SinePower
• De luchtinlaat aan de achterzijde resp. de luchtuitlaat aan de voorzijde van de
omvormer moeten vrij blijven.
• Bij omgevingstemperaturen die hoger zijn dan 40 °C (bijvoorbeeld in motor- of
verwarmingsruimtes, direct zonlicht), kan de omvormer uitschakelen hoewel het
vermogen van de aangesloten verbruikers onder nominale last ligt (derating).
• Het montagevlak moet vlak zijn en voldoende stevigheid bieden.
A
LET OP!
Controleer voor het boren of er geen elektrische kabels of andere delen
van het voertuig door boren, zagen en vijlen beschadigd kunnen raken.
7.3
Omvormer monteren
➤ Monteer de omvormer zoals weergegeven (afb. 5).
7.4
Afstandsbediening monteren
➤ Monteer de afstandsbediening zoals weergegeven (afb. 6).
➤ Verwijder de beschermingsfolie.
8
Omvormer aansluiten
8.1
Algemene instructies
!
WAARSCHUWING!
• De aansluiting van de omvormer mag alleen door hiervoor opge-
leide vakmensen worden uitgevoerd. De volgende informatie is
bestemd voor vakmensen die vertrouwd zijn met de betreffende
richtlijnen en veiligheidsmaatregelen.
• Bij voertuigen waarbij de pluspool van de accu met het chassis is ver-
bonden, mag de omvormer niet worden gebruikt.
• Als u geen zekering in de plusleiding van de accu plaatst, kunnen
de leidingen overbelast raken. Dit kan brand tot gevolg hebben.
• De omvormer moet bij installaties in voertuigen of boten met het chassis resp.
met massa verbonden zijn.
• Houd u bij de opbouw van een distributiekring via het stopcontact (netopbouw)
aan de voorschriften van VDE 0100.
• Gebruik uitsluitend koperkabels.
NL
Omvormer aansluiten
129