Raadpleeg de onderstaande tabel voor de MINIMUM vereiste voor de dikte van het verlengsnoer:
Stroomsterktebereik (220 - 240 V)
0 - 5 A
5,1 - 8 A
8 - 12 A
Leidingen
Deze luchtcompressor is niet ontworpen voor gebruik met
leidingen. Gebruik nooit perslucht als enigerlei type
leiding is aangesloten.
GEVAAR:
Verkeerd aarden kan leiden tot elektrische schokken.
Wijzig de bijgeleverde stekker niet. Als deze niet past in
de aanwezige stopcontacten, moet een passend
stopcontact worden geïnstalleerd door een vakbekwame
installateur.
BEDIENINGSPROCEDURES
Lijst met dagelijkse opstartcontroles
SLANGEN AANSLUITEN
WAARSCHUWING:
Gevaar voor onveilig gebruik. Pak de slang bij het
aansluiten of loskoppelen stevig in uw hand vast om
een zweepslag van de slang te voorkomen.
Als u de controle over de slang verliest, kan dat
leiden tot persoonlijk letsel en materiële schade.
1. Voordat u de luchtslang of een accessoire aansluit,
controleert u of de schakelaar in de uit-stand ("O")
staat en het aftapkraantje open is, en de
luchtdrukregelaar of afsluitklep dicht is. Controleer dat
Bedrijfsfunctie
Blauw
3,1 - 3,5 MPa
Brandt niet
7,0 A
2,7 - 3,5 MPa
Brandt
7,0 A
3,1 - 3,5 MPa
Brandt niet
5,5 A
2,7 - 3,5 MPa
Knippert
5,5 A
Bedieningsprocedures
U kunt de gewenste bedieningsfunctie kiezen door
herhaaldelijk op de functiekeuzetoets te drukken en
terugkeren naar de eerste functie door 4 keer op de
functiekeuzetoets te drukken.
10 m
25 ft
2
1,5 mm
2
1,5 mm
2
2,5 mm
LED-lampje
Rood
INSCHAKELEN
Brandt
Brandt niet
Knippert
Brandt niet
Totale lengte van het netsnoer
15 m
20 m
50 ft
75 ft
2
2
1,5 mm
1,5 mm
2
2
1,5 mm
2,5 mm
2
2
2,5 mm
4 mm
de luchtcompressor is losgekoppeld van de
elektrische voeding.
2. Sluit de luchtslang en een accessoire aan. Een te
hoge luchtdruk betekent gevaar voor barsten.
Controleer de maximumdruk zoals opgegeven door
de fabrikant van het persluchtgereedschap of de
accessoire. De uitlaatdruk van de luchtdrukregelaar
mag nooit deze maximumdruk overschrijden.
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Start de luchtcompressor door de aan/uit-schakelaar
in de aan-stand ("|") te zetten. Kies met behulp van de
functiekeuzetoets een bedrijfsfunctie. Sluit het
aftapkraantje. De motor stopt wanneer de tankdruk
gelijk wordt aan de "uitschakeldruk".
5. Open de luchtdrukregelaar door deze rechtsom te
draaien. Stel de luchtdrukregelaar in op de juiste
luchtdruk. De luchtcompressor is nu klaar voor
gebruik.
6. Gebruik de luchtcompressor altijd in een goed
geventileerde omgeving waarin geen benzinedamp of
oplosmiddeldampen aanwezig zijn. Gebruik de
luchtcompressor niet in de buurt van het spuitgebied.
Bedrijfsfunctie
Deze luchtcompressor kent 4 bedrijfsfuncties. U kunt de
gewenste bedrijfsfunctie kiezen uit 4 functies.
Druk
UITSCHAKELEN
3,1 MPa
3,5 MPa
2,7 MPa
3,5 MPa
3,1 MPa
3,5 MPa
2,7 MPa
3,5 MPa
30 m
50 m
100 ft
150 ft
2
2
2,5 mm
4 mm
2
2
4 mm
4 mm
Niet aanbevolen
Maximaal
motortoerental
stroomsterkte
-1
2.500 min
-1
2.500 min
-1
1.800 min
-1
1.800 min
60 m
200 ft
2
4 mm
2
4 mm
Nominale
7 A
7 A
5,5 A
5,5 A
51