afspeelvolg-
orde:
1. eerst alle tracks zonder map op het hoofdni-
veau (van het apparaat in de ordner "ROOT"
samengevat)
2. daarna de eerste map op het hoofdniveau
met zijn submappen
3. daarna de volgende map op het hoofdniveau
met zij submappen
etc.
Voorbeeld van de afspeel-
volgorde bij een geluidsdra-
ger met tracks op het hoofd-
niveau en 10 mappen
22
Selecteer de gewenste map met de toetsen DIR
en
– Met elke druk op de toets
eerste track van de vorige map.
– Met elke druk op de toets
eerste track van de volgende map.
Om bij de selectie van een map ook tegelijk een
bepaalde track in de map te selecteren, opent u
het mapselectiemenu:
1) Druk twee keer op de toets MENU (10). Op
het display verschijnt
tekstregel wordt de eerste map getoond.
2) Draai de knop VOLUME (11) naar links tot de
naam van de gewenste map op het display
verschijnt. (Vertrekkende van de eerste map
kunt u de mappen door de knop naar links te
draaien oplopend doorlopen en, na bereiken
van de laatste map, aflopend door de knop
naar rechts te draaien.)
3) Druk op de knop VOLUME, in de tekstregel
van het display verschijnt
lijk daarna de knop naar links tot de gewenste
track in de tekstregel weergegeven wordt.
(Vertrekkende van de eerste track van de
map kunt u de tracks door de knop naar links
te draaien oplopend doorlopen en, na berei-
ken van de laatste track, aflopend door de
knop naar rechts te draaien.)
springt u een
4) Druk op de knop VOLUME. De track is nu
kunnen ook gebruikt
geselecteerd.
5.4.3 Verschillende weergavefuncties
Kort voorbeluisteren van tracks
1) Als u na elkaar van alle tracks de eerste
10 seconden wilt afspelen, drukt u op de
toets SCAN (13). Op het display verschijnt
wordt afwisselend hiermee de bestands-
naam weergegeven. Als de geselecteerde
track al langer dan 10 seconden speelt, gaat
de speler naar de volgende track.
alleen de tracks in de geselecteerde map kort
afspelen, houd dan bij het inschakelen van
de voorbeluisteringsfunctie de toets SCAN
ca. 3 seconden lang ingedrukt. In de plaats
van
2) Om de functie uit te schakelen, drukt u op de
toets SCAN.
Trackherhaling
1) Om een track te herhalen, drukt u op de toets
RPT (14). Op het display verschijnt
en het tracknummer, bij mp3-tracks wordt
afwisselend
weergegeven.
alle tracks in de geselecteerde map herhaald
worden, houd dan bij het inschakelen van de
functie de toets RPT ca. 3 se conden lang
ingedrukt. In de plaats van
2) Om de functie uit te schakelen, drukt u op de
toets RPT.
Willekeurig afspelen
1) Als u alle tracks van de geluidsdrager in wil-
lekeurige volgorde wilt afspelen, druk dan op
de toets RDM (15). Op het display verschijnt
(16):
springt u naar de
springt u naar de
DIR
MP3
en
knippert. In de
. Draai onmiddel-
en het tracknummer, bij mp3-tracks
Wilt u bij geluidsdragers met mp3-tracks
verschijnt
op het display.
hiermee
de
bestandsnaam
Moeten bij geluidsdragers met mp3-tracks
op het display.
en het tracknummer, bij mp3-tracks
wordt afwisselend hiermee de bestands-
naam weergegeven.
Wilt u bij geluidsdragers met mp3-tracks
alleen de tracks in de geselecteerde map in
willekeurige volgorde afspelen, houd dan bij
het inschakelen van het willekeurig afspelen
de toets RDM ca. 3 seconden lang ingedrukt.
In de plaats van
het display.
2) Om de functie uit te schakelen, drukt u op de
toets RDM.
De zonet geactiveerde functie wordt uitgescha-
keld bij inschakelen van een van de beide
andere functies.
5.5 De tuner bedienen
5.5.1 De zender instellen en opslaan
U kunt FM- en middengolfzenders ontvangen.
Om met de zes stationtoetsen (12 – 16) meer
dan zes zenders te kunnen opslaan, is het FM-
bereik ingedeeld in drie identieke subbereiken.
In de drie subbereiken (F1, F2, F3) en in het mid-
dengolfbereik (MW) kunnen telkens zes zenders
worden opgeslagen, in totaal dus 18 FM- en 6
MG-zenders.
1) Schakel met de toets BAND (9) naar het
gewenste bereik. De meest overzichtelijke
werkwijze is eerst in het bereik F1 zes zen-
ders op te slaan en vervolgens naar het
bereik F2 te schakelen en dan naar F3.
2) U kunt een zender met de zenderzoekfunctie
vinden of manueel instellen:
Om de zenderzoekfunctie te starten, drukt u
kort op de toets TUNE (18)
(vooruit). De zenderzoekfunctie gaat tot
aan de volgende zender. Tijdens het zoeken,
verschijnt
de zoekfunctie enkele keren tot u de ge -
wenste zender ontvangt.
Voor de manuele zenderinstelling houdt u
de toets TUNE
kort op het display verschijnt. Daarna kunt u
de ontvangstfrequentie met drukken op de
toets stapsgewijs verhogen of verlagen (in
FM-bereik met 50 kHz, in het middengolfbe-
reik met 9 kHz). Om manueel snel een groot
bereik te doorlopen, houdt u de toets
ingedrukt. Nadat de zender manueel is inge-
steld, schakelt het apparaat na enkele secon-
den automatisch weer naar de zoekfunctie,
indien niet eerst op de toets
gedrukt. Op het display verschijnt kort
3) Als de zender is ingesteld, houdt u de ge -
wenste stationtoets (12 – 16) ingedrukt tot
rechts op het display de melding "ch" met het
stationnummer weergegeven worden (zie
figuur 1). De zender wordt dan onder dit num-
mer in het betreffende bereik opgeslagen.
verschijnt
5.5.2 Opgeslagen zenders oproepen
1) Selecteer met de toets Taste BAND (9) het
bereik waarin de zender werd opgeslagen.
2) Selecteer het stationnummer van de zender
met de overeenkomstige stationtoets (12 – 16):
De opgeslagen zender wordt geopend, een
programma in stereo wordt op het display
ST
met
aangeduid.
verschijnt
op
(achteruit) of
op het display. Herstart
of
ingedrukt tot
of
of
is
.