componenten als u in een vreemd voorwerp
bent gereden of als het toestel sterker vibre-
ert dan normaal.
6. Verander niet van afstelling of voer geen her-
stellingen uit zonder de motor voordien af te
zetten. Trek er de stekker van de ontstekings-
kabel af.
7. Let op het wegverkeer op een weg of in de
buurt ervan. Hou de grasuitworp weg van de
weg.
8. Vermijd plaatsen waar de wielen geen grip
meer hebben of het maaien onveilig is. Voor-
dat u achteruit gaat dient u er zich van te
vergewissen dat geen kleine kinderen achter
u zijn.
9. In dicht hoog gras gebruikt u de hoogste
maaistand en maait u trager. Voordat u gras
of andere verstoppingen verwijdert zet u de
motor af en neemt u de ontstekingskabel los.
10. Verwijder nooit onderdelen die de veiligheid
dienen.
11. Giet nooit benzine in de tank als de motor
nog warm is of draait.
6.4 Leegmaken van de grasopvangzak
Zodra tijdens het gras afrijden grasresten blijven
liggen, moet de opvangzak leeg worden gemaakt.
LET OP! Vóór het afnemen van de opvangzak
de motor afzetten en wachten tot het maaige-
reedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangzak af te nemen tilt u met één hand
de uitwerpklep op en met de andere hand neemt
u de opvangzak aan het handvat uit (fi g. 4a).
Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften
valt de uitwerpklep bij het wegnemen van de
opvangzak dicht en sluit de achterste uitwerpope-
ning. Als daarbij grasresten in de opening blijven
hangen, trekt u de maaier best ongeveer 1 m
terug om het starten van de motor te vergemak-
kelijken.
Grasresten in het koetswerk van de maaier en op
het werkgereedschap niet met de hand of de voet
verwijderen maar met de gepaste hulpmiddelen,
b.v. borstel of handveger.
Om een goed opraapresultaat te bereiken dienen
de opvangzak en vooral het net na gebruik van
binnen te worden schoongemaakt.
Opvangzak enkel vasthaken als de motor afgezet
is en het maaigereedschap stilstaat.
Anl_HB_53_R_HW_E_SPK7.indb 110
Anl_HB_53_R_HW_E_SPK7.indb 110
NL
Uitwerpklep met één hand optillen en met de
andere hand de opvangzak aan het handvat vast-
houden en van boven vasthaken.
6.5 Na het gras afrijden
1. De motor steeds laten afkoelen voordat u de
maaier in een gesloten ruimte opbergt.
2. Verwijder voor het opbergen gras, loof, smeer
en olie. Leg geen andere voorwerpen op de
maaier.
3. Controleer alle schroeven en moeren voordat
u de maaier opnieuw gebruikt. Los gekomen
schroeven moeten worden aangehaald.
4. Verwijder de opvangzak voordat u de maaier
opnieuw gebruikt.
5. Trek er de bougiestekker af om ongeoorloofd
gebruik te voorkomen.
6. Let er op dat de maaier niet naast een geva-
renbron wordt opgeborgen. Gaswolken kun-
nen leiden tot ontploffi ngen.
7. Enkel originele onderdelen of door de fab-
rikant goedgekeurde onderdelen mogen bij
herstellingen worden gebruikt (zie adres op
het garantiebewijs).
8. Als de maaier een tijdje niet wordt gebruikt,
dient u de benzinetank te ledigen m.b.v. een
benzinezuigpomp.
9. Draag kinderen op, de maaier niet te gebrui-
ken. Het is geen speelgoed.
10. Bewaar nooit benzine in de buurt van een
vonkenbron. Gebruik altijd een goedgekeurde
jerrycan. Hou kinderen weg van benzine.
11. Olie en onderhoudt het toestel.
12. Hoe u de motor afzet: Om de motor af te
zetten laat u de motor motorstart-/mo-
torstophendel los (fi g. 5a, pos. 1a). Trek
de bougiestekker af van de bougie om te
voorkomen dat de motor start. Controleer
vóór het herstarten de trekkabel van de mo-
torrem. Controleer of de trekkabel correct
gemonteerd is. Een geknikte of beschadigde
afzetkabel moet worden vervangen.
- 110 -
14.10.14 09:26
14.10.14 09:26